BUMSEN EN VÖGELN
De hele dag lig ik alleen in de zolderkamer. Om de paar uur zet meneer Petrus een flink bord eten op de vloer, waarbij hij nooit een woord zegt. In tijden heb ik niet zoveel gegeten en het lijkt wel of ze me hier willen vetmesten.
Het is bijna donker als Gretchen door meneer Petrus wordt teruggebracht, net als ik weer helemaal bloot. Het is hier nog kouder dan afgelopen nacht en snel komt ze naast me onder de dekens liggen. En terwijl ik haar met mijn eigen lijf verwarm vertelt ze hoe haar dag was.
Hannes troost Gretchen
Nadat meneer Petrus haar had opgehaald kreeg ze een uniform voor een kamermeisje om aan te doen, daarna mocht ze snel wat eten en vanaf dat moment heeft ze alleen maar lopen zwoegen om overal in huis schoon te maken. Er zijn wel twintig kamertjes waar voor het grootste deel meisjes en ook een paar jongens wonen. ‘En weet je Hannes hoe zij Frau Brunhilde noemen?’ Ik schudt nee. ‘Die Hexe van Baden-Baden noemen ze haar, omdat ze zo gemeen is.’ Ik moet daar wel even om grinniken, het klopt ook wel met die rare zwarte jurk en zwarte haren van d’r.
Dan gaat Gretchen verder: ‘en weet je wat van haar die meisjes en jongens moeten doen? Beneden komen er allemaal deftige ‘Herren’ eten en als zo’n Herr daarmee klaar is gaat hij naar zo’n meisje en moet ze zich helemaal bloot maken. Dan steekt hij zijn Schwanz in haar buik en gaat hij daarmee in haar heel lang op en neer wrijven. Een van de jongens zei dat dat ‘bumsen’ heet. En soms wil een Herr zijn Schwanz bij een jongen tussen zijn billen naar binnen doen en in dat gaatje dáár bumsen. Of alle Herren samen willen toekijken als een jongen zijn Schwanz in een meisje moet steken, in de éétzaal op een verhoginkje nog wel, en dan heel lang met elkaar moeten bumsen. Ondertussen wrijven die Herren dan over hun eigen Schwanz. En dat moeten die meisjes en jongens allemaal maar goed vinden om te doen, dat bumsen en zo, want ze zijn net als wij door Die Hexe gekocht en worden hier gevangenen gehouden zonder dat iemand er iets aan doet…’
Als Gretchen is uitverteld moet ze hard huilen en troostend neemt ik haar in mijn armen. Dan, als ze een beetje is uitgehuild, zegt ze, nog nasnikkend: ‘en weet je Hannes, sommige meisjes zeiden dat ze dat ook met mij en jou gaan doen. Dat ze hier allemaal zo begonnen zijn.’ Ik kan gewoon niet geloven dat Muti ons dit heeft aangedaan, dat Frau Brunhilde nou zomaar die Herren van alles met ons kan laten doen, alsof we zelf geen wil meer hebben. Meteen neem ik een besluit om morgen na te gaan denken over hoe we kunnen ontsnappen.
Maar nu wil ik eerst mijn bange zusje troosten. Ik leg me als een lepeltje om haar heen en zo komt ze tot rust. Ik ruik aan haar dat ze de hele dag hard heeft moeten werken, haar luchtje is een beetje kruidig. Ik kan het niet laten, ik moet even in haar haren en bij haar oksels snuffelen, waardoor Gretchen moet giechelen. ‘Wat doe je nou?’ vraagt ze. ‘Mmm, je ruikt zo lekker’ is het enige wat ik als antwoord kan verzinnen, waarna ik haar verder met rust laat. Al snel vallen we samen zo in slaap.
Voor mijn gevoel hebben we nog maar een paar uur geslapen als ik wakker word omdat mijn zusje opnieuw zachtjes ligt te huilen. Als ik haar vraag wat er is zegt ze: ‘ik ben echt heel bang, Hannes. Wat als zo’n meneer me nou pijn doet als hij zijn Schwanz in me steekt.’ Hier weet ik helemaal niks op te zeggen omdat ik geen idee heb wat er dan eigenlijk gebeurt. Het enige wat ik kan verzinnen is dat wij het samen dan misschien eerst eens moeten proberen, zodat we weten waar dit allemaal over gaat. Als ik dat mijn zusje voorstel hoor ik eindelijk weer eens dat lieve giecheltje van haar: ‘ja, dat had ik eigenlijk ook al een beetje bedacht, Hannes. Maar ik durfde het niet te zeggen.’
