Eerder vandaag ben ik de confrontatie aangegaan met mijn vader en hij zei me nooit meer terug te komen. Hij is een tirán, al sinds de dood van mijn broertje legt hij mijn moeder en mij op om in vrees voor de Heere te leven. Ik ben blij dat ik me eindelijk van hem heb losgemaakt, maar ook intens verdrietig dat het zo moest gaan. Mijn moeder durft nooit partij voor mij te kiezen, maar toch hadden we voor het eerst echt een moment samen, dat we elkaar konden voor heel even konden troosten.
Gael was meegegaan en gaf me zoveel steun…
Na de crash met mijn vader zijn we direct terug getreind naar Utrecht en daar hadden we de seks die ik zo hard nodig had. Het was bevrijdend maar het maakte ook de grote zwarte bal in mij los, ik huilde zoals ik nog nooit huilde…
Los van mijn anker
De dagen en weken daarna is Gael steeds vaker bij mij. Een keer in de week repeteren we in hun appartementje met Anthony en Bas, maar verder lijkt het soms alsof hij bij mij is ingetrokken. Steeds vaker merk ik dat Gael als we met zijn vrienden zijn me in de gaten houdt, hoe ik met ze om ga, zeker als Anthony weer eens met me aan het grappen is. Anthony liet direct al merken dat hij wel op me valt en ik voel geloof ik ook wel wat voor hem. Ik weet niet goed wat ik hier mee aan moet, deze jongens zijn zo verschillend en toch vind ik ze allebei leuk. En langzaam maar zeker is het alsof er in mij iets aan het verschuiven is, alsof de claim die mijn vader op mijn leven legde is verdwenen maar dat ik nu tegelijk ook wel ben losgeslagen van mijn anker. Ik drijf wat, alsof ik alleen en naakt in een grote meer lig, op mijn rug, drijvend, kwetsbaar, eenzaam. Van iedereen verlaten, alsof mensen om me heen in een soort van mist leven, ik niet bij ze kan komen. Tegelijk is het allemaal oké, dat ik de tijd neem om te beleven hoe het leven om me heen doorgaat terwijl ik in een soort van cocon leef, een soort van afwachting, op een nieuw levensdoel misschien wel.
Ik ben Gael dankbaar, want wie ik nu ben heb ik voor een groot deel aan hem te dank, híj trok me ten slotte uit mijn benauwde leventje. Hij is mijn soulmaatje, en dat zal hij altijd blijven, we hebben op een heel diep level iets met elkaar. Maar wat er ook gebeurt, dit is en blijft hoe dan ook wel mijn leven en ik wil gewoon niet dat hij het over neemt en daar lijkt hij met zijn jaloezie wél mee bezig te zijn. Dan is het alleen maar of ik de ene Heere heb ingeruild voor een andere.
Er komt een soort van ommekeer als op een avond, voor het begin van onze repetitie, Bas een joint draait. Bas is de stille jongen van de drie, pas als hij achter zijn drums en trommels en weet ik wat allemaal kruipt komt hij tot leven. Hij is ietsje langer dan de twee andere jongens, op het magere af maar heeft een zó’n leuk exotisch gezicht, met zwarte krullen, een stoppelig baardje en bijna gitzwarte ogen waarmee hij me soms secondenlang indringend kan aankijken. Wat hij bedenkt is dan totaal niet te raden en af en toe voel ik me er echt ongemakkelijk bij, maar tegelijk is het dan of hij me van binnen vloeibaar maakt.
De komst van een lied
En zo zit hij me nu ook weer aan te kijken en net als ik wil wegkijken vraagt hij ‘ook een hijs, Joney?’ Waarop Gael meteen protesteert, dat hij het niet kan maken om mij daarin te betrekken. Dat laat meteen alle alarmbellen in mij rinkelen, daar is de Heere weer die wil bepalen hoe ik mijn leven leid. En hoewel ik sowieso nog nooit heb gerookt aarzel ik geen moment, voorlopig speelt er niemand meer de baas over mij. Ik neemt die lange rokende sigaret van Bas over en neem een stevige trek. Met als gevolg een heftige hoestbui maar ik geef niet op, samen met Bas rook ik het hele geval op. En het is niet te geloven wat het me doet. Het tilt me op, ik voel in mijzelf een soort van rust of misschien wel vrede ontstaan die ik nog niet kende. Alsof nu pas alles op zijn plek valt, mijn vlucht van thuis, mijn ruzie met vader, mijn vriendschap met Gael, maar die mij tegelijk wel steeds meer claimt.
