BDSM artikelen, erectiepillen of gewoon iets voor de fun?Zoek erotische hulpmiddelen in onze vertrouwde webshop

Het Gelaarsde Katje (1/2)

HALFZUSJE

Nooit had ik kunnen vermoeden dat mijn leven zó anders zou verlopen.
Het begon op de dag dat mijn vader zei: ‘Jeannot, ik heb een belangrijke opdracht voor je. In het bos aan de rand van het moeras wonen de genezeres van ons dorp en haar dochtertje, en zij hebben hulp nodig. Je twee oudere broers kan ik hier bij de molen niet missen, zou jij hen een paar keer per week willen gaan helpen?’ Nou, daar hoef ik geen moment over na te denken, even wat anders dan met bossen graan of zakken meel te moeten sjouwen.

Zonder dat het in me opkomt te vragen waarom vader nou juist deze vrouw wil helpen ga ik op pad en na ruim een half uur lopen vind ik het huisje. Als ik aanklop en de deur wordt geopend zie ik een mooi jong meisje. Ietsje jonger dan ik, lijkt me en zó aandoenlijk met die laarsjes aan haar voeten, echt lief om te zien…

Vertelster

“Rond het midden van de negentiende eeuw woonde in het dorpje Weidingen in het Groothertogdom Luxemburg een molenaar met zijn drie zonen. Bij de geboorte van zijn derde zoon, Jeannot, stierf zijn geliefde vrouw in het kraambed en stond hij er helemaal alleen voor. De watermolen vroeg altijd al veel aandacht en daar kwam na de dood van zijn vrouw ook nog eens de opvoeding van zijn drie jongens bij. Maar, hoewel het zwaar was voor de molenaar lukte het hem om zowel de molen draaiend te houden als zijn jongens op het goede pad te krijgen en ook te houden.

Wat hem daarbij erg hielp was dat Jeannot zo’n vrolijke ongecompliceerde jongen was. Al vroeg leerde hij viool spelen en met zijn spel én met zijn zonnige karakter wist hij altijd vrolijkheid in het molenaarsgezin te brengen. Zelfs zijn oudere broers, die hem soms ook wel erg konden plagen, waren gek op hem, talloze keren vroegen ze hem om de avonden op te vrolijken met zijn opgewekte vioolmuziek en gezang daarbij.

Tussen al zijn werk en de opvoeding van de jongens door lukte het de molenaar om zich ook nog op een nieuwe liefde te richten. En zo gebeurde wat zijn zonen niet mochten weten, hij kreeg enkele jaren na de geboorte van Jeannot met zijn nieuwe maar geheime geliefde een dochtertje, Chatelaine. Omdat ze zo fijngebouwd was werd het algauw ‘petit chat’, Katje.

Katje groeide voorspoedig op en met haar lichaam groeide de maat van haar laarsjes mee. Want die droeg ze altijd, vanwege het moeras dat voortdurend op de loer lag, maar ook omdat ze die gewoon fijner vond dragen dan schoenen. Naarmate ze ouder werd maakte haar moeder, die zowel zieneres als genezeres was, langzaam maar zeker katje duidelijk dat ze ook over die gaven beschikte en hoe ze die als ze ouder was zou kunnen gebruiken.

Vanuit de verre omtrek maakten talloze mensen gebruik van de diensten van de zieneres, om in de toekomst te kijken of om ergens van genezen te worden. En bijna altijd kon zij mensen ook echt van dienst zijn. Helaas kon zij zichzelf niet genezen van een slopende kwaal, die veroorzaakt werd door de vochtige omgeving van het moeras en die haar botten en gewrichten langzaam maar zeker verstijfde, waardoor ze bedlegerig werd. Al vaak bood de molenaar haar aan een ander huis voor haar te zoeken, maar ze kon de kruiden die bij het moeras groeiden niet missen voor haar praktijk, ze moest en zou daar blijven wonen.