Bumsen
Even liggen we stil en verlegen bij elkaar, maar dan wil ik toch graag weten wat ik moet doen. Mijn Schwanz is er in ieder geval al klaar voor, sinds we dit zo bepraten is hij meteen gaan zwellen en staat nu heel hard. ‘Weet jij dan in welk gaatje ik bij jou naar binnen moet?’ vraag ik verlegen aan mijn zusje. Tot mijn verrassing knikt ze ja en fluistert ze, al net zo verlegen: ‘het zit tussen mijn benen, onder dat bultje wat zo fijn voelt.’ Ik leg mijn hand daar over haar haartjes, voel weer aan het bultje waardoor Gretchen meteen kreunt en haar benen uit elkaar doet. Als ik dan tussen haar benen iets lager ga voel ik dat het daar warm en vochtig wordt. En ja, daar is het dan eindelijk, tussen twee plooitjes voel ik inderdaad hoe een gaatje haar lichaam in gaat. Voorzichtig steek ik er een stukje een vinger in en meteen kreunt Gretchen zachtjes.
Om mijn Schwanz voor dat gaatje te krijgen moet ik tussen haar benen op mijn zusje gaan liggen en dat doe ik dus. Ze doet ze zo ver mogelijk voor me uit elkaar en als ik languit op haar lig is haar lichaam onder mij het fijnste wat ik ooit gevoeld heb. Haar borstjes drukken tegen mijn borstkas en alles beweegt en ademt aan haar, zo dichtbij ben ik nog nooit bij haar geweest. Als we allebei een beetje gewend zijn zoek ik met het kopje van mijn Schwanz tussen haar plooitjes naar het gaatje en dan glijdt hij bijna vanzelf bij haar naar binnen, alsof mijn zusje daar helemaal geolied is. Het voelt als wanneer ik met Vati na hard werken een Baumstamm in de rivier laat glijden, zoals nu de mijne in mijn zusje glijdt.
Nog nóóit heb ik zoiets bijzonders gevoeld. Terwijl ik languit op het lichaam van mijn zusje ligt schuif ik mijn Stamm langzaam in haar. Ze is zó warm en nauw, ze past zó precies om mijn Stamm, het lijkt alsof die altijd al op dit holletje heeft gewacht. Dat gangetje in de buik van Gretchen en mijn Schwanz lijken bij elkaar te horen, eindelijk hebben ze elkaar gevonden.
Tot mijn verbazing lukt het me niet om hem helemaal in haar te krijgen en omdat ik dat tóch graag wil duw ik een beetje harder. Ineens lukt het wel en zit ik helemaal in haar, maar mijn zusje moet daardoor alweer bijna huilen. ‘Wat is er Gretchen?’ vraag ik. ‘Eerst was het fijn maar nou doet het pijn’ kreunt ze en hoewel ik een drang voel om in haar op en neer te gaan schuiven houd ik me toch maar even stil tot ze gewend is. Voor mij is het trouwens ook beter, want ik voel hoe mijn witte spulletje al naar buiten wil en door me stil te houden wordt het weer rustig. Ik moet oppassen dat er geen baby in zusje gaat groeien, Vati vertelde ooit dat ze daar vandaan komen…
Zo lang ik op haar lichaam lig te wachten, terwijl mijn Schwanz diep in haar steekt, kus ik Gretchen overal op haar lieve gezichtje. Eigenlijk hebben wij nou alleen elkaar nog en ik voel dat ik haar liefst zou willen beschermen door haar voor altijd met mijn lichaam te bedekken. Ondertussen beleef ik genietend hoe mijn Stamm, die nog harder dan andere keren voelt, diep in haar warme buikje zit.
Na een tijdje fluistert Gretchen dat de pijn bijna weg is en dat ik mag gaan proberen om te bumsen in haar. Voorzichtig trek ik me uit haar buik terug en steek me dan weer naar binnen. Dit voelt nóg lekkerder dan stil in haar zijn, allerlei plekjes aan mijn Stamm beginnen nou heel fijn aan te voelen. Het maakt dat ik steeds sneller wil wrijven en ik vraag Gretchen of dat mag, of dat ze nog pijn heeft. ‘Nee Hannes, ik begin het nou ook fijn te vinden. Ga maar bumsen.’
Iets fijners is er niet
Steunend op mijn armen trek ik mijn Schwanz bijna uit het gaatje van mijn zusje terug en schuif hem er dan ineens weer helemaal in. En nog een keer, terwijl ik ondertussen Gretchen in de gaten houd. Ze heeft haar ogen dicht gedaan en lijkt ook te genieten, dus ga ik er mee door. Ik kan me niet herinneren dat ik ooit iets zó fijns heb gedaan en ik begin te snappen waarom al die Herren beneden dit zo graag willen doen.