Die avond speel ik voor mijn gevoel de sterren van de hemel. Alsof mijn viool een verlengstuk van mijzelf is geworden en een soort van eigen drive heeft gekregen. We beginnen meestal met een beetje te improviseren en steeds vaker komen daar hele mooie motieven en melodieën uit voort. De ene keer nemen we een klassiek ritme als invalshoek, dan weer pikken we iets op uit het Keltische Ierland of eender welke streek in Europa. Dit keer is het een ritme uit het Zwarte Woud, zoals dat later met emigranten naar Amerika ging en daar Texmex is genoemd.
Wij komen in een subtiele maar toch heel vrolijk melodie terecht en op een gegeven moment neemt mijn viool het compleet over, met mijn ogen dicht, ietsje dansend, belééf ik gewoon hoe het is om in dat mooie Zwarte Woud te leven, ik herinner het me levendig van toen ik er met vader en moeder eens op vakantie was. In een soort van visioen zie ik hoe de mensen daar in vroegere tijden met elkaar dansten en muziek maakten op het dorpsplein.
En waar het vandaan komt weet ik niet, na een tijdje schakelen we als in een soort gezamenlijke flow geleidelijk over naar iets middeleeuws, iets Gregoriaans. Het lijkt op wat de ‘Gregorians’ doen, die songs van vandaag prachtig in die oude stijl uitvoeren. Ik begin mee te neuriën en wordt al snel ondersteund door zowel Anthony als Gael, die met hun gitaar en keyboards een tweede en een derde muzieklijn er onder leggen en tegelijk met aanvullende stemmen mee neuriën. Met steeds weer een zachte tik op de grote trom brengt Bas er een diepte en spanning in die de sessie perfect maakt. Het voelt alsof we in een trance komen. Even later komen er zelfs woorden in me op en ik zing ze, een soort van litanie of mantra, woorden waarvan ik niet wist dat ik ze in me had, over schoonheid en verlangen en liefde en onafhankelijk zijn. En het stopt ook zo maar weer en langzaam maar zeker komt de melodie dan tot een einde.
Waar kwam dát vandaan?
Het voelt als ontwaken en ik weet dat ik dit moet vasthouden. Ik ga zonder contact met de anderen te zoeken op de bank zitten en werk de muzieklijn uit in een notatie, misschien kunnen we hier nog eens wat mee. En Anthony komt naast me zitten, zonder dat ik het merkte heeft hij mijn woorden opgeschreven en zachtjes zegt hij: ‘dat was onwerelds mooi Joney, waar komt dát nou ineens vandaan?’ Pas dan land ik weer in deze kamer en kijk Anthony aan alsof ik het ook even niet weet. Hij ziet mijn verwarring en ik krijg als reactie een hug van hem. ‘Het was er gewoon ineens’ zeg ik dan. En kijk eerst Gael en dan Bas aan, alsof zij misschien weten wat er is gebeurd. Bas haalt zijn schouders op en kijkt me met zijn grote zwarte ogen weer zo intens aan. Op dat moment voel ik het voor het eerst zo duidelijk: ik heb in mijn hart niet alleen plaats voor Gael maar ook voor Bas en Anthony.
Ik sta op en wenk de jongens bij mij. Bas en Anthony reageren direct en we huggen elkaar heel intiem. Gael staat het even aan te kijken, met een soort van verdriet, lijkt het wel. Ik wenk hem en uiteindelijk komt hij ook en terwijl we elkaar zo vasthouden voel ik me met alles in me met deze drie jongens verbonden. Tot in iedere vezel voel ik dat ik liefst van hen allemaal wil zijn…
Na onze groepshug kijken Gael, Anthony, Bas en ik elkaar een beetje verward aan. We voelen alle vier dat er iets is veranderd maar weten niet goed wat. Is het omdat er een eerste song lijkt te zijn ontstaan? Omdat onze verhoudingen zijn veranderd? Het is begin mei en al behoorlijk warm, ik heb vanavond niet veel meer dan een bloesje en m’n sportshorts aan maar ineens voelt het een beetje bloot, kwetsbaar. Ik kijk de jongens onzeker aan en ben blij dat ik in hun ogen hetzelfde zie, namelijk ‘wat is dit’. Vooral Gael lijkt de kluts goed kwijt te zijn en als we oogcontact hebben geef ik hem een lief lachje, ik zie dat hij dat nodig heeft.