En zo kwam het dat de molenaar zijn jongste zoon op pad stuurde om haar te gaan helpen. Er gingen enkele jaren voorbij, en al die tijd was Jeannot meerdere keren per week bij Katje en haar moeder te vinden, om alle voorkomende klusjes te doen. Het werd steeds duidelijker dat Katje en Jeannot elkaar goed lagen en hoewel ze zelf niets in de gaten hadden begonnen ze ook steeds meer op elkaar te lijken, als waren ze een tweeling. Beiden niet erg groot, beiden even lange bijna gitzwarte haren, beiden donkerbruine sprekende ogen met kleine pretlichtjes erin, beiden een fijn besnaard gezicht. En hoewel het Jeannot wel opviel dat Katje haar moeder hen beiden regelmatig lang bekeek, kwam het niet in hem op om naar het waarom te vragen.

Op een dag werd de molenaar plotseling ernstig ziek en al spoedig werd helaas duidelijk dat hij niet lang meer te leven had. Hij riep alle drie zijn zonen bij zich en vertelde hen dat hij de molen na zou laten aan de oudste zoon, dat de middelste zoon de ezel, de paar koeien en de geiten kreeg zodat hij een kleine boerderij kon beginnen en tot slot dat de jongste zoon… tja, hem kon hij niets nalaten en daarom vroeg hij Jeannot zijn intrek te nemen bij Katje en haar moeder.

Nog steeds had Jeannot er geen enkel idee van dat Katje zijn halfzusje was. Opgewekt en blijmoedig als hij was vroeg hij nergens naar, hij vond het plezierig om bij het mooie meisje en haar moeder te zijn en kort na de verdrietige dood van zijn vader trok hij bij hen in. Ook Katje vond het fijn dat hij bij hen kwam wonen, het was eenzaam in het bos en de vrolijke Jeannot was meer dan welkom. Met zijn opgewekte karakter verdreef hij steeds weer alle sombere gedachten en omdat hij ook nog eens prachtig viool speelde en zong wist hij Katje en haar moeder altijd weer op te vrolijken.

Maar ook hier gebeurde het onvermijdelijke verdrietige, de bedlegerige moeder van Katje stierf een jaar nadat Jeannot bij hen kwam wonen. Kort daarvoor riep zij Katje aan haar bed en vertelde zij haar over de gaven die ze bezat om mensen te kunnen doorzien en hoe ze hen daarmee van dienst kon zijn. Ook vertelde ze Katje dat Jeannot haar halfbroer was en toen het meisje daar geschokt op reageerde vertelde haar moeder haar dat ze dat bewust altijd had verzwegen, omdat het een doel zou dienen dat nog in de toekomst lag. En ook Katje vroeg ze er niets over tegen Jeannot te zeggen. Tot slot gaf ze Katje een elixer en het recept daarvan. Ze zei haar daar iedere dag wat van in te nemen, om te voorkomen dat ze kindjes zou krijgen. Waarna ze haar dochtertje vervolgens alles uitlegde over de liefde van man en vrouw en hoe daar kindjes uit voort kunnen komen..

Omdat door de dood van haar moeder alle inkomsten uit haar praktijk van zieneres en genezeres wegvielen konden Jeannot en Katje al gauw de pacht van het huisje niet meer opbrengen. Inmiddels was Jeannot achttien en Katje zestien en toen hij haar voorstelde samen met hem de wijde wereld in te trekken hoefde ze daar dan ook niet lang over na te denken. Alles wat ze nodig hadden pakten ze in een duwkar en zo gingen ze op pad, Katje op de vrolijk gekleurde laarsjes die ze nog steeds het liefste droeg en Jeannot met zijn geliefde viool op zijn rug. Nadat ze afscheid namen van zijn broers vertrokken ze eerst maar eens richting Diekirch, een tocht van een dag of drie, en daarna zouden ze wel weer verder zien…”

De wereld en elkaar ontdekken

Of het nou komt omdat ze niet meer in hun vertrouwde omgeving zijn is niet helemaal duidelijk, maar feit is dat Jeannot pas nu ze samen op pad zijn en steeds samen optrekken ontdekt hoe mooi Katje is. En vooral ook, hoe aantrekkelijk hij haar vindt. Als ze de eerste nacht van hun trektocht doorbrengen in een boerenschuur, nadat ze de boer hielpen met wat klusjes, kleedt katje zich waar Jeannot bij is onbekommerd uit. Ze zwommen zo vaak samen in het bosmeertje, altijd weer bloot, dat Katje niet anders gewend is, maar voor Jeannot is het net alsof dit keer bij de aanblik van het naakte meisje de bliksem inslaat.