Na een tijdje begint Gretchen steeds harder te kreunen en stop ik om te vragen of ze weer pijn heeft. Maar Gretchen zegt dat het juist zo fijn is en dat ik snel door moet gaan. Omdat ze dat zo zegt voel ik dat er bij mij ook iets gebeurt, dat ik sneller wil gaan. En net als mijn zusje steeds harder begint te kreunen en ook zachtjes gilt komt bij mij het witte goedje los. Snel trek ik mijn Schwanz uit haar terug, net op tijd want ik schiet daarna mijn kleine witte kloddertjes over haar trillende buik en zelfs tot op haar borsten. Gretchen moet er van giechelen en als ze vraagt waarom ik dat doe leg ik uit dat volgens Vati daar een kindje van kan komen.
Dan vertelt ze me dat het heel even zó fijn was, alsof alles in haar alleen nog maar haar buisje was waar ik in wreef. Ik vertel haar dan dat het voor mij ook heel fijn was, dat als die kloddertjes uit mijn Schwanz komen ik me altijd het lekkerst voel. Dan beken ik dat ik dat thuis ook al wel vaker zelf deed, over mijn Schwanz wrijven tot er iets uit kwam en even later bekent zusje ook dat zij al vaker aan haar bobbeltje zat te wrijven. Maar dat dat nooit zo fijn was als nu met dit bumsen met mij.
Dan wrijf ik behoedzaam een kloddertje van mijn witte spul met mijn wijsvinger op en proef er aan. Het smaakt best wel lekker eigenlijk, beetje zoutig. Ik veeg opnieuw een kloddertje op en biedt dat aan Gretchen aan, die het met haar warme tong eraf likt, wat me een héél lekker gevoel aan mijn vinger geeft. Vermoeid rol ik daarna van haar af en al snel slapen we weer, om voor mijn gevoel nog maar een paar minuten later door meneer Petrus te worden gewekt die mijn zusje weer komt ophalen.
Vögeln
De hele dag door brengt meneer Petrus mij eten. Ik probeer te ontdekken of ik hem kan horen aankomen en sinds ik er op let is dat zo, meestal hoor ik in de verte zijn sleutels al rinkelen. Nu ik zijn patroon ken moet ik ervoor zorgen dat ik hem om de tuin kan leiden als hij de deur opent, zodat ik dan kan ontsnappen. En langzaam rijpt er een plannetje, dat ik die nacht met Gretchen bespreek.
Ik wil via het dakkoepeltje ontsnappen, maar zó dat het niet opvalt dat ik daardoor ben weggegaan. Als meneer Petrus me dan niet in de toch afgesloten kamer vindt moet al snel die Hexe erbij komen om mee te zoeken waar ik verstopt zit, daar moet Gretchen voor zorgen. Als ze dan samen in deze kamer zijn kunnen we ze opsluiten en ontsnappen. We spreken af dat we dit overmorgen gaan doen, ik moet alles goed voorbereiden. En ondertussen zal Gretchen met de andere jongens en meisjes praten om er achter te komen waar die Hexe haar geld bewaard.
Nadat we alles hebben besproken zijn we behoorlijk opgewonden en misschien is het daardoor wel dat we weer moeten gaan bumsen. We voelen allebei de aandrang en het is dit keer nog fijner dan vanmorgen. We weten nu wat we moeten doen en de blijdschap dat we een plan hebben om te ontsnappen maakt het vögeln zoals volgens Gretchen de meisjes beneden het noemen heel apart, als alvast een beetje bevrijding. Dit keer komen we op het idee dat Gretchen ook bovenop kan gaan zitten. Bij het lichtje van de kaars is ze zo mooi om te zien…
Met haar ranke lenige lijf kronkelt ze zich over mijn Stamm, steeds komt ze iets omhoog en laat zich dan weer zakken. En zó fijn om te voelen hoe haar borstjes in hetzelfde ritme meeveren, ik houd ze met beide handen vast en geniet van hun zachte beweeglijkheid.
Omdat mijn witte spulletje nu niet zo snel komt heeft Gretchen alle tijd om zichzelf helemaal gek te vögeln op mijn Schwanz. Dit met mijn zusje laat ik me nooit meer afnemen…
De volgende morgen lukt het me door het bed op het hoofdeinde te kantelen en er op te klimmen om tot bij het dakkoepeltje te komen. Voorzichtig maak ik het glas los en als ik dan mijn hoofd door het gat steek zie ik de vrijheid. Tot in de verre verte kan ik over Baden-Baden kijken en aan de horizon zie ik de heuvels met de grote villa’s van de rijke mensen. Meteen naast het dakkoepeltje staat een schoorsteen en daaromheen bind ik het touw dat ik van repen van het beddenlaken heb gemaakt. Ik laat het op het dak liggen, morgen kan ik het dan zo omlaag laten zakken.
