Amélie
Op de terugrit naar Antwerpen, denk ik aan Bert. Moet ik hem vertellen dat zijn Belinda eigenlijk een prostitué is en hoogstwaarschijnlijk ook een nymfomane. Moet ik hem vertellen dat ik deze namiddag nogal grondig van haar ‘diensten’ gebruik gemaakt had ? Ik twijfel.
Ik besluit Bert niets te vertellen. Bij het betrappen van zijn eerste vrouw (zie Bert 1) had hij zich al bijzonder belabberd gevoeld. Als ik hem nu ga vertellen wat ik van zijn huidige echtgenote weet, dan gaat hij door het lint. Bovendien kan ik moeilijk aan Bert gaan zeggen dat ikzelf met zijn huidige madame, grondig aan het ‘rolle-bollen’ geweest was. Hij zou me dat heel kwalijk nemen. Het was misschien laf van mij, maar mijn filosofie was : hij komt het uiteindelijk toch wel zelf te weten.
Het heeft toch nog bijna drie jaar geduurd, vooraleer Bert mij vertelde dat hij van Belinda ging scheiden. En wat nog veel erger is, hij liet zich ook deze keer volledig pluimen. Belinda was zo slim geweest om de zaak en het pand waarin die zat in een bvba te steken. Bertje bleef voor een tweede keer, totaal berooid achter. Tijdens onze viermaandelijkse gesprekjes, heeft het nogal wat trappisten gekost om Bert uit het doemdenken weg te houden.
Op professioneel vlak ging het Bert voor de wind. Hij had promotie gekregen en zijn taak, als hoofdinspecteur, was alle bankkantoren in Wallonië regelmatig te bezoeken en aan een soort van inspectie onderwerpen. Van vrouwen moest hij niet meer weten. Twee keer volledig kaal geplukt door een vrouw, dat is te veel voor één man. Als hij behoefte aan seks had, ging hij in Luik of in Brussel een prostitué bezoeken. Hij verdiende genoeg en kon het zich dus veroorloven.
Door zijn job, kende Bert alle kantoordirecteuren van de bank in Wallonië. Het nadeel daarvan is, dat die, voornamelijk mannen, al een zekere leeftijd hebben en dus dat Bert om de haverklap ergens ten velde uitgenodigd werd om ‘het op pensioen gaan’ van één of andere kantoordirecteur te vieren. Meestal werd de receptie dan gehouden op een regionaal kantoor, waar de collega kantoordirecteuren werden uitgenodigd en waar eveneens de meeste van de kantoordirecteuren die de voorbije jaren gepensioneerd werden, ook aanwezig waren. Zo’n receptie is een nogal saaie bedoening. Eerst een speech van iemand belangrijk uit het hoofdkantoor of van Bert zelf, dan meestal een speech van een collega uit het kantoor van de nieuwe gepensioneerde, dan cava en hapjes en wat geleuter tussen alle aanwezigen.
Een dik half jaar voor het begin van Bert’s eigen pensioen, stond hij zich weer stierlijk te vervelen op het regionaal kantoor te Luik tijdens de receptie voor nog één of andere kantoordirecteur. Op dat moment merkt hij Jacques een ex-kantoordirecteur op die al een paar jaar met pensioen is. De man was vergezeld door een pracht van een negerin (Afrikaanse vrouw, voor de gevoelige zieltjes). Bert die altijd al een goeie vriendschapsband met Jacques had, was eerst en vooral verheugd om hem terug te zien en was daarenboven enorm verbaasd. Hij was ooit bij Jacques thuis uitgenodigd geweest voor een etentje. Toen was Jacques getrouwd met een nogal mollige vrouw, dikke borsten, fel opgemaakt en wat hautain, kortom een echte ‘kakmadam’ dus, die niets liever deed dan de ‘vrouw van een bankdirecteur’ uithangen. Jacques was een toffe vent, maar zijn madam was zo onsympathiek dat Bert vervolguitnodigingen voor etentjes beleefd afgeslagen had. Nu stond Jacques daar met een bijzonder mooie negerin aan zijn zijde.
