Hoofdstuk 7 – Ontvoerd en ontzet
Achteraf wist ik niet hoe ik thuis en later in bed was gekomen.
Feit is dat ik, als ik de volgende morgen wakker word, een fikse kater heb. In de woonkamer op de salontafel staan twee lege wijnflessen. Op de automatische piloot ruim ik een beetje op om mij kort daarna te vluchten in administratief werk .
Pas als ik ’s middags vanuit mijn kantoortje naar de woonkamer ga valt de eenzaamheid als een donkere deken over mij. Nooit sinds het overlijden van Ria had ik mij nog zo alleen gevoeld. Ik begin onbedaarlijk te huilen en moet mij ervan weerhouden om geen troost te zoeken in de nog halfvolle fles whisky uit mijn drankkast.
Nadat ik met tegenzin een paar crackers heb gegeten besluit ik mijn fietskloffie aan te trekken. Als ik drie uur en dik 70 kilometer later mijn fiets ophang in de loods is het besef tot mij doorgedrongen dat ik de regie voor mijn geluk in eigen hand moet nemen. In feite was het toeval dat ik weer in contact was gekomen met tante Irma. Had zij geen opening geboden dan was waarschijnlijk niets gebeurt. Alles overdenkende was ik ook tot het besef gekomen dat het in feite Ria was geweest die aan de basis had gestaan van ons huwelijks geluk. Zij was het die mij in die disco had aangesproken, nadat ik haar al meerdere zaterdagen schaapachtig had aangestaard. Ik was te bang geweest om haar aan te spreken. Zo’n mooie meid, die ook nog eens gestudeerd had, zo wist ik van vrienden. Wat zou die klasse vrouw van een verwarmingsmonteurtje in loondienst willen? Niet dat zij mij dat ooit had laten merken, toch voelde ik me steeds de mindere. Het was waarschijnlijk daarom dat ik accepteerde dat zij de regie had in ons, achteraf gezien, wat beperkte liefdesleven. Het is niet zo dat ik tekort ben gekomen maar seks om de seks was nooit haar, dus ook niet mijn ding geweest. Het was ook Ria die mij, nadat ik mij in toenemende mate ergerde aan mijn baas, had gestimuleerd om voor mezelf te beginnen. Als zij me niet met raad en daad terzijde had gestaan, had ik mijn eigen bedrijf, mijn huidige trots, nooit gehad.
Nadat ik heb gedoucht pak ik de telefoon en kies Irma’s nummer. ‘Met Ellen… Jacob ben jij dat?’ ‘Nee Ellen, met John. Ik zou graag je moeder spreken.’ ‘Èh … dat kan niet. Ze ligt nu net te slapen. Ze heeft erg veel verdriet van wat er is gebeurt. Ik heb haar beloofd haar niet meer alleen te laten. Ik ga bij mijn man weg om voor haar te zorgen.’ ‘Sorry Ellen. Maar ik heb niet het gevoel dat ze jou hulp nodig heeft. Het is mijns inziens eerder zo dat…’ ‘Jou gevoel! Jou inzicht! Jij bent net als alle andere mannen. Een Goddeloos en pikgestuurd wezen. Het zal niet lang meer duren voordat mama dat ook gaat inzien, bovendien…’ ‘Ellen! Als ik vanavond niet door Irma wordt teruggebeld dan sta ik morgen op de stoep.’ ‘Dan bel ik de politie.’ ‘De politie Ellen? Niet een van je aartsengelen? In Dat geval, tot morgen achternicht.’
Een uur later, ik heb net een diepvries pizza in de oven geschoven , gaat mijn telefoon. Op het moment dat ik het nummer van Irma in het display zie maakt mijn hart een vreugdesprongetje. “Met John.’ ‘Hallo John, met je tante. Ellen zei dat ik je terug moest bellen?’ Haar afstandelijke matte stem maakt dat ik stil val. ‘Ben je daar nog?’ ‘Èh ja… Ik; ik begrijp ’t niet.’ ‘Wat valt er te begrijpen John? Ik was fout en jij ook. Jij en ik, wij mogen niet samen komen. Ik ben Ellen’s moeder en ’t wordt tijd dat ik mij daarna gedraag. Zij heeft mijn hulp nodig en die zal ze eindelijk krijgen. Ik zal haar het thuis geven dat ze nooit heeft ervaren.’ “Daar zeg je wat Irma, Ellen heeft dat niet ervà..’ ‘Geen discussie John. Ik zou het op prijs stellen als jij ons met rust laat en niet zou dreigen. ‘ ‘Ik heb niet gedreigd Ir..’ ‘Volgens Ellen wel .’ ‘Volgens Ellen..’ túúúúút… Ze heeft blijkbaar opgelegd.’
