GROTE LIEFDE
De stilte in de feestzaal is niet onterecht, want ze is een schóónheid geworden, het lelijke meisje groeide tot een prachtige mooie vrouw. Met haar voor deze zuidelijke landen lange rechte postuur, haar bijzondere witte huid, haar blauwe ogen en haar gouden haren is ze zo totaal anders dan de honderden donkere schoonheden die hier bij elkaar verzameld zitten…
Zoals het de gewoonte is kniel ik op de grond en buigt me dan voorover tot mijn voorhoofd de grond raakt, in die houding blijvend tot de Sultan me toestemming geeft overeind te komen. Maar die toestemming komt er niet direct want geïrriteerd zegt de Sultan tegen de wachter dat hij nu geen nieuwe vrouwen ontvangt. ‘Excuseert u mij hoogheid, maar dit is de kokkin waarom u vroeg.’ Bij die woorden gaat er een zacht gegons van stemmen door de zaal en dan gebiedt de Sultan mij om op te staan.
Het is wel duidelijk dat niemand van de haremvrouwen in de zaal mij heeft herkent, en dat geldt ook voor Murat, die een beetje onverschillig naast zijn vader in de kussens ligt, met achter zich de vrouwen van zijn nog kleine harem. Pas als de sultan me opdraagt mijn sluier te laten zakken zie ik hoe Murat’s ogen groot worden van verbazing. Hij komt haastig overeind tot hij rechtop zit en fluistert op vragende toon: ‘Musli?’ Bijna onmerkbaar knikt ik, terwijl mij de tranen achter de ogen branden. Ik ben gelukkig omdat ik eindelijk mijn jeugdvriendje weerzie en hij me nog herkent, maar tegelijk ben ik verdrietig omdat ik zie dat ook hij al meerdere vrouwen heeft.
De Sultan ontgaat dat alles echter, hij neemt ondertussen het woord en tot mijn geluk complimenteert hij me dat het eten bijzonder goed was. Als hij dan vraagt hoelang ik al kokkin ben licht ik toe dat ik de eerste assistente van de kokkin ben en dat zij mij voor het eerst de verantwoordelijkheid gaf voor deze maaltijd. Na die toelichting maakt de Sultan een dankend gebaar en kan ik vertrekken. Het is later die avond, de keuken is net helemaal aan kant gemaakt, als er een wachter verschijnt die me zegt met hem mee te komen, in opdracht van Prins Murat…
Geluk zit in een klein hoekje
Eenmaal in zijn vertrekken blijft ik verlegen afwachtend staan maar Murat loopt met grote passen op me af en trekt mij in een omhelzing tegen zich aan. Even blijft het stil en dan zegt hij, me aankijkend: ‘ik heb je zó gemist, was je al die tijd gewoon in het paleis?’ Ik kan alleen maar knikken, omdat ik weet dat als ik ga praten ik meteen moet huilen. Maar Murat is me voor want de tranen stromen al over zijn wangen en dan komen ze bij mij ook los.
Snikkend houden we elkaar vast tot onze tranen op zijn, voorzichtig beginnen we elkaar dan te knuffelen. Hoe anders is het om deze al bijna volwassen man tegen me aan te voelen, in plaats van de lange magere jongen die me af en toe probeerde te strelen, in die tijd dat we elkaar nog konden ontmoeten. ‘Wat ben je mooi geworden, Asli, kom bij me wonen’ fluistert hij in mijn oor, terwijl hij zijn handen over mijn hele lichaam laat gaan. Een korte tijd laat ik dat toe maar dan maak ik me van hem los en zeg: ‘het spijt me hoogheid, maar ik kan dit niet. Ik wil graag uw kokkin zijn maar ik kan niet in uw harem komen wonen…’
Ik ben een beetje angstig over zijn reactie en dat is niet onterecht, want ik zie de boosheid in zijn ogen opvlammen. ‘Dat maak jij niet uit Asli’ klinkt het dan en het is alsof ik in een diep duister gat val. Déze vriend wil ik niet. Wat er ook van moge komen, ik maak een buiging, draai me om en loop dan weg. Maar Murat komt meteen achter me aan, pakt me bij een arm, draait me naar zich toe, klemt me tegen zich aan en sist dan: ‘waarom niet? Daar werd je toch voor opgeleid, om mannen te behagen?’
