De bergen in met zusje 1
Dit verhaal is zelfstandig te lezen, maar het sluit wel aan op waar ‘Wielrennen met zusje’ stopte. Tim en zijn zusje Milou zijn dus weer de hoofdpersonen. Maar voordat Milou arriveert maakt Tim eerst van alles mee…
Een paar jaar terug moesten de ouders van mijn beste vriend zo nodig het roer omgooien. Ze kochten een verlopen camping in Tirol en voor Daniël en zijn jongere zusje Bella zat er weinig anders op dan met hen mee te gaan. Daan en ik zijn nu inmiddels allebei achttien, we zijn al vanaf de eerste klas basisschool bevriend en hebben altijd contact gehouden via Insta en beeldbellen. En nu ben ik naar hem en zijn family onderweg, ik ga er een paar weken helpen met klussen. Daarna komt mijn zusje Lou’tje ook die kant uit en gaan we in Süd-Tirol op hoogte fietsen met een stel Italiaanse jongens en meiden. Hen hebben we vorig jaar tijdens de hoogtestage in Tignes leren kennen.
Het is het afgelopen jaar een hoop gedoe geweest in mijn leventje, maar dat is nu allemaal achter de rug, het is half juni, de zomer is in aantocht en ik ben blij dat ik eindelijk weer op de fiets zit. Ik was na m’n Havodiploma vorig jaar graag als prof gaan fietsen bij een wielerploeg maar om allerlei redenen is dat niet gelukt. Daarom ben ik me gaan toeleggen op het veldrijden en het klopt wel wat papa altijd van Cruijf nazegt, namelijk dat ‘ieder naodeel een foordeel hep’, want ik ben ontzettend blij dat ik in deze tak van de wielrennerij terecht ben gekomen. Het is een leuk kameraadschappelijk wereldje van mensen die allemaal samen door bossen en velden, over de gekste bulten en soms door de ergste prut fietsen en ik win ook nog eens behoorlijk vaak.
Verder ben ik toch gaan studeren en doe nu hbo-verpleegkunde en misschien vind ik dat nog wel leuker dan wielrennen. Ik zie dus wel wat er verder op mijn pad komt. In ieder geval ben ik blij dat ik nú op de fiets zit, m’n tentje en andere zware spullen achterop, de rest van m’n bagage op het rekje voorop en peddelen maar. Daan woont dus in Oostenrijk, in een gat dat Aisdorf heet en niet ver van Zell am See ligt. Het is ongeveer duizend kilometer fietsen en ik ga er vanuit dat ik de tocht in hooguit zes etappes kan maken. In ieder geval ga ik me niet haasten want ik ben van plan om te genieten van de rit, die ik helemaal heb uitgestippeld langs rustige routes en over al behoorlijk veel hoogtemeters.
Voorseizoen
Tot mijn eigen verbazing peddel ik de afstand met gemak in vijf etappes en tegen het einde van die vijfde dag kom ik al aan bij de camping van Daan zijn ouders. Hun huis staat bij de ingang van het terrein en daarnaast is de receptie, maar de deur is op slot en er is helemaal niemand te zien. Er hangt wél een kaartje op de deur dat ze van achttien tot negentien uur open zijn, dat nieuwe gasten welkom zijn en dat ze zich alvast op een plek naar keuze mogen installeren. Als ik zo eens om me heen kijk is er nog ruimte genoeg, ik zie hooguit een stuk of tien campers en caravans en verderop in het bos nog maar een paar tenten. Maar ja, het is ook nog voorseizoen.
Maar er is dus niemand te zien, daarom Daan maar even bellen op zijn mobiel. Gelukkig neemt hij meteen op, maar wel fluisterend. ‘Hey Tim, kort even, want ik zit in een examen.’ Huh? Dan vertel ik Daan dat ik er al ben maar dat ik niemand zie. ‘Ohw, sjit Tim, ik ben onverwacht met pa en ma een paar dagen naar Salzburg. Ik was eerst uitgeloot op de universiteit maar kan nu toch terecht en moet daarvoor allerlei toelatingsexamens doen. Pa en ma zijn meegegaan om inboedel en weet ik wat niet allemaal in te kopen voor de nieuwe blokhutten. Overmorgen zijn we weer thuis, ik had je nog willen appen.’
‘Oh, nou geen probleem hoor, ik amuseer me wel. Maar wie is er dan wél thuis, want er is echt niemand te zien.’ Daan: ‘hm, raar, is Bella er niet? Het is nog niet druk dus die zou deze paar dagen op de toko passen.’ Hij denkt even na en vraagt dan: ‘schijnt de zon?’