Voor het eerst vallen hem de prille borstjes van Katje op en merkt hij op dat er haartjes tussen haar benen zijn gaan groeien. Voor het eerst ook voelt hij hoe zijn eigen jongenslans zich opricht bij de aanblik van het meisje. Met zijn ogen drinkt hij haar lichaam in, hoe ze haar lange kleedje over haar hoofd uittrekt waardoor haar borstjes strak komen te staan, hoe ze een beetje met haar lijf kronkelt omdat het lijfje van haar jurk wat strak om haar hoofd zit. En al die tijd heeft Jeannot daardoor zicht op haar lichaam, bloot, zoals dat zonder ook maar een greintje ondergoed van onder haar jurkje tevoorschijn komt. Op een of andere manier maken de laarsjes die ze nog steeds aan heeft haar zelfs opwindend, alsof de laarsjes als twee rode pijlen de weg omhoog wijzen…

Pas als het Katje is gelukt haar jurkje helemaal uit te trekken valt het haar op dat Jeannot naar haar staat te staren en voor het eerst wordt ze verlegen onder zijn intense blik. Snel kruipt ze tussen de dekens die ze op het hooi hebben uitgespreid, nu toch ook wel nieuwsgierig toekijkend hoe op zijn beurt Jeannot zich uitkleedt. Als ze zijn jongenslans tevoorschijn ziet komen, die ze al zo vaak zag, altijd klein en verschrompeld door het koude water, is ze verbijsterd hoe groot hij nu is. Hard en stijf staat de staaf van vlees vanuit Jeannot zijn buik omhoog, en omdat Katje wel weet waar die voor dient, voelt ze een intense kriebel in haar onderbuik, of, om nog preciezer te zijn, tussen haar benen.

Voor het eerst zullen ze samen in één slaapplek de nacht doorbrengen en als Jeannot eenmaal naast haar onder de deken stapt blijft het muisstil tussen hen. Eerst liggen ze een tijdje verlegen op hun rug te zwijgen, daarna keren ze elkaar de rug toe. Maar van slapen komt het amper, zuchtend draaien ze zich om beurten om en pas na enkele uren zijn ze allebei zo moe dat hun ogen dichtvallen.

De volgende dag trekken ze verder en al snel blijkt dat het spontane vriendschappelijke tussen hen is verdwenen. Een beetje aftastend draaien ze om elkaar heen, niet goed wetend hoe dit verder moet. Een tijd lang lopen ze zwijgend naast elkaar, tot het Katje teveel wordt als ze na enkele uren bij een beekje een rustpauze nemen. Ze wil zich opfrissen maar aarzelt om zich uit te kleden. En dan vraagt ze haar maatje wat er toch gaande is: ‘wat gebeurt er met ons, Jeannot? Ik wil me opfrissen maar durf me niet meer uit te kleden. Wordt jouw lans dan weer hard?’ Jeannot moet er om grinniken, het komt er zo lief maar ook zo eerlijk uit.

‘Ik weet het niet Katje, hij doet tegenwoordig waar hij zin in heeft. Ik zag jou gisteravond bloot en dan kan ik er niks aan doen, dan groeit hij meteen, omdat ik je zo mooi vindt…’
Katje giechelt als reactie, zegt dan dat ze Jeannot ook mooi vindt en dan hakt ze de knoop door, ze trekt haar jurkje uit en voor Jeannot het beseft waadt ze door het beekje, op zoek naar een dieper deel om een bad te nemen. En opnieuw beseft hij hoe mooi ze is, zoals ze daar in het water staat, het driehoekje donkere haartjes tussen haar benen nog net zichtbaar, haar platte beweeglijke buik, haar ronde borstjes met de donkere tepels erop, haar lieve gezichtje met de grote bos bijna zwart haar die ze voor het baden uit hun staart heeft gehaald en nu los om haar gezichtje hangen. Dan kleedt ook Jeannot zich uit en even later zijn ze toch weer als vanouds samen aan het spetteren.