Zonder hem aan te kijken vertel ik hem open en eerlijk dat ik er altijd al verschrikkelijk tegenop zag om een harem in te moeten, dat ik nu als kokkin veel meer op mijn plaats ben. Ook vertel ik dat ik hem nooit dag in dag uit met andere vrouwen zou kunnen en willen delen. En tot slot vertel ik hem van mijn afkomst, dat ik misschien een prins als vader heb en graag naar Engeland wil om te kijken of hij nog leeft.
Terwijl Murat me vasthoudt voel ik hoe de boosheid uit hem wegvloeit en hoe zijn greep tederder wordt. Het maakt dat ik nu voluit tegen hem aan durf te leunen, terwijl hij ondertussen liefkozend mijn haren en mijn gezicht streelt. Dit beetje geluk wat ik nu ervaar al is genoeg voor me, dat hij zoals vroeger weer naar me luistert en stopt met me te dwingen…
Thuis komen
Terwijl ik zo in stilte tegen Murat geleund sta voel ik dat er iets tussen ons verandert. Alsof de afstand die er tussen ons was ontstaan als ijs in de zon wegsmelt, waardoor het bij hem zijn voelt zoals in de tijd dat we samen de holle ruimte onder de struik als onze schuilplaats gebruikten. Alsof we ook nu weer bij elkaar schuilen, zo beleef ik het bijna. Want niet alleen voor mij is dit heftig, aan alles merk ik dat ook Murat zichzelf weer een stukje terugvindt zoals hij enkele jaren terug was, nog niet beïnvloed door de komst van zijn eerste vrouwen of door de macht die zijn vader met hem is gaan delen.
Ineens wéét ik gewoon dat ik hem deze avond helemaal voor mezelf wil hebben, want misschien komt dit moment wel nooit meer terug. Ik realiseer me dat hij dan de eerste man wordt die me zal bezitten, en dat is precies wat ik wil. Ik maak me een beetje van hem los zodat ik hem aan kan kijken en fluister dan ‘…kom.’ Waarna Murat geen enkele aansporing meer nodig heeft, hij tilt me op en loopt met me naar een hoek die vol comfortabele kussen ligt en daar zet hij me weer op mijn voeten.
Vervolgens kleedt hij me langzaam uit en al snel, nadat hij mijn opper- en onder-gewaden heeft verwijderd, sta ik bloot voor hem. Hij bekijkt me met een intense blik, waardoor ik opnieuw bang wordt dat hij me zal afwijzen. Ik ben immers zó anders dan al die andere mooie vrouwen hier. Maar als snel neemt Murat die angst weg: ‘wat ben je mooi geworden Asli, en wat ben ik blij dat ik je weer bij me heb. Het is bijna alsof ik altijd wel geweten heb dat jij dit mooie meisje zou worden.’ Waarna hij me neerlegt op de kussens en zichzelf ook uitkleedt.
Ik voel me ongemakkelijk zoals hij me eerst een tijdje staat te bekijken en daarna ook zijn kleding aflegt, waardoor ik voor het eerst de staf van een man te zien krijg. Min of meer automatisch druk ik mijn benen tegen elkaar, terwijl ik heel goed weet dat het Murat juist te doen is om het gleufje daartussen. Moet ik ze openen en hem direct toelaten? Moet ik ze gesloten houden en hem verleiden? Bezorgd over hoe dit verder moet kijk ik Murat aan terwijl hij naast me komt liggen. Maar dan lost hij het spannende moment op door me kusjes te geven, overal op mijn gezicht.