“Hoi Jacques” zegt Bert als hij met een glimlach op zijn gelaat en met uitgestoken hand naar hem toeloopt. Beiden schudden hevig mekaars hand. “Mag ik je voorstellen ?” vraagt Jacques “dit hier is Aurélie, mijn vrouw.” De hele conversatie gebeurd in het Frans, maar ik geef hier de vertaalde versie weer. Bert kijkt Aurélie aan, steekt zijn hand uit maar in plaats van die aan te nemen, geeft zij twee zoenen op de kaken van Bert. Op z’n Frans dus, ofwel twee ofwel vier, naargelang je iemand goed kent. Aurélie is iets groter dan Jacques en Bert, die beiden ongeveer even groot zijn. Bert kijkt bewonderend, Aurélie is een stevige dame met ferme joekels van borsten, alles mooi verpakt in een mantelpakje, rok tot op de knie met daaronder ranke benen, mooie zwart gelakte schoentjes met een klein hakje, stralende ogen, niet teveel opgemaakt, kortom een prachtige mooie dame. Bert staat even sprakeloos. Als hij terug bij de les is, zegt hij tegen Jacques : “Jacques man, jij hebt je blijkbaar enorm verbeterd in het leven.” “Dat klopt” zegt hij “ik voel me prinsheerlijk, goed in mijn vel, een fantastische vrouw aan mijn zijde, meer moet dat niet zijn.” Bert voelt een steek van jaloezie en zijn gezicht betrekt. “Sorry Bert” zegt Jacques, “ik wou je niet kwetsen.” Plots zegt Bert : “kom, we zijn hier weg, het is hier toch een heel saaie bedoening.” “We gaan ergens iets drinken.”
Bert, Jacques en Aurélie nemen afscheid van de ‘gelukkige nieuw gepensioneerde’, groeten nog een paar andere ‘belangrijke’ figuren en staan een paar minuten later buiten in de avondlucht. “Ik weet hier wat verder een tof bruin café” zegt Jacques. Zij alle drie op weg. Aurélie heeft aan één arm Jacques en Bert aan de andere arm. Onderweg overdenkt Bert de situatie. Hij heeft Jacques altijd een bijzonder aangename kerel gevonden. Ze konden goed met mekaar opschieten, hebben regelmatig toen Jacques nog niet gepensioneerd was, over de middag samen geluncht en zodoende kenden ze mekaars levensloop zo een beetje. De ‘shit’ die Bert meegemaakt had, was Jacques bekent. Bert wist enkel dat Jacques alles behalve gelukkig was met zijn ‘kakmadam’, quasi geen seks met haar had en zich zijn hele leven op zijn job bij de bank gefocust had. En nu komt diezelfde Jacques hier te voorschijn met een pracht van een raspaardje aan zijn arm. Bert brandt van nieuwsgierigheid.
Eens in het café wat besteld en zich geïnstalleerd aan een tafeltje aan het venster, brandt Bert los. “Jacques, hoe heb je dat voor mekaar gekregen ?” “Ik herinner me jou met die ‘kakmadam’ waarmee je getrouwd was.” “Tja,” zegt Jacques, “hoe ik ooit zo stom heb kunnen zijn om zo lang bij dat mens te blijven, dat weet ik ook niet.” “Maar dat is voorbij.” “Om een lang verhaal kort te maken, Bert, zij heeft mij bedrogen.” “En niet één keer, maar jarenlang, ze ging elke maandag namiddag tennissen.” “Wat ik per toeval te weten kwam, is dat ze zich elke maandag liet neuken door haar tennisleraar en dat tegen betaling.” “Niet dat die vent haar betaalde, maar omgekeerd, hij werd door haar betaald en nog geen klein beetje ook.” “Ze is zo stom geweest om haar betalingen aan hem via overschrijving te doen.” “Gezien ik bij de bank werk, heb ik haar rekening uitgeplozen.” “Ik kon tot tien jaar terug gaan en ik vond betalingen van haar rekening op die vent zijn rekening van bedragen van minimaal duizend euro per maand en soms meer.” “Dat is, mits vier weken in de maand, neuken aan twee honderd en vijftig euro per keer.” “Bovendien bleek die vent een tankkaart te hebben die van haar rekening betaald werd.” “Ik heb via een informaticus van de bank, bij mij thuis camera’s laten installeren en kon de bewijzen op film vastleggen.” “Eén keer zelfs, deed ze een overschrijving van haar rekening naar de zijne via home banking terwijl die pippo er naast stond.” “Ze vroeg gewoon hoeveel hij moest hebben.” “Een andere keer, blijkbaar was het zijn verjaardag, gaf ze hem een dure Rolex van verschillende duizenden euros.” “Ik heb via home banking de betaling ervan teruggevonden en tevens de juwelier getraceerd en een kopie van het aankoopbewijs verkregen.” “Gezien ik zijn verjaardag kende, heb ik de aankopen van de voorgaande tien jaar bekeken rond die dag.” “Elk jaar had ze voor hem een duur cadeau gekocht.” “Weken heb ik me beziggehouden om alles uit te pluizen.” “Met alle bewijzen ben ik naar een advocaat gestapt, echtscheiding aangevraagd, sloten op de deur van de villa veranderd, heel de inboedel leeggehaald door een professionele verhuisfirma en de villa te koop aangeboden.”