Wat moet gebeuren gebeure

Als ze naderhand naast elkaar op een deken in het zonnetje liggen te drogen vertelt Katje dat ze hierover een droom heeft gehad: ‘mijn mama vertelde me dat ze vaak kon zien wat er te gebeuren stond en dat alle vrouwen in onze familie die gave krijgen.’ Terwijl Katje dit vertelt draait Jeannot zich op zijn zij, om haar goed aan te kunnen kijken. En natuurlijk ook om haar mooie lichaam te kunnen bewonderen, dat nu open en bloot naast hem ligt. Als Katje zwijgt vraagt hij: ‘wat heb je dan gezien?’

Katje is nog even stil, aarzelt, alsof ze naar woorden moet zoeken, dan: ‘het was niet zo heel duidelijk maar al toen mama nog ziek was wist ik op een of andere manier dat jij en ik de wereld in zouden trekken, en dat ons een heel bijzonder avontuur te wachten staat.’ En dan, hem aankijkend: ‘en ik zag ook wat we nu gaan doen…’ Als Jeannot haar dan vragend aankijkt neemt ze zachtjes zijn harde lans in haar hand: ‘ik heb gezien dat je deze bij mij naar binnen gaat doen.’

Meer aansporing heeft Jeannot niet nodig. Hij had nog nooit iets met een meisje, maar zijn oudere broers hebben hem genoeg verteld over wat er tussen vrouwen en mannen gebeurt om nu te weten wat hij moet doen. Hij buigt zich over Katje en kust haar. En dan legt hij zijn hand over een van haar borsten, het eerste wat hij namelijk aan haar wil voelen is de vorm en de zachtheid daarvan. Ze zijn nog niet groot maar voor Jeannot zijn ze perfect, bewonderend streelt hij ze allebei en als dan haar tepels verstijven kijkt hij Katje aan en vraagt hij: ‘voelt dat fijn?’ Katje knikt, zwijgend, ze ondergaat de aanraking van Jeannot terwijl ze hem in zijn ogen kijkt, die zo op de hare lijken. En hoewel Katje weet wat er gaat gebeuren zegt ze nog steeds niet dat ze zijn halfzusje is. Haar moeder vroeg haar het stil te houden tot het goede moment daar zou zijn en Katje voelt aan dat dit nog niet dat moment is. Dus zwijgt ze en laat ze gebeuren wat er moet gebeuren…

Het poesje van Katje

Behoedzaam legt Jeannot zich over Katje heen en kust haar dan voor het eerst zoals mannen en vrouwen elkaar kussen. Als hij zijn lippen in contact heeft gebracht met de hare friemelt hij zich met zijn tong bij Katje een weg naar het binnenste van haar mond. Vanaf dat moment zoenen ze elkaar met alles wat ze in zich hebben en kunnen ze er meteen ook niet meer mee stoppen. Hun tongen verkennen elkaar en alle ruimte er omheen, ze proeven van elkaar, genietend van het spel van de lekkere smaakjes die ze aan elkaar doorgeven.

Na een tijdje opent Jeannot de benen van Katje door er tussen te gaan knielen en ze daarna nog wat verder uit elkaar te duwen. Voor het eerst ziet hij dan het gleufje van een meisje, haar poesje, zoals zijn broers het soms ginnegappend noemden. Jeannot realiseert zich dat dit wel heel toepasselijk is, het poesje van Katje…

Hij ziet twee lipjes die lijken op die van haar mond, en daartussen is haar gleufje te zien, de lichtroze en wat glinsterende ingang naar haar buik. Hij zet zijn jongenslans voor haar gleufje en duwt zich dan een kleine stukje bij Katje naar binnen. Het gevoel dat hij dan krijgt bevangt hem bijna, pas nu begrijpt hij goed waarom hij die lans kreeg, dat er niets mooiers en fijners is dan om er een meisje mee binnen te gaan en met haar samen te zijn.
Als Katje zachtjes kreunt vraagt Jeannot of het pijn doet: ‘nee’ antwoord Katje, ‘maar het is wel vreemd wat je nu doet. Moet je daar met die hele staaf naar binnen?’ Als Jeannot dat bevestigt vraagt ze hem om het dan wel heel voorzichtig te doen.