‘Wat ben je mooi, Asli’ zegt hij dan, ‘zo anders dan de haremvrouwen die mijn vader als een begin voor een eigen harem aan mij doorgaf. Het is net of je ogen nog blauwer zijn geworden en alsof je haren zijn gemaakt uit pure lichtstralen’, waarna hij bewonderend een handvol van mijn haren optilt en ze daarna weer uit laat waaieren. En dan gniffelt hij, terwijl hij mijn borsten streelt: ‘maar deze mogen nog wel een beetje groeien.’ Ik kan het niet laten en reageer: ‘oh, nou, ik vind het niet erg hoor dat als ik sta ik mijn tenen nog kan zien’ waarna hij hartelijk lacht, fijn wel om zijn lichaam zo met die lachschokjes tegen het mijn te voelen bewegen.
Dan komt hij op me komt liggen en dwingt hij mijn benen uiteen met zijn heupen. Terwijl hij zijn staf in gereedheid brengt voor mijn schoot om binnen te treden vraag ik me af of ik dit nu zo maar moet ondergaan? Weet hij wel dat het voor mij de eerste keer is?
Ik besluit er iets over te zeggen want vroeger waren we ook altijd open tegen elkaar. En terwijl ik mijn benen ondanks Murat die er tussen ligt zo dicht mogelijk bij elkaar probeer te houden zeg ik zachtjes: ‘… Murat?’ Als hij me dan aankijkt: ‘… ik ben een beetje bang. Wat ga je nu doen?’
Stomverbaasd kijkt hij me aan, alsof het nog nooit in hem is opgekomen dat het voor een vrouw spannend is als een man voor het eerst bezit van haar neemt. Ik zie aan zijn reactie dat hij eerst weer boos wordt, alsof ik hem niet toe wil laten, maar dat is het helemaal niet. Ik sla daarom mijn armen om hem heen, probeer mijn benen zoveel mogelijk te ontspannen en zeg dan dat ik het spannend vind maar dat hij wélkom is.
Lievelingsvrouw
Dat verzacht hem. Als reactie gaat hij van me af en haalt hij verderop in zijn kamer uit een kastje een flesje elixer of olie of wat het ook is. Daar doet hij wat van op zijn hand en wrijft het daarna uit over de toegang naar mijn buik en de lipjes aan weerszijden daarvan. Eerst voelt het alleen maar fijn, dat hij me daar zo aanraakt en glad maakt, maar algauw begint het tussen mijn benen ook een beetje te gloeien, te tintelen, alsof er hele kleine naaldjes in me prikken. Het roept een behoefte op dat ik daar nog meer wordt aangeraakt en als reactie doe ik mijn benen verder uit elkaar, als teken dat Murat kan komen. Tegelijk voel ik hoe mijn angst als ijs in de zon verdwijnt en hoe er een intense behoefte voor in de plaats komt om Murat te behagen.
Opnieuw komt hij op me liggen, waarna ik voel hoe hij zijn staf tussen de lippen van mijn toegang plaatst en zich dan langzaam maar zeker bij me naar binnen schuift. Als hij halverwege is doet het pijn maar daar lijkt Murat zich niet van bewust, hij duwt stevig door en even later voel ik hoe zijn buik de mijne raakt, hij zit dus helemaal in me zit. Met een diepe zucht van blijdschap ontspan ik me zoveel mogelijk, ik doe mijn benen nog wat verder open, om Murat zo volledig mogelijk te ontvangen.
Dan komt Murat omhoog, leunend op zijn armen kijkt hij me aan en zegt dan, heel lief: ‘ohw Asli, pas nu snap ik wat het is om een lievelingsvrouw te hebben. Ik voel dit helemaal niet bij de vrouwen die ik van mijn vader kreeg, maar nu ik jou heb begrijp ik wat het is, het is zó fijn om bij je te zijn.’ Als antwoord sla ik mijn armen om hem heen en trek hem dan weer tegen me aan, zodat hij niet alleen met zijn staf in me is maar we ook verenigd zijn in het contact dat onze lichamen met elkaar hebben. Alles is éen grote zintuig geworden.