“Ze was toen zogenaamd een paar dagen met een vriendin weg, terwijl ik wist dat ze met die klojo een lang weekend in het Zwarte Woud geboekt had.” “Toen ze thuis kwam, was alles weg, kon ze niet meer binnen en stond de villa te koop.” “Bij haar thuiskomst kreeg ik een bijzonder kwade telefoon, ze ontplofte bijna en ik heb haar simpelweg gezegd dat ze met mij nog enkel via mijn advocaat kon praten en heb haar zijn gegevens ge-smst.” “In de rechtbank is ze nog een keer ontploft, toen de rechter, na voorlegging van alle bewijsstukken, mijn eis om de villa te verkopen met voor elk de helft, met dien verstande dat alle aan die pippo betaalde bedragen en gekochte geschenken van haar deel afgetrokken werd, werd ingewilligd.” “Dat is trouwens in beroep nog eens bevestigd.” “Ik had voor mezelf in het centrum van Luik een appartement gekocht op honderd meter van de bank.” “Zij woont ondertussen bij haar zus in en ik vrees dat ze haar ‘gigolo’ niet meer kan betalen.” “Althans ik heb gehoord dat ze geen tennislessen meer volgt en dat die onnozelaar ‘s maandags na de middag gewoon groepslessen tennis geeft aan jongeren.”
“Ja,” zegt Bert, “dat je van die ‘kakmadam’ af bent en op zo’n manier, dat kan ik enkel maar bewonderen, bij mij is het steeds helemaal anders gelopen.” “Maar hoe ben je in godsnaam aan zo’n prachtige vrouw als Aurélie gekomen ?” en Bert kijk bewonderend naar Aurélie. Die neemt het compliment met een glimlach in ontvangst.
“Och” zegt Jacques “dat is puur toeval.” “Aurélie is dokter in het universitair ziekenhuis op Sart Tilman, hier in Luik.” “Ze is op achttien jarige leeftijd naar hier in Luik gekomen om te studeren.” “Heeft haar studies zelf betaald door te werken in de horeca en is chirurg geworden in Sart Tilman.” “Ik moest daar zijn voor een kleine ingreep en zij heeft de operatie gedaan.” “Bij een controle bezoek een paar weken later, was ik haar laatste patiënt.” “Op het einde van het bezoek vroeg ze mij waarom ik zo’n droeve, melancholische blik had, want het onderzoek had uitgewezen dat alles perfect in orde was.” “De tranen moeten toen in mijn ogen geschoten zijn.” “Ik balanceerde in die tijd op het randje van een depressie.” “Ik was dan wel financieel schitterend uit de echtscheiding gekomen, maar om als man vast te stellen dat je keihard gewerkt hebt, een heel leven lang en dat je vrouw de centen door deuren en vensters buitensmeet en zich tegelijk een gigolo betaalde om seks mee te hebben, terwijl je zelf geen vinger naar haar mocht uitsteken ; dat is helemaal niet goed voor het ego en het zelfvertrouwen.” “Aurélie zag mijn tranen en zei : kom we gaan ergens iets drinken, jij bent toch mijn laatste patiënt.” “In de cafetaria van het ziekenhuis heb ik haar heel mijn verhaal verteld.”