Nog terwijl ik nadenk over hetgeen mij net is overkomen hoor ik de ping uit mijn oven. Ik haal de pizza eruit en besluit om deze alleenstaanden maaltijd te laten vergezellen door een goed glas wijn. De pizza, noch de wijn zijn in staat om mijn apathie te doorbreken. Met een tweede glas zak ik in mijn fauteuil en zet de tv aan. Hoe hard ik mijn hersenen ook pijnig. Ik kan niet begrijpen waar het is misgegaan. Ik kan mij Irma niet anders herinneren als een liefdevolle en zorgzame moeder. Dat het Ellen niet gelukt is zich met deze liefde te vereenzelvigen is meer iets van haar dan van Irma. Daar waar scheidingskinderen hun moeder vaak verwijten te weinig te hebben geïnvesteerd in het behouden van de relatie, verwijt Ellen haar moeder in feite de ontrouw van haar vader. Zelfs voor het feit dat ik meer in haar moeder zie dan in haar, treft Irma de blaam. De wijn doet zijn werk…
Hoe oud was Ellen toen eigenlijk? Vijftien? … Ik loop naar de zolder. Geobsedeerd ga ik op zoek naar de fotoalbums uit mijn jeugd. Ik wil het al bijna opgeven als mijn oog op een stoffig stalen koffertje valt. God ja, ik ben aan ’t zoeken naar fotoalbums maar in mijn jeugd maakten mijn vader en ik bijna uitsluitend dia’s. Jaren na het overlijden van mijn vader had ik uit veel nietszeggende kiekjes juist die dia’s met persoonlijke herinneringswaarde uitgezocht en in dit koffertje opgeborgen. In dezelfde kast als het koffertje vind ik onder een plastic hoes het dia projectie apparaat.
Het is al ruim na negen uur als de eerste geprojecteerde plaatjes op de witgestuukte muur worden geprojecteerd. Wanneer ik de derde slede in het apparaat schuif zie ik al bij de eerst projectie een groepsfoto van de gezamenlijke vakantie. Waar ik de andere dia’s in sneltempo had doorgeklikt neem ik nu de tijd. Ik schenk mijn glas opnieuw vol, neem ’n forse slok en projecteer de volgende dia. Het blijkt een foto van mijn moeder samen met tante Irma. Moeder in badpak en tante Irma in een bikini. Nu pas zie ik dat mijn moeder, al was ze wat gevulder dan tante, objectief gezien, een mooie vrouw was. Maar toch, afgezet tegen tante Irma, was zij ook toen al een grijze muis. Ik kan me bij de beste wil niet voorstellen waarom mijn oom Karel met zo’n sensuele paradijsvogel thuis, toch een notoire vreemdganger bleek. Ondanks Ria’s beperkte seksuele repertoire had ik nooit behoefte gevoeld om het gemis aan onversneden geilheid buiten de deur te zoeken. De volgende dia heb ik blijkbaar zelf geschoten. Het zijn mijn moeder en vader in de slaaptent. Hij slaapt nog terwijl zij slaapdronken in de camera kijkt. Het is me nooit eerder opgevallen, maar blijkbaar ligt zij naakt onder het dunne laken. Ik sta op en loop naar de muur. Nadat ik uit het beeld ben gestapt kan ik het goed zien. Haar stijve tepels drukken duidelijk zichtbaar in het laken en blijkblaar ligt haar rechterhand, onder de lakens in het kruis van mijn nog slapende vader. Ik wist natuurlijk wel dat mijn ouders toen nog seks met elkaar hadden. Ik had hiervan echter nooit iets meegekregen. Van liefkozingen meer dan een werktuiglijk begroetingskusje was ik nooit getuige geweest. Hoe anders was mijn tante. Zeer tot mijn afgunst streelde zij bij zowat elke gelegenheid mijn oom over zijn sterk behaarde, op vakantie, meestal ontblootte bovenlijf. Als wij in een kring drinkend en kletsend de avond doorbrachten, lag haar hand vaak op zijn bovenbeen. Ze keek me dan soms aan en schoof haar hand dan een stukje omhoog in de pijp van zijn korte sportbroek. In mijn fantasie en jeugdige overmoed, was het haar hand en niet de mijne die op zo’n ogenblik via de broekzak mijn steigerende jongenspik streelde.