Ik besluit voor mezelf dat we snel weer aan de slag moeten gaan, we komen dan er hopelijk vanzelf wel achter wat hier aan de hand is. ‘Zullen we dit wat verder uitwerken?’ stel ik voor, en gelukkig reageert Anthony direct. We gaan naast elkaar op de bank zitten en werken de notatie van de muzieklijn en de tekst die Anthony noteerde in elkaars samenhang wat verder uit. Daarna is het tijd de song verder aan te kleden, dat moeten we al spelend doen. We nemen alle vier onze plek weer in en op het moment dat Bas de langzame donkere tromslag inzet komt de flow meteen terug, ik voel hoe het als het ware bij ieder van ons vibreren. Ik zet op het ritme van Bas zijn tromslag in met mijn viool, zachtjes, zoekend. Anthony en Gael pakken na de intro hun lijn eronder weer op en wat we vervolgens samen laten klinken is het mooiste wat ik ooit heb gehoord. Het kan regelrecht uit de Middeleeuwen komen, die bijzondere muzieklijnen die toen ontstonden.
Fluisteringen
Het lijkt bijna alsof wij deze muziek niet zelf maken maar dat het als geheel naar ons toe is gekomen. En opnieuw zing ik de woorden die zo maar in me opkwamen, en waarvoor ik nauwelijks het papier nodig heb waarop Anthony ze voor me uitschreef. Het is een lied van nu maar wortels in het verleden heeft en het is een soort van voorrecht dat wij dat nu op onze manier mogen vertolken, zo voelt het. Als we eindigen valt er even een diep stilte en na een tijdje zegt Bas zachtjes ‘Medieval whisperings’, fluisteringen uit de Middeleeuwen. Met open mond kijken we Bas aan, hij heeft zojuist naadloos kloppend de titel van onze eerste song benoemd. We kijken elkaar aan en dan breekt er een gejoel en geklap los, we zijn opgetogen, we hebben iets te pakken waar we mee verder kunnen! En blijkbaar komt het naar ons toe, als we het maar toestaan.
Gael en ik fietsen in een soort van beschouwende stilte samen terug van Overvecht naar de binnenstad. Er is vanavond veel gebeurd, in onze muziek en tussen elkaar en dat vraagt tijd om in onszelf een plekje te krijgen. Eenmaal terug in mijn kamer kleden we ons gewoontegetrouw uit, verzorgen we onszelf en kruipen dan lekker bloot en close tegen elkaar aan in bed, ik weer in het vertrouwde holletjes van Gael zijn oksel, zijn arm om mijn schouders, mijn hoofd op zijn borstkas. Na een tijdje wil ik meer contact, ik streel Gael over zijn borst, daarna hoger, via zijn nek naar zijn gezicht en raak hem overal aan. Dan dwaalt mijn hand weer naar beneden, over zijn een beetje trillerige buik, tot ik bij zijn piemel aankom. Uit gewoonte noem ik die nog steeds zo, totdat Gael er mee in me komt, pas dan is het voor mij duidelijk een pik of een paal.
Gael zijn piemel reageert direct, in no time groeit hij van slap naar halfstijf naar hard, naar páál. Ik moet even giechelen van dat enthousiasme en trek Gael dan op me, ik doe mijn benen voor hem uit elkaar, ik wil hem ín me en wel nu! Gael brengt zijn paal voor mijn gleufje en glijdt dan zachtjes bij me naar binnen tot hij niet verder kan. Als hij zo helemaal met me verbonden is voel ik het ineens: we moeten praten. Ik neem zijn gezicht tussen mijn handen, breng mijn eigen gezicht ietsje omhoog tot onze lippen elkaar in een kus raken en vraag dan: ‘wat was dat nou vanavond, Gael?’
Ruimte alsjeblieft
Gael valt stil, gelukkig nog wel diep in me want ik wil hem vóelen, ik spreid mijn benen zo ver mogelijk en trek Gael nog wat verder in me. Hij laat het gebeuren en doet voor de rest alsof hij me niet begrijpt. ‘Huh? Hoe bedoel je?’ Oh ja, natuurlijk, een man, niet te moeilijk doen alsjeblieft. Maar dit moet even. ‘Je begrijpt me wel, liefje. Toen ik Anthony en Bas hugde viel jij in een soort van afgrond, ik zag het gebeuren.’ Diepe stilte, en dan: ‘was het zó zichtbaar?’ Ik knik. Weer een diepe stilte en dan legt Gael zijn gezicht naast het mijne, en terwijl we van onderen nog steeds met onze lichamen nauw verbonden zijn ontstaat er hierboven een heel andere verbondenheid, die van het eerlijk zijn. ‘Ik ben bang dat ik je kwijt raak’ fluistert Gael. Het komt er zó lief en kwetsbaar uit dat ik mijn armen om zijn nek sla en hem stevig tegen me aan trek.