“Daarna heeft zij mij haar verhaal verteld.” “Dat ze als studente in Luik verliefd werd op een andere zwarte student die voor ingenieur studeerde, dat ze met hem één kot deelden, dat ze toen gelukkig was en geloofde dat die kerel met haar na de studies zou gaan trouwen, wat hij haar beloofd had.” “Maar dat eens hij afgestudeerd was en zij, gezien doktersstudies wat langer duren dan ingenieursstudies en dus nog een paar jaar te studeren had, hij plots met de noorderzon verdween.” “Ze had nooit meer iets van hem gehoord.” “Mijn tranen waren ondertussen opgedroogd” verteld Jacques, “maar Aurélie had mij haar verhaal ook al wenend verteld.” “We waren twee gekwetste zielen bij mekaar.” “Ik vroeg haar of er sindsdien niemand anders meer geweest was, maar dat was niet zo, had Aurélie hem verteld.” “Ze had zich enkel op haar studies en haar opleiding tot chirurg geconcentreerd.” “We zijn diezelfde avond eerst nog iets in het centrum van Luik gaan eten en daarna zijn we op mijn appartement beland en hebben de liefde bedreven.” Aurélie keek Bert ietwat verlegen aan. Jacques vertelt verder : “het was alsof er een hele nieuwe wereld voor mij openging, we hebben de hele nacht door mekaar vertroeteld.” “Wat ik me van seks herinnerde met mijn ex, dat waren gewoon een soort turnoefeningen.” “Met Aurélie was het puur passie, gewoon stomende seks, sindsdien kunnen we van mekaar niet meer afblijven.” “Niks is haar te veel, alles wat ik vroeger pervers zou gevonden hebben, doet zij met liefde en omgekeerd ook.” Bert staart het koppel aan met open mond. Een paar minuten wordt er niets gezegd. Dan mompelt Bert : “Jacques, ik ben stik jaloers…….” “Ik wou dat zoiets mij ook overkwam……” Dan drinkt hij nerveus van zijn koffie en excuseert zich omdat hij even naar het toilet moet.
Na een paar minuten komt Bert terug. Plots neemt Aurélie het woord. “Bert” zegt ze, “Jacques had me vroeger al verteld wat jou allemaal overkomen is en ik weet dus dat jij het ook niet gemakkelijk gehad hebt.” “Ik ben nu vijf en dertig en was zes en twintig toen mijn toenmalige vriend me verliet.” “Van toen tot een jaar of twee geleden, ik Jacques tegenkwam, heb ik niets gehad, geen liefde, geen passie niets en nu beleef ik de hemel op aarde.” “Toen Jacques je daarnet vertelde hoe we mekaar tegenkwamen en hoe passioneel en met liefde wij met mekaar omgaan, dan kan ik me voorstellen dat jij, door jouw situatie dat niet prettig vond om te horen.” “Misschien heeft het jou wel gekwetst, onze excuses daarvoor.” “Maar misschien heb ik wel een oplossing voor jou.” Bert keek Aurélie nieuwsgierig aan. Aurélie vervolgt : “Jacques is bijna dertig jaar ouder dan ik maar toch ga ik hem nooit bedriegen en wil ik altijd bij hem blijven, dat heb ik hem gezworen.” “Met een beetje geluk kan dat voor jou ook.” Bert bekijkt Aurélie nu nogal ongelovig.
“Ik heb een zus, zeg Aurélie, die woont nog in Togo, die is nu acht en twintig en die heeft wel een zoontje van vier.” “Zij had een vriend ginder, maar die heeft haar, zodra ze in verwachting was, laten zitten en is ook verdwenen, dus zij is nu al een viertal jaar alleen en woont in bij onze ouders.” “Ze werkt als poetsvrouw in het hospitaal van Lomé in Togo”. “Als vrouw alleen, met een kind heb je in Togo niet veel keuze, ofwel wordt je prostitué ofwel nemen je ouders je terug in huis.” “Godzijdank is dat met haar gebeurd.” Blijkbaar gebeuren zulke dingen in Togo wel meer. “Mijn zus” zegt Aurélie, “noemt Amélie” en ze toont een foto op haar gsm van een jonge beeldschone Afrikaanse vrouw. Bert fluit tussen zijn tanden en zegt : “die is net zo mooi als jij.” Aurélie glimlacht. “Dat gaat nooit lukken” denkt Bert nogal pessimistisch en hij zegt dat ook tegen Jacques en Aurélie. Hij kijkt somber. Aurélie kijkt naar Jacques en dan met wat medelijden naar Bert. “Laten we afspreken Bert, dat we mekaar hier terugzien binnen een paar dagen, dan heb ik ondertussen de tijd om met haar contact op te nemen en eens te polsen.” Bert denkt na en mompelt : “ok.” Het was vrijdag en ze spreken af de week erna, eveneens op de vrijdag tegen een uur of acht in hetzelfde café.
In de week die volgt kon Bert zich moeilijk concentreren. In zijn fantasie droomde hij van Amélie, maar direct staken negatieve gedachten de kop op. Zoveel geluk, dat kan voor mij niet, enz….. Hij dacht er zelfs aan om de afspraak met Aurélie en Jacques te annuleren.