Ik neem nog een slok wijn en constateer dat niet alleen mijn glas maar ook de fles al leeg is. In een vruchtloze poging om mijn drankgelag te beperken besluit ik dat als er geen fles meer in de keuken ligt, ik niet voor een 2e fles naar de kelder ga. Gezien het feit dat ik me bewust ben van het feit dat ik laatst niet de moeite had genomen de nieuw aangekochte wijnvoorraad naar de kelder te brengen is het dus geen verrassing dat er nog twee volle flessen in de keuken staan.
Op het moment dat ik mijn volle glas weer aan mijn lippen zet klik ik naar de volgende dia. Ik verslik me en begin te proesten. Hoe heb ik dit kunnen missen. Het is blijkbaar een kiekje van Ellen dat ik zelf heb geschoten. Ze zit op een schommel, terwijl ze op me afkomt heb ik blijkbaar precies op het goede moment de sluiter gedrukt. Met getuite lippen lijkt ze de fotograaf, mij dus, een zoentje toe te werpen. Maar dat was niet wat maakte dat ik me verslikte. Door de schommelwind is haar rokje blijkbaar opgewaaid. Nu zie ik voor ’t eerst, dat zij daaronder blijkbaar geen slipje aanhad. Voor de tweede keer sta ik op om de projectie van dichtbij te bekijken. Er is weinig verbeeldingskracht nodig om op haar bolle schaamspleetje ook het, nog dunne, donkerblonde schaamtapijtje te onderscheiden. Ik klik snel door de volgende dia’s totdat het opnieuw mijn achternicht op de muur wordt geprojecteerd. Ze ligt in bikini te drogen op een handdoek. Haar ogen zijn gesloten, maar ze lijkt zich bewust te zijn van de fotograaf. Op de volgende dia heeft zij haar ogen open en kijkt me vanaf de muur indringend en verliefd aan. Het is deze projectie die eindelijk mijn ogen opent. Hoe heb ik dat toen kunnen missen. Ellen, zij was weliswaar altijd net iets te mollig om zich te kunnen meten aan het modellenlijf van haar moeder, echter dat extra speklaagje stond haar bijzonder goed. Het gaf haar een zwoele, zelfs wulpse uitstraling. Ze was een snoepje, een bloemetje dat alleen maar geplukt hoefde te worden en ik had ’t niet gezien. Ik had mijn jeugdige zinnen gezet op mijn toen onbereikbare tante. Haar moeder.
Ik begin te piekeren. Was het mede mijn schuld dat de zwoele tiener van weleer is verworden tot een verbitterde obsessieve geloofsfanaat ? Is het mijn schuld dat zij zich laat geselen om haar natuurlijke gevoelens van lust te beteugelen door haar onmiskenbaar gefrustreerde echtgenoot?
Vervuld van spanning en onrust bekijk ik ook de overige dia’s uit de slide. Op de dia’s die ik heb geschoten zijn het vooral mijn tante en Ellen, die broeierig of verliefd in de lens kijken. Nu pas, vele jaren te laat, voel ik voor mijn nichtje. Wij beiden waren toen te jong, te bang om de eerste stap te zetten. In zekere zin is dat nooit veranderd. Bij mijn vrouw, maar ook laatst bij Irma. Nooit was ik het die actief de eerste stap zette.