‘Ehm, ja, hoezo?’ Ik hoor Daan grinniken en die zegt dan: ‘ik denk dat ik het al wel weet, ga maar eens achter hut 11 kijken, daar trekt de jongedame zich nog wel eens terug.’ Omdat Daan niet te lang kan praten spreken we af dat we vanavond nog bellen, en dan ga ik op zoek naar hut elf.
Het valt nog niet mee die hut te vinden, sinds ik hier vorig jaar voor het laatst ben geweest is er veel veranderd. Het is een enorm uitgestrekte camping, of eigenlijk zou je meer moeten zeggen dat het een natuurterrein is. Het begint aan de rand van een of ander meertje waar ook veel lokalo’s komen zwemmen en loopt door tot diep in het bos, waar de hellingen al beginnen van de Alpen-rug die daarachter ligt. In dit gebied zijn er weinig voorzieningen en is het de bedoeling dat je zo natuurlijk mogelijk kampeert.
Belle Bella
Uiteindelijk vind ik de hut zo’n beetje helemaal achter op het terrein, aan alles is te zien dat hij spiksplinternieuw is. Als ik achterom het terras oploop tref ik daar inderdaad Bella aan.
Tenminste…, ik dénk dat ze het is want er ligt een bloedmooie meid met de ogen dicht op een stretcher te genieten van de avondzon, met een ieniemienie-broekje en verder helemaal niks aan. Dit kan niemand anders dan Bella zijn maar serieus, ik ben echt met stomheid geslagen, de laatste keer dat ik haar zag was ze nog zo’n dunnig pubermeisje en moet je nou zien wat daar ligt. Een beeldschoon meisje met lange bruine om haar hoofd uitgewaaierde haren en met voor haar zestien jaar al heel behoorlijke tietjes.
Het voelt alsof ze me hypnotiseren, die bolletjes met hun donkere bruine puntige dopjes erop, ik kan niet anders dan even de tijd nemen om al dit moois te bekijken. Het lijkt erop dat Bella slaapt en eigenlijk is het niet erg netjes wat ik doe maar ze lijkt erom te vragen, ik móet haar met bewondering bekijken. Wat is ze móóí geworden, met dat slanke atletieklijf van d’r. En ik kan er niks aan doen, dankzij de seks die ik afgelopen jaar had met mijn zusje en met de Italiaanse meisjes in Tignes en ook nog met wat andere meisjes is mijn pik erg levenslustig geworden, hij staat al weer op het punt zich ermee te bemoeien.
Juist op dat moment voelt Bella blijkbaar dat ze bekeken wordt want slaperig opent ze haar ogen. Als ze me dan ziet staan slaat ze met een chagrijnig gilletje haar handen voor haar borsten, tegen de achter mij staande zon inkijkend in om te zien wie haar in haar zonnebadje stoort. Maar als ze na wat turen ziet dat ík het ben vergeet ze dat ze bijna naakt is, springt ze van het zonnebed af en rent ze op me af. ‘Tim!’ joelt ze enthousiast en krult zich dan tegen me omhoog.
Ik ben toen ze nog in Holland woonden altijd veel bij hen thuis geweest. Daan en ik waren fietsmaatjes en na een lange tocht bleef ik nogal eens bij hen pitten en altijd was Bella er dan ook. Een beetje een verlegen meisje, nog net geen twee jaar jonger dan Daan en van jongs af aan hartstikke gek op mij. Ik heb me wel eens afgevraagd wat ik er toch mee aan moest maar Daan zei dan altijd: ‘ach joh, laat haar nou maar. Bella is net een hondje, als ze eenmaal besloten heeft dat ze je lief vindt loopt ze de hele dag om je heen te kwispelen. Daar moet je verder niks achter zoeken.’
Ja, dat was toen, toen Bella een sprieterig meisje was en ze verder niks bij me opriep. Maar moet je d’r nú zien, whow, hangt er ineens een bijna blote schoonheid om mijn nek die doet alsof alles nog hetzelfde is en er dus niks aan de hand is en die me helemaal plat knuffelt. Een beetje aarzelend sla ik mijn armen ook om haar heen en zo staan we dan, terwijl ik haar lijf tegen me aangedrukt voel. Strak en slank, want Bella doet dus fanatiek aan atletiek en dat is te voelen als ik haar zachtjes streel.