Een week later, die vrijdag, liep hij toch tegen acht het café binnen. Hij was gewoon vergeten de afspraak te annuleren. Och een koffie met twee aangename mensen gaan drinken, kon geen kwaad dacht hij. Als hij zich neerzet tegenover twee vrolijk kijkende mensen, werd hij een beetje kwaad op zichzelf omdat hij de afspraak niet geannuleerd had.
Aurélie steekt van wal : “Bert, ik heb met Amélie gebeld en we hebben een voorstel.” “Twee mensen bij mekaar steken, die mekaar helemaal niet kennen en nog nooit gesproken hebben, dat is riskant.” “Daarom ons volgend voorstel : “Jij betaald een ticket van Togo naar hier en Amélie komt naar hier met een toeristen visum en ze woont bij jou een maand op proef.” “Gewoon als jouw vrouw.” “Ze laat haar kind daarvoor een maand alleen bij onze mama en ze komt een maand lang jouw echtgenote ‘spelen’.” “Als het niet klikt tussen jullie, dan betaal je haar ticket terug naar Togo en hoor je nooit nog iets van haar, klikt het wel, dan zien jullie zelf maar wat jullie doen.” “Wat denk je daarvan ?” Bert bekijkt Aurélie vol ongeloof. “Meen je dat nu ?” “Ja, mijn zus en ik hebben het er langdurig over gehad en jij bent voor haar een godsgeschenk, mocht het tussen jullie beiden lukken, dan denk ik dat jij dan eindelijk een vrouw krijgt waar je je nooit zult over beklagen.” “Lukt het niet, gewoon pech gehad, lukt het wel, dan denk ik, dat jullie een heel mooie toekomst tegemoet zouden kunnen gaan.” Bert moet een paar keer slikken en hij weet niet wat zeggen. Zo’n mooie vrouw denkt hij, dat wordt niets en toch, zijn huidig leven stelt op relationeel vlak niet veel voor. Af en toe een prostitué bezoeken en verder, af en toe bij het kijken van een porno filmpje zich afrukken, dat is niet echt wat iemand relationeel gelukkig maakt. Hij besteld een whisky en zegt dan : “ik probeer het en we zien dan wel.” Aurélie en Jacques glimlachen hem toe. “Bert, je zou een gigantische stommerik zijn, mocht je tegen dit voorstel ‘nee’ gezegd hebben” grinnikt Jacques. Aurélie beloofd haar zus te verwittigen en voor de nodige papieren te zorgen zoals een visum.
Een viertal weken later, op een zaterdag in de latere namiddag, staan Jacques, Aurélie en Bert in de aankomsthal van Zaventem luchthaven. Vol ongeduld kijken ze alle drie naar de schermen met de aankomsttijden. Na een eeuwigheid en een heel lange sliert donkere mensen die door de luchthaven in de aankomsthal stappen, komt een nogal tenger, slank meisje met twee rolkoffers de hal binnengestapt. Ze kijkt ietwat terughoudend, nieuwsgierig rond. Ze zet nog een aantal stappen vooruit omdat ze de niet ophoudende stroom van mensen niet wil blokkeren tot ze ineens Aurélie ziet. Een glimlach en opluchting verschijnen op haar gelaat. Ze laat haar twee rolkoffers gewoon vallen en stormt in de richting van Aurélie en vliegt die met een kreet om de hals. Ze hebben mekaar in meer dan twee jaar niet gezien. Met tranen van vreugde in de ogen van de twee dames, doen ze een vreugdedansje en knijpen mekaar zowat tot moes. Bert was ondertussen de twee rolkoffers gaan oprapen en rijdt ermee tot bij Jacques, Aurélie en Amélie. Die laatste geeft Jacques, nadat ze Aurélie losgelaten had, een heel dikke knuffel.
Dan draait ze zich om en kijkt naar Bert, die op een meter of twee afstand staat met die twee koffers. Bert kijkt een beetje beteuterd. Aurélie breekt het ijs en zegt : “Amélie, mag ik je voorstellen : Bert en tegen Bert : Amélie”. Bert kijkt naar die prachtige koolzwarte, mooie jonge vrouw voor hem. Ze kijkt hem nieuwsgierig aan. Bert staat er een beetje verloren bij en weet niet wat zeggen. Amélie loopt op hem toe en neemt één van de koffers over terwijl ze “Bonjour” fluistert. Bert mompelt “Bonjour” terug. Jacques die het ietwat houterige en artificiële van de situatie aanvoelt, zegt : “we gaan eerst wat drinken vooraleer we op weg gaan.” Met z’n vieren lopen ze in de richting van de enige bar in de aankomsthal waar alles verschrikkelijk duur is. Eens alle vier gezeten met de twee koffers naast de tafel, tateren Aurélie en Amélie honderduit tegen mekaar. Jacques en Bert laten begaan en komen iets later terug aan de tafel met de drankjes. Als beide heren terug zijn, snapt Aurélie dat zij niets verstaan van het brabbeltaaltje dat beide dames uitslaan en schakelt ze over op Frans. Er wordt wat over en weer gebabbeld over hoe blij ze zijn mekaar terug te zien en over thuis in Lomé, de stad waar ze samen gewoond hebben en opgegroeid zijn. Dan wil Jacques vertrekken.