Zelfs met mijn benevelde brein besef ik in nu al voor de tweede keer in korte tijd is dat ik met een halfzatte kop in bed stap. Ik neem me vast voor om hier geen gewoonte van te maken.
Op het moment dat ik bel hoor moet ik van ver komen. Nog voordat ik uit bed ben wordt voor de tweede keer gebeld. Ik kijk op mijn wekker en zie dat het pas tien over acht is. Pas bij de derde bel druppelt het besef mijn brein binnen dat het maandag is. Het was ook niet de voordeurbel die ik hoorde. Het was de bel bij mijn kantoortje. Ik trek snel een badjas aan en haast me naar beneden. Door het glas van de kantoordeur zie ik het lachende gezicht van Henry. Ik open de deur. “Môggel baas. Laat geworden gister?” Ik knik. “Laat en nat Henry.” “Aan je adem te ruiken wijnnat. Annie heeft me vannacht in me bek gezeken,. Ze kreeg een lachbui toen ik in haar poes nieste. Maar geen zorgen ik heb m’n bakkes vanmorgen gepoetst… Heb je de orderbonnen voor vandaag klaar liggen?” Ik schud mijn hoofd. “Ik start de PC gelijk op. Ik breng de bonnen wel naar de loods. Jullie kunnen in ieder geval de zonnepanelen die links in ’t magazijn staan, laden.” “Daar zijn Piet en Yvette al mee bezig. Draai jij die bonnen nou maar uit dan zet ik alvast een bakkie troost voor je.”
Tien minuten later zit ik met een dampende mok koffie aan mijn PC terwijl de twee busjes achter elkaar het terrein afrijden. Ik kijk snel in mijn agenda. ‘Gelukkig, ik moet pas om half twee bij een mogelijk nieuwe klant zijn.’ Ik sleep me naar boven waar ik onder de douche, met matig succes, mijn katergevoel wegspoel.
Plotseling wordt op de deur geklopt. “Hey John… Ben je nog lang bezig of kan ik zo aan de badkamer beginnen?” “Tien minuutjes Annie.” “Is goed John, dan verschoon ik het bed alvast.” Nadat ik me heb afgedroogd kijk ik om me heen en besef dat ik geen schoon ondergoed heb meegenomen naar de badkamer. Ik zoek mijn badjas en herinner me dat ik die op de slaapkamer over een stoel heb gegooid. Ik luister aan de deur. Het is stil in de slaapkamer. ‘Goed zo.’ Annie is waarschijnlijk al met het vuile beddengoed naar beneden. Ik open de badkamerdeur en trek een sprintje naar de commode waarin zich mijn ondergoed bevind. “Hey hallo John. Heb je haast?” Geschrokken draai ik me om en ondanks het besef dat het belachelijk zal uitzien bedek ik mijn geslacht met mijn beide handen. “Èh, Goeie morgen Annie. Ik dacht dat je beneden was. Bij de wasmachine.” “Nee, dat zie je toch. Ik heb het vuile beddengoed alleen even naar beneden gegooid. De was uit de mand op de badkamer kan er ook nog bij. Ik doe de was wel als ik beneden aan de gang ga.” Tot overmaat van ramp gaat zij op de rand van het bed zitten. Het lijkt haar niet te deren dat ik naakt voor haar sta. Ze lacht. ” Ik ben blij voor je John.” “Blij voor mij?'” Ze knikt lachend.”De vlekken en geur op je lakens spreken hun eigen taal. De taal van de liefde… Schaam je toch niet zo. Ik kan me niet voorstellen, dat jij iets achter je handen verbergt dat ik niet eerder heb gezien .” ze schiet nu echt in de lach. “En als dat wel zo is , dan wil ik het alsnog graag zien.” Ik weet dat zij niet zal gaan als ik het niet direct aan haar vraag dus draai ik me om. In het besef dat ze nu naar mijn kont kijkt, trek ik een la open en haal een boxershort tevoorschijn die ik met mijn rug naar haar toegekeerd aantrek. Als ik me omdraai is Annie verdwenen en hoor ik haar neuriën op de badkamer. Ik kleed me snel aan en ga naar de badkamer om mijn haren te kammen. Vanaf de deur kijk ik tegen het monumentale in een te