Weer vrij
Nadat meneer Petrus de volgende morgen Gretchen heeft opgehaald en mij mijn eten bracht, zet ik na een half uurtje wachten het bed weer op zijn kant, maak ik het koepeltje open en laat ik het klimtouw omlaag zakken. Weer in de kamer zet ik het bed terug in de juiste positie waarna ik naar boven klim. Ik trek het touw op, leg het glas terug en klauter langs de regenpijp naar beneden, waar Gretchen voor mij de achterdeur heeft ontsloten. Ook heeft ze daar kleren voor me liggen en het voelt heerlijk om eindelijk eens even niet bloot en zo kwetsbaar te zijn.
Ik sluip terug naar de zoldergang en verstop me in een nis. Het loopt precies zoals we hadden gepland. Meneer Petrus kan me bij de volgende maaltijd niet vinden, rent naar beneden, ondertussen komt Die Hexe al naar boven dankzij Gretchen die haar heeft gezegd dat er boven iets ergs is gebeurd en op het moment dat ze samen ons hok binnen stormen trek ik de deur met een klap dicht en draai ik hem op slot, met de sleutels die die stomme meneer Petrus liet zitten. Ook schuif ik de twee grote grendels ervoor, die ik nu pas zie zitten. Meteen beginnen ze allebei een geweldig kabaal te maken en aan de deur te rammelen, maar die is gelukkig stevig genoeg om ze tegen te houden.
Beneden in het restaurant hebben zich ondertussen alle meisjes en jongens verzameld en liggen het geld en de kostbaarheden van Die Hexe al op tafel. Gretchen is alles in eerlijke porties aan het verdelen en het is zó veel dat hierna iedereen rijk is. Ik had verwacht dat daarna iedereen snel zou verdwijnen maar hooguit de helft vertrekt, samen met ons blijven een stuk of acht meisjes en jongens zitten. Als ik dan vraag ik wat er is zeggen ze dat ze net als wij kinderen van houthakkers zijn en dat die of dood zijn of dat ze niet meer weten waar hun ouders zijn. En dat ze dus niet weten waar ze naartoe moeten…
Juist op dat moment horen we een gil en daarna een harde klap. Als we gaan kijken blijkt dat Die Hexe van het dak is gevallen, met een geknakte nek ligt ze morsdood op de binnenplaats. Net als ik heeft ze zich door het lichtkoepeltje gewurmd maar blijkbaar kon ze niet zo goed als ik omlaag klimmen. En waarschijnlijk is meneer Petrus te breed voor het lichtkoepeltje en zit hij dus nog in het hok.
Een nieuwe toekomst
Nou Die Hexe dood is en veel meisjes en jongens twijfelen om hier weg te gaan, stel ik voor om het hier over te nemen en er een herberg van te maken. Iedereen is enthousiast en samen maken we plannen hoe we dat gaan aanpakken. Meneer Petrus laten we een tijdje in zijn sop gaar koken maar die avond ga ik naar boven. Ik vertel hem door de gesloten deur heen dat Die Hexe dood is en vraag hem of hij ons wil helpen van het Herrenhaus een Herberg te maken. Als hij dat niet doet mag hij als een vrij man vertrekken.
Meneer Petrus gromt en snauwt maar niet veel later kiest hij eieren voor zijn geld en uiteindelijk wordt hij onze grootste steun en toeverlaat.
Onze herberg “Zum Holzacker Kinder” werd een groot succes, alle grote postkoetsroutes namen al gauw de herberg als halteplaats en ook kwamen vanuit de verre omtrek mensen hier hun feestjes vieren. Gretchen en ik zijn altijd bij elkaar gebleven. De eerste jaren leek het alsof we een Vati en Muti waren en bijna iedere nacht en soms ook overdag deden we aan vögeln of ficken of stechen of stoszen of nageln of rammeln of pimpern of knallen of poppen of bügeln of hoe de mensen hier bumsen ook maar noemen, we kregen er maar niet genoeg van. Dan weer schoof ik me in Gretchen om haar te bumsen, dan weer ging zij op mijn Stamm zitten en vögelde zij mij en zichzelf tot ze er gek van werd…
Later werd ik verliefd op Anna, een van de meisjes en ging Gretchen van Peter houden. Al snel kwamen er daarna kindertjes die we gelukkig altijd goed te eten konden geven. Ruim vijf jaar nadat Vati en Muti ons wegdeden kwamen we er dankzij een van onze gasten achter dat Muti meteen nadat ze ons bij de heks afleverde met al het geld is verdwenen. Toen heb ik Vati opgezocht en hem gevraagd bij ons te komen wonen. Gretchen, Vati en ik konden ons geluk niet op dat we elkaar weer hadden gevonden en daarna leefden we allemaal nog lang en gelukkig…
Tot zover ‘Hans en Grietje’ in een iets andere versie.
Fijn dat je het sprookje las! Hoe vond je het?
X. Zara