‘Waarom?’ vraag ik, maar ik weet het antwoord zelf ook al wel. ‘…Ehm, nou ja, weet je, je groeit zó hard, ik ken je amper een maand en het is alsof je iedere dag je vleugeltjes verder uitslaat en verder weg vliegt, bij mij vandaan.’ Het is precies wat ik ook voel, dat ik me van hem los aan het maken ben. Met dat besef komt tegelijk binnen dat ik dat wél maar ook níet wil. Ik wil ruimte maar ik wil Gael daarbij niet verliezen. En ik vertel dan hoe het voor mij is: ‘Liefje, ik ben altijd gemuilkorfd door mijn ouders en vooral mijn vader. Híj wist namens de Heere wat goed voor me was en ik hoefde alleen maar te leven zoals hij wilde, dan kwam het allemaal wel goed volgens hem.
Ik ben zó blij dat jij me hebt geholpen me daarvan los te rukken. Maar snap je dat ik er dan niet direct een nieuwe benauwende relatie voor terug wil? Ik wil jóu maar ik wil niet je alleenrecht of erger nog je bemoeizucht of jaloezie en dat voel ik wel allemaal steeds meer opkomen.’ Ik denk nog even na, en dan: ‘weet je Gael, ik zal je nooit bewust verdriet doen en altijd eerlijk en open zijn. Maar ik wil echt ook met andere jongens om kunnen gaan zonder met jouw bezitsdrang of jaloezie te moeten dealen….’
Gael schuift zich een stukje uit me en komt dan weer diep bij me binnen, alsof hij met die beweging troost en warmte zoekt in mijn lichaam. Ik til zijn hoofd weer op, geef hem een kus en vraag ‘snap je me, voel je aan wat m’n behoefte is? En klopt het wat ik voel?’ Gael kijkt me aan, knikt, legt zich dan weer tegen me aan en fluistert: ‘ja Joney, ik snap je en het klopt. Ik ben jaloers. Het liefst wil ik je voor mezelf houden en je blijven helpen met je leven. Maar ik zie ook wel dat dat niet nodig is en dat ik je juist kwijtraak als ik je claim.’ Gael valt even stil, ik wacht het rustig af. ‘Weet je, je had mij echt wel nodig om uit de toestand met je ouders te stappen, maar je bent nu al zo’n sterk en dapper meisje, ik zal echt proberen je ruimte te geven. Want lief meisje, ik wil je niet kwijt…’ en dan zie ik hoe zijn ogen vochtig worden en mijn hart loopt over voor deze lieve jongen. Ik kus zijn opkomende tranen weg en zo liggen we een tijdje stil bij elkaar. Ik voel aan Gael zijn buik dat hij zachtjes snikt en dat is goed, hij moet dit loslaten.
Langzaam komt onze seks weer op gang, traag beweegt Gael zich in me op en neer en misschien wel juist door die zachtheid vonkt het al snel in mijn buik, het voelt alsof er een zware onweersbui op komst is, het bliksemt en raast zo heftig dat ik in een soort van tornado zit en klamp me stevig aan Gael vast. Dat maakt dat ook hij in mijn furie terecht komt en neemt het over, beukt op me los, stampt zich iedere keer bij me naar binnen, alsof hij me zo toch wil markeren, alsof hij zijn paal diep in me achter wil laten. Het is wezenloos lekker, dit helse contact, het overkomt ons als een soort wolkbreuk die alles wat ons dwarszit wegspoelt, ieder zenuweindje in mijn lijf in vuur en vlam zettend. Ik sla mijn benen om Gael’s heupen, klem mijn armen om zijn nek, alsof ik me krampachtig vasthoud aan een in stukken gebroken vlot in de storm, want zonder dat houvast verdrink ik misschien wel…
Body language
Het is een paar weken later, de eerste zaterdag in juni en we hebben straks weer een sessie in het buurthuis. Ik kom net uit de sportschool, het was nodig om weer eens een stevige training te doen. Ik heb eerst ruim een half uur gerend op de loopband, zo’n programma met steeds wisselende hellingspercentages erin, en heb toen mijn rondje langs de spierapparaten gedaan. Het centrum heeft ook een Spa, een zwembad en diverse stoomcabines en sauna’s en dat is voor mij altijd het toetje. Heerlijk om eerst een tijdje te zwemmen, het water langs mijn blote lijf te voelen wervelen en daarna te ontspannen in de hitte van de sauna.