Zo staan we tegen elkaar geplakt en ik kan er maar niet over uit dat dít dat aanhankelijke meisje was, dat ik altijd wel lief gevonden heb maar dat toch niet meer was dan het jongere zusje van mijn beste vriend. Maar wat er nu gebeurt, whow, dit kan niet, ik voel hoe mijn pik vrij enthousiast op haar aanraking reageert en voorzichtig trek ik me iets van haar terug. Bella kijkt me aan, een beetje onthutst, en vraagt dan ‘ben je niet blij om me te zien…’
Zo zeg, wat moet ik hiermee. Ik besluit om maar te zeggen waar het op staat. ‘Juist wel Bella, ik ben héél erg blij om je weer te zien, maar ik kan er niks aan doen, mijn lichaam is dat ook en laat het nogal merken…’
Meteen kijkt Bella weer blij en opnieuw plakt ze zich tegen me aan, een beetje gemeen haar bekken tegen het mijne wrijvend. Ze geeft me een zachte zoen op mijn lippen en fluistert, minder verlegen met de situatie dan ik: ‘dat geeft toch niet, Tim, da’s heel natuurlijk hoor’ en pas dan maakt ze zich van me los en slaat ze de bandhanddoek waar ze op lag om zich heen. Pff, net op tijd…
Nieuwe Bella
Grotendeels in stilte lopen we samen terug naar de receptie, toch even onwennig, deze nieuwe Bella. Als ze me het huis van haar family heeft binnengelaten gaat ze zich eerst even douchen. Hoe dan ook, ik vind het superleuk om hier weer te zijn, al een paar keer heb ik geholpen met een weekje of wat te klussen en altijd is het daarna gezellig hier. Overal staan en hangen foto’s van Daan en Bella en nu inmiddels zijn er ook allerlei kiekjes verschenen van mensen die kwamen klussen, waar ik mezelf ook enkele keren op terugzie. En ook zie ik steeds meer foto’s van gasten waar de familie het blijkbaar goed mee kan vinden. Het lijkt me dat ze hier hun draai wel hebben gevonden.
Als Bella weer naar beneden komt heeft ze een ruim zittend joggingpak aangetrokken, haar natte haren op een staart. Hmm, daar is nu wel even verleiding vanaf, wel goed zo. ‘Slaap je hier vannacht?’ vraagt ze. ‘Nee, ik heb me voorgenomen om te kamperen, ik heb al een mooie plek gezien voor m’n tentje, niet zo ver van ‘jouw hut elf’ zeg ik met een knipoogje. Bella knipoogt terug en zegt dan ‘oké, ga ik daar in de hut slapen, voelt wel veiliger als je wat in de buurt bent.’ So be it en even later gaan we samen terug die richting uit om mijn kampementje in te richten.
De plek die ik kies ligt in een bocht van een smal bergstroompje en Bella vraagt: zou je dat wel doen? Het kan hier behoorlijk spoken.’ Nou, dat zie ik eerlijk gezegd niet voor me maar voor de zekerheid haal ik een schop uit hut elf en graaf ik aan de bergopwaarts-zijde van m’n tent een greppeltje, waarna ik het verstevig met wat stenen. Als m’n tent naar tevredenheid staat en mijn spullen erin liggen zet ik mijn fiets in de berging van de hut.
We lopen terug naar de receptie omdat die nu een uurtje open moet, het is bijna zes uur. Als dat klaar is kleedt Bella zich om en opnieuw maakt ze indruk op me, zoals ze er nu uitziet in haar jurkje met spijkerjackje. Ik kan bijna niet geloven dat zo mooi is geworden. Op Bella d’r fiets kachelen we naar Niederensill, het grotere dorp verderop, waar je volgens Bella in ‘die Libelle’ best lekker kan eten. Ik heb er zin in, ik ben hongerig en ík trakteer.
Achteraf bekeken is het hele etentje één grote nieuwe kennismaking geweest. Het bleek dat ik Bella eigenlijk totaal niet kende, altijd al dacht ze veel over dingen na maar nu pas merk ik dat op. Ze is niet alleen leuk en knap maar ook heel slim geworden, er is echt niks waar ze niet over mee kan praten. En wat haar vooral bezig houdt is het klimaat, alles wat haar ouders willen doen op de camping moet wat betreft Bella helemaal klimaatvriendelijk en duurzaam zijn, daar zit ze als een havik boven op. Zo hebben bv. alle hutten een eigen energiesysteem met zonnepanelen en als de zon niet schijnt, nou jammer voor de klanten, dan maar koud douchen en de kaarsen aan. Een hele nieuwe wereld voor mij, nooit zo mee bezig geweest op mijn fietsje.