Dan begint hij te bewegen en verlicht hij daarmee de tintelingen die het elixer tussen mijn benen veroorzaakt. Hoe meer hij beweegt hoe fijner het voelt en hoe hárder hij beweegt hoe meer de tintelingen lijken te veranderen in Al-Djannah, in het paradijs dat Allah ons heeft beloofd. Ik wist echt niet dat we dat ook al konden binnengaan tijdens ons leven…
Murat gaat eindeloos lang in me op en neer waardoor we nog meer dan vroeger écht contact met elkaar krijgen, niet alleen via onze hoofden, niet alleen met onze lichamen maar ook dankzij de verbinding die we met zijn staf in het diepste van mijn buik hebben. Het is alsof hij Allah’s paradijs bij me naar binnen heeft gebracht, waardoor het voelt alsof ik álles ervaar in mijn lichaam, alsof alles in me zich met Murat lijkt te verbinden. Niet veel later maak ik een extase door die het mooiste is wat ik tot nu toe ooit in mijn leven heb beleefd. En volgens mij beleeft Murat hetzelfde, hij gaat steeds harder in me op en neer en uiteindelijk zakt hij kreunend op me neer, steeds weer ‘… Asli …Asli’ herhalend.
Terwijl we tot rust komen blijft Murat met zijn staf in me en niet veel later begint hij opnieuw in me te bewegen. En wéér vind ik het heerlijk zoals hij me naar een volgende extase brengt. Een groot deel van de nacht gaat het zo door, tot we uitgeput naast elkaar in slaap vallen. Ik word zoals altijd wakker van het gekraai van de hanen die overal rond het paleis lopen en omdat ik in de keuken aan de slag moet kleed ik me zonder Murat wakker te maken aan. Nog even geniet ik van het kijken naar zijn mooie blote lichaam, waarvan de staf nu vredig op zijn rechterdij rust, hij is zó’n mooie man geworden. Dan glip ik zijn vertrekken uit.
Lieve vrede
Terwijl we met man en macht bezig zijn met het klaarmaken van het ochtendmaal voor de vele honderden inwoners van het paleis komt er alwéér een wacht van Murat me ophalen. Ik kijk de kokkin aan die ‘nee’ schudt, maar als ik dan zeg dat het te druk is trekt de man zijn zwaard, waarna er me niet veel keuze over blijft. Ziedend van woede loop ik achter hem aan. Terug in de vertrekken van Murat ligt hij nog steeds bloot in de kussens, openlijk naakt en met zijn harde staf in de aanslag. Hij wenkt dat ik naderbij moet komen en vraagt geïrriteerd: ‘wie gaf je toestemming te vertrekken, Asli? Kom, ik wil nog een keer mijn staf in je brengen.’
Ik besef dat dit blijkbaar de andere kant van Murat is, de verwende Murat die tegenwoordig in alles zijn zin wil hebben en ook krijgt. Maar hij kan me wat, ik loop op hem af en wijzend op zijn gretige staf sis ik spinnijdig: ‘steek die maar ergens anders in! Als jij zo doet bezit jij me helemaal nóóit weer, heb je dat begrepen? Waar heb je de lieve Murat die je was gelaten? Ga maar eens naar hem zoek!’ Meteen daarna draai ik me om en loop richting de uitgang, recht op het geheven zwaard van de wachter af. ‘Steek me maar dood, dan ben ik meteen hiervan verlost’ blaas ik hem als een woeste kat toe terwijl ik al bijna aan het zwaard word geregen. ‘Wachter stop!’ brult Murat, waardoor die zijn zwaar meteen terugtrekt, en weg ben ik.
X. Zara
Emancipatie ten top, mooi.
Gaat weer lekker, Zara