Er was vooraf afgesproken dat Jacques en Aurélie, Amélie zouden meenemen naar Luik en dat ze daar een weekje bij hen zou verblijven. Aurélie zou dan in het hospitaal waar ze werkt, haar zus grondig medisch laten onderzoeken om te zien dat er geen enkel medisch risico bestaat en daarna zouden zij Amélie naar Tervuren brengen, waar Bert ondertussen woont. Dat was de reden waarom Jacques en Aurélie vanuit Luik eerst naar Tervuren gereden waren om Bert op te pikken. Die gingen ze nu eerst terug thuis afzetten. In de auto waarmee Jacques reed, zat Aurélie vooraan en Bert met Amélie achteraan. Na een paar minuten rijden, kijken deze laatste mekaar aan. Ze kijken mekaar recht in de ogen. Mijn god, dacht Bert zo’n mooie zwarte parel, waaraan heb ik dat verdient. Wat Bert niet weet, is dat Amélie net hetzelfde denkt, zo’n mooie volwassen vent die in mij geïnteresseerd is, een arm meisje uit Afrika, dat kan toch niet waar zijn. Geen van beiden spreekt evenwel wat ze denken uit.
Als ze in Tervuren aankomen om Bert af te zetten, lopen ze even mee naar zijn appartement. Amélie kijkt haar ogen uit. Het is een ruim appartement met moderne mooie meubels, een hagelwit lederen salon, een open volledig ingerichte keuken en gezien het een penthouse is, met een ruim terras. Amélie is in de wolken. “Kom ik hier voor een maand wonen ?” vraagt ze. Aurélie knikt. Amélie laat een vreugdekreetje. Ze kijkt een beetje sip als Jacques vertelt dat ze willen door rijden naar Luik. Toch is Amélie duidelijk blij en geeft Bert een knuffel en een zoen op de wang bij het afscheid.
Een week later, op vrijdagavond staan Jacques, Aurélie en Amélie voor de deur van Bert. “Medisch alles ok” zegt Aurélie bij het binnenkomen. Zowel Jacques als Amélie trekken een rolkoffer het appartement van Bert binnen. “Zet maar in de logeerkamer” zegt Bert. “Dat lijkt me voorlopig het verstandigste.” Als Amélie in de kamer komt, ziet ze een breed dubbel bed, een spiegelkast die een hele wand beslaat en indirecte verlichting. Bert laat het hele appartement zien, een prachtige badkamer met jacuzzi bad, een grote inloopdouche en een dubbel badkamermeubel. Het geheel in marmer. Amélie is in de wolken. In de living schenkt Bert nog een drankje voor Jacques en Aurélie uit en na nog wat gebabbel vertrekken beiden. Dan zijn Bert en Amélie alleen. Ze staan wat beteuterd naar mekaar te kijken. Om het ijs wat te breken vraagt Bert of Amélie honger heeft en ze besluiten om wat verder in dezelfde straat in een klein restaurantje wat te gaan eten. Bert vraagt Amélie uit over haar leven in Togo. Na een paar glaasjes wijn blijkt dat in grote armoede te zijn geweest, enkel via de financiële steun van haar zus kon zij haar zoontje naar school laten gaan en had zij en haar ouders bij wie ze inwoonden voldoende te eten. Amélie laat een paar foto’s zien van een soort krotwoning aan de rand van Lomé in Togo.