Al pratend komt er van alles langs, ook ik vertel haar over wat míj zoal bezig houdt, zoals de wielrennerij en nu mijn opleiding verpleegkunde. We zijn allebei erg geïnteresseerd in elkaar en uiteindelijk, als we enkele glaasjes wijn op hebben, wordt het ook steeds gezelliger. En daardoor komt het misschien wel dat Bella op de terugweg, achterop zittend met haar benen aan een kant, dicht tegen me aan kruipt, haar armen om mijn middel slaat en ik dan voel dat ze haar hoofd tegen mijn rug laat steunen. ‘Mmm, wat beweeg je lekker’ zegt ze na een minuutje of wat, ‘ik zou zo in slaap kunnen vallen.’
Terug op de camping bij hut elf nemen we een beetje verlegen afscheid, we voelen allebei dat het fijn is weer bij elkaar te zijn maar dat alles wel anders is geworden dan vroeger, het vanzelfsprekende is er vanaf. Zo staan we dus even te klungelen maar dan hakt Bella de knoop door, ze geeft me een warme zachte zoen vol op mijn mond en weg is. Ik voel me een beetje sukkelig, dat dit me zo overkomt, ‘man van de wereld’ die ik ben. Nou ja, morgen weer een dag. Eenmaal in mijn tentje duik ik snel mijn bed in en luisterend naar het murmelende water van het stroompje en terugdenkend aan de aparte avond met Bella slaap ik al snel in.
Go with the flow
Ik word wakker van een soort van getikkel. Het duurt even voor ik besef waar ik ben en wat er gebeurt maar dan komt het binnen, oh ja, tentje en het regent dus blijkbaar. Gezellig klinkt dat, ik kan me nog herinneren hoe fijn dat vroeger was toen we met mam en pap en m’n zusje kampeerden, cosy weggedoken in onze slaapzak. Een tijdje lig ik er naar te luisteren maar na niet al te lange tijd wordt het getikkel meer een stevige roffel, zo zeg, de sluizen gaan geloof ik open. Chilled duik ik dieper mijn slaapzak in, lekker, mijmer ik, binnen is het warm en buiten regent het.
Maar zo rond het moment dat ik opnieuw soezerig word is er een ander geluid dat me weer helemaal wakker maakt. Al snel besef ik dat dat het ‘stroompje’ is waar ik zo gezellig bij in de buurt ben gaan staan. En dat het wel eens zou kunnen zijn dat Bella gelijk had dat ik misschien een niet zo’n slim plekje heb opgezocht. Mijn hoop is nu helemaal gevestigd op het greppeltje dat ik boven langs mijn tent heb gegraven, maar tegelijk besef ik dat dat natuurlijk toch wel ijdele hoop is als er veel water tegelijk van de helling omlaag komt.
En precies dat is wat er aan het gebeuren is. Nog maar een paar minuten later voel ik hoe er water onder het kuipzeil van mijn tent doorstroomt. Gelukkig is het grondzeil goed hoog en waterdicht, maar inmiddels voelt dit toch wel heel oncomfortabel, het regent nog steeds loeihard dus hoe gaat dit verder? Ik besluit het zekere voor het onzekere te nemen, snel stop ik zoveel mogelijk van mijn spullen terug in mijn rugzak, doe mijn hoge bergschoenen aan en werk me met spullen en al het nu ineens wel erg krappe tentje uit.
En al terwijl ik de rits nog dichtmaak ben ik zeiknat. In mijn slaapjoggingbroek en -shirtje strompel ik door de stromende regen, door de modder en over allerlei ineens lomp in de weg liggende stenen richting hut elf. Waar ik tot mijn grote geluk al het licht aan zie gaan en als dan de deur opengaat nog voor ik er ben zie ik Bella staan, kleumend met alleen maar een shirtje en broekje aan. ‘Kom maar gauw binnen, Tim!’ Ik had niet kunnen bedenken dat ze zó gelijk zou krijgen en dat ik zó blij zou zijn haar te zien en om bij haar onderdak te vinden…
Fijn dat je dit verhaal leest! Wat vind je ervan?
Liefs. Zara
Echt opwindend en er is nog niet veel gebeurd……
Op naar het tweede
Mooi verhaal van het weerzien met de zus van je kameraad
2 jaar eerder geplaatst op Opwindend als hoogtemeters?
Klopt. Daar heet ik Zazie 🙂
Wanneer komt het vervolg? Wat gaat er allemaal gebeuren in nummer 11?
Tim is nat, gaat hij Bella ook nog nat maken?
Je schrijft lekker leesbare verhalen. Heerlijk geil ook. Hopelijk komt er een vervolg.
Visueel geschreven, heerlijk. Op naar deel 2
Heerlijk opwindend spannend weer. Hoop op een snel vervolg!
Kijk uit naar het geile vervolg verhaal, hopelijk komt deze snel