En dat doet Jeannot, stukje voor stukje schuift hij zich bij katje naar binnen en hoewel het op een gegeven moment bijna niet meer lukt zit hij na enkele keren wat harder duwen nu toch zo diep in haar dat hun bosjes haar daar beneden elkaar raken.
Een paar keer vertrok Katje haar gezicht, zei dan dat het pijn deed en nu hij helemaal in haar is houdt Jeannot zich een tijdje stil, om niet alleen haar maar ook zichzelf te laten wennen. Hij kan zich niet herinneren ooit iets zó fijns te hebben meegemaakt. Rond zijn lans voelt de buik van Katje nauw en warm en zacht, het is voor hem alsof Katje zijn lans koestert en omhult en zelfs alsof ze hem af en toe heel zachtjes knijpt.

Jeannot was nooit zo erg met de noden van zijn lans bezig. Af en toe voelde hij wel drang om zich met behulp van zijn hand van zijn soms aandringende zaad te verlossen, maar dat was het dan ook wel. Maar nú, het is alsof zijn zaad zich spontaan naar buiten wil persen, wat een extra reden is om het rustig aan te doen. Na een tijdje begint Jeannot zich voorzichtig in Katje op en neer te bewegen en als zij dan reageert met opnieuw een kreuntje en hij weer vraagt wat er is, antwoordt ze dat het zo lekker aan voelt…

Dat is het sein om van elkaar te gaan genieten en gedreven drijft Jeannot zijn lans vanaf dat moment steeds weer in haar schede, nadat hij hem eerst bijna uit haar terugtrok. Steeds sneller beweegt hij zich in haar op en neer omdat hij merkt dat Katje dat lekker vindt, ze kreunt vaker en luider naarmate hij meer en steviger beweegt. Ze duwt nu ook haar schachtje tegen zijn ritme in om hem iedere keer weer tegemoet te komen en diep in zich op te nemen. Samen beleven ze hun eerste extase en voelt Jeannot hoe zijn lans zijn zaad diep in Katje pompt, terwijl het meisje luid kreunt en met haar pulserende schede hem nog verder leeg lijkt te willen melken.

Die hele middag bij de beek leven Katje en Jeannot zich op elkaar uit, ze ontdekken alles wat ze samen met hun lichaam kunnen doen en hoe de samensmelting van hun lichamen hen optimaal genot kan schenken. Tegelijk ontstaat er bij Katje steeds meer wroeging over het feit dat zij wél weet dat ze halfbroer en -zus zijn, terwijl Jeannot geen enkel idee heeft. Als hij te weten komt dat ze familie zijn, dat een relatie als man en vrouw onmogelijk zal blijken, wat zal dan zijn reactie zijn. Hoe gekker ze op elkaar worden, hoe meer Katje haar geweten begint op te spelen. Maar ze kan er niks aan doen, op een of andere manier is deze weg voor hen uitgestippeld en ze hebben die te gaan…

X. Zara

Wat vond je van dit verhaal?

Aantal stemmen: . Gemiddeld cijfer:

Nog geen cijfer, ben jij de eerste ?

Geschreven door Zara

Hi, fijn dat je mijn verhalen leest, ik hoop dat je ze leuk vindt.
En jouw reactie is altijd welkom!
Liefs. Zara

Dit verhaal is 6601 keer gelezen.
Reageren? Leuk! Houd het aub on topic en netjes, dankjewel!

2 gedachten over “Het Gelaarsde Katje (1/2)”

Plaats een reactie