Ze kijkt triest. Enkel bij een fotootje van haar zoontje kijkt ze trots. Het ziet er een fel kereltje uit met vuur in zijn ogen. Bert vertelt haar dan ook, wat hij denkt en Amélie straalt van blijdschap. Na het eten, verlaten ze samen het restaurant en lopen gearmd terug naar het appartement. Daar aangekomen drinken ze beiden nog een koffie. Dan besluiten ze om te gaan slapen. Bert loopt met Amélie de badkamer binnen en legt het gebruik van de regendouche uit. Dan laat hij haar alleen en gaat in de woonkamer zitten wachten. Na zeker een half uur komt Amélie gekleed in een veel te groot en lang t-shirt uit de badkamer, komt in de woonkamer Bert een nachtzoen geven en gaat naar de logeerkamer. Bert besluit zelf nog een douche te nemen en loopt dan zelf poedelnaakt naar zijn slaapkamer en schuift tussen de lakens. Vermoeid slaapt hij snel in.
Na een uurtje of zo, wordt hij wakker omdat de slaapkamerdeur opent. Bert ligt op zijn linkerzijde met het gelaat naar het venster en beweegt niet maar is plots klaarwakker. Hij voelt de lakens bewegen en Amélie achter hem in bed glijden. Hij hoort haar ademhaling gejaagd. Ze raakt Bert niet aan. Na een paar minuten wordt de ademhaling van Amélie rustiger en Bert voelt dat Amélie zich op haar zijde draait in zijn richting. Heel zachtjesaan voelt hij haar dichter en dichter tegen hem schuiven tot haar lichaam hem aanraakt. Hij ruikt een soort van zoete amandelgeur en voelt de warmte van Amélie. Haar tepels drukken tegen zijn rug. Ze moet dus volledig naakt zijn. Een paar minuten blijven ze zo lepeltje, lepeltje liggen, wel in omgekeerde versie, want zij ligt achter hem.
Dan voelt Bert heel traag haar arm over zijn rechter heup schuiven en haar hand gaat langzaam over zijn heup naar beneden over zijn dijbeen. Heel langzaam aan gaat haar hand naar voren en omvat zijn reeds half stijve piemel. Ze kneedt zachtjes zijn lul. Binnen een paar seconden staat die zo hard als maar enigszins mogelijk is. Bert geeft geen kick en doet verder alsof hij slaapt. Amélie lijkt tevreden te zijn, nu ze de harde piemel van Bert in haar hand heeft, ze nestelt haar hoofd tegen zijn hals en schouders en een paar minuten later hoort hij haar ademhaling iets zwaarder worden en lijkt ze te slapen. Bert blijft roerloos liggen. Na zeker een kwartier dommelt hij ook in.
De biologische klok en waarschijnlijk zijn gewoonte om elke morgen om half zeven op te staan, maakt hem precies op dat moment wakker. Hij voelt Amélie nog steeds tegen hem aan liggen met haar hand op zijn half stijf lid. Hij glijdt uit het bed en loopt naar de keuken. Onderweg trekt hij zich een joggingbroek aan. In de keuken bakt hij eitjes, toast een paar sneden brood, maakt een heel opdienbord klaar met confituur en een kannetje koffie. Dan loopt hij naar de slaapkamer en wil het opdienbord op het bed zetten als Amélie slaperig haar ogen opent en zich helemaal uitrekt. Ze ziet plots Bert staan en trekt preuts het laken over haar borsten. Bert staat als versteend in de deuropening. Door haar uitrekken was haar torso bloot gekomen en keek hij tegen een prachtig bovenlichaam aan. Zo zwart als de nacht met zeer mooie puntige niet al te grote borsten erop, zwart krullend haar tot op haar schouders, een hagelwit gebit en een atletisch jong lichaam.
Na een minuutje of zo, als Bert tot zijn zinnen gekomen is, zet hij het opdienbord over de benen van Amélie en kruipt naast haar op het bed. Gulzig valt Amélie aan op het ontbijt. Ze eet met veel smaak. Ondertussen glijdt het laken van haar borsten naar beneden op haar bovenbenen. Haar borsten prijken puntig boven het dienblad. Net op het moment dat hij een beet wil doen in een stuk toast met jam op, ziet hij dat. Hij blijft verstard naar haar borsten staren. Amélie merkt zijn blik en glimlacht : “mooi genoeg ?” vraagt ze. Bert kan niets zeggen. Het stuk toast hangt half in en uit zijn mond. Hij bijt er een stuk af, slikt snel door en knikt heftig. Hij legt het restant van de toast terug op het dienblad en zegt : “tu es superbe” (jij bent prachtig). Amélie glimlacht. “Je mag ze gerust aanraken” zegt Amélie. Bert neemt nog snel een slok koffie en aarzelend omvat met één hand één van de borsten van Amélie. Hij staart er gefascineerd naar. Zijn hand wordt perfect gevuld door haar borst. Bert kneedt zachtjes. Amélie neem ook nog een slok koffie, neemt dan het dienblad vast, en draait zich, om het naast het bed te zetten. De borst glipt uit de hand van Bert. Hij bekijkt haar terwijl ze het dienblad naast het bed op de grond zet. Hij bewondert haar gespierde rug. Net een jonge zwarte hinde met een prachtig lichaam.
Bert kan nog steeds niet geloven dat zo’n prachtig wezen naast hem zit als ze zich terug rechtop zet. Bert grijpt terug naar die borst en kneed ze voorzichtig. Amélie laat even begaan en dan zegt ze : “Bert, ik ben niet van porselein, ik wil je voelen, nu direct, ik heb al een paar jaar geen man meer gevoeld, laat me je voelen, niks voorspel gewoon voelen, diep in mij. Amélie zwaait het dekbed naar achteren, grijpt met haar twee ranke handen zijn piemel vast en trekt er een keer of twee aan. Berts lul was al in half harde toestand door de aanblik van haar borsten, maar door Amélies aanraking, richt hij zich direct fier op. Amélie kijkt goedkeurend, zwaait één been over Bert heen. Met één hand houdt ze zijn lul vast, met de andere wrijft ze even over haar kutje, houdt het open, en laat zich voorzichtig bovenop de pik van Bert zakken. Beetje bij beetje glijdt de piemel van Bert in het kutje van Amélie. Dat is matig nat, maar Amélie stopt niet en laat zich zakken. Zachtjesaan schuift haar kutje over de rechtopstaande pik van Bert. “Ooooooooohhhhhhhh” zucht ze als de lul van Bert tot aan de wortel, helemaal in haar kutje zit. “Bert, ik wil met je vrijen, ik wil je voelen spuiten diep in mij” zegt ze als ze bovenop Bert zittend, naar beneden kijkt. Bert legt zijn beide handen op de mooie borsten van Amélie en die zegt direct : “goed doorknijpen aub Bert en hard aan mijn tepels trekken.” Berts zacht gekneed wordt wat wilder. Hij rolt haar tepels tussen duim en wijsvinger en Amélie laat begaan. Na een minuutje of zo, begint Amélie heel haar bekken te bewegen. In het begin bijna niet merkbaar, dan stilletjes aan meer en meer. Bert voelt haar kutje dat ondertussen al aanzienlijk vochtiger is, als twee fluwelen handen rond zijn pik strelen. Hij had dat bij zijn laatste ex ook wel beleefd, maar nu met Amélie, dat was toch nog heel anders. Haar controle over de spieren in haar kutje had hij nog nooit ervaren bij een andere vrouw. Het is alsof zij zijn pik zachtjes kneedt en knijpt. De meeste vrouwen waar hij ooit seks mee gehad had, waren Europese en die hebben nauwelijks of geen controle over de spieren in hun kutje, was de mening van Bert. Nu kreeg hij een pik omvattende massage alsof er meerdere handen tegelijk met zijn lul bezig waren.
Voor commentaar op dit waargebeurde verhaal, enkel namen en locaties zijn aangepast ; stuur een berichtje naar rickdanvers@yahoo.com of hier op de site. Alle eventueel crimineel interpreteerbare feiten zijn vanzelfsprekend compleet verzonnen. Tevens is dit verhaal enkel bedoeld voor de Gertibaldi site, enkel te kopiëren of te vertalen, mits voorafgaande, schriftelijke toestemming van de auteur.
Einde Bert 2
Vervolg in Bert 3
Sensuele groeten, Rick
Speciaal ingelogd om je een 5 te geven voor dit goed geschreven erotisch verhaal!
Hartelijk dank. Ondertussen heb ik ook het 7e en laatste deel ingezonden. Ik hoop dat je er evenveel van geniet als van deel 1 en 2. Grtjs, Rick.
Leiuk verhaal. Wel jammer van de hoeveelheid ‘d’ en ’t’ fouten…
Hoi Sohot, ik heb deel twee nog even nagelezen en heb er inderdaad één dt-fout gevonden. Het kan natuurlijk zijn, dat ik een soort blindheid heb, voor schrijf- en typefouten, gewoon omdat ik teveel met het verhaal zelf begaan ben. Mijn excuses daarvoor. Normalerwijze lees ik elk verhaal en elk deel ervan, meerdere keren na, maar bij deel twee ben ik schijnbaar wat te snel geweest met het insturen. Toch bedankt van voor je opmerking. Grtjs, Rick.