Omdat het nog zo vroeg was lag ik er dit keer alleen en heb dan mooi de kans om wat rek- en strekoefeningen te doen. Het is nodig maar ook fijn om mijn spieren te ontspannen en na de training goed terug op lengte te brengen. Stiekem geniet ik dan ook wel van hoe mijn lijf er zo glanzend van het zweet eruit ziet, goed in shape, vind ik wel. Ik ben trots op mijn sixpackje, train daar hard voor en dan mag ik er toch ook wel van genieten, niet? Na afloop heb ik een heerlijk gevoel, alsof alle vezeltjes zich ‘gezien’ voelen en nu vrolijk tintelen.
Terug op mijn kamer heb ik voor de zoveelste keer geprobeerd een afspraak te krijgen met mama, steeds neemt ze wel op maar wil het dan kort houden en ze wil me nog even niet zien. Het is me nu wel duidelijk dat haar loyaliteit bij vader ligt, ze is bang het net als ik met hem aan de stok te krijgen. Ik snap het wel want zij moet met hem samenleven, toch doet het steeds weer behoorlijk pijn. Vader heeft ondertussen mijn studietoelage stop gezet maar daar wil ik het met mama niet over hebben, ik kan nog even vooruit met mijn spaarcentjes en zoek daarna wel weer een baantje of zo. Van vader weet ik het niet maar mama wil ik in mijn leven houden en ik ben daarom van plan het niet op te geven. Ik blijf contact zoeken maar voorlopig moet ik het hier dus mee doen.
En nu dus de sessie in het buurthuis, het is heerlijk weer en genietend van de zon fiets ik op mijn gemakje naar het appartement van de jongens. Als band krijgen we langzamerhand de smaak te pakken van onze ontdekkingstocht naar mooie muziek, de laatste paar keren komt er bij iedere improvisatie wel iets moois uit onze gezamenlijke energie. Het is inmiddels een soort ritueel dat ik eerst met Bas een joint rook, het is fijn om dat met hem te delen en het geeft mij in mijn mind nét dat ietsje meer vrijheid in het spelen en het op laten komen van melodieën en woorden. Ongemerkt begin ik zonder er echt op uit te zijn een beetje het centrum van de band te worden, ik merk dat ik de jongens aanzwengel, ze voorop ga in de reis die we steeds weer maken en waarin ze me enthousiast volgen.
Vanuit het appartement van de jongens lopen we met ons viertjes samen naar het buurthuis voor de jamsessie. Het is idioot warm voor de tijd van het jaar en omdat ik uit ervaring weet dat het jammen met elkaar veel energie en daarmee warmte oplevert heb ik het luchtige gele jurkje met de groene en rode motiefjes aangedaan, dat ik van Gael cadeau kreeg. Het komt tot net over mijn knieën, mooi zedig dus, maar een beetje stout heb ik eronder geen behaatje of slipje aangedaan. Ik ben na de sport in een voor mijn doen vreemd lichamelijke mood blijven hangen, iets wat ik amper ken. Sinds Gael en ik veel samenzijn heb ik dat steeds vaker, het is niet echt geilheid maar meer een soort toenemend bewustzijn van mijn lijf, dat ik de ruimte wil geven. Knellende kleding zit daar dan behoorlijk bij in de weg, ik wil me vandaag vrij in mijn bewegingen voelen.
Ik ben superblij dat je dit verhaal leest! Wat vind je ervan? Liefs, Zara
Ik kan Joney goed begrijpen dat ze geen bezit wil worden van Gael en dat hij wat jaloers is naar de andere jongens toe omdat hij van haar houd en haar geholpen heeft om te ontluiken en los te komen van haar kerk en ouders
Ook dit vierde deel heb ik in een ruk uitgelezen.
Dank, ga vooral door!
Goede dag Zara weer zo een heerlijk geschreven van haal en met jou foto er bij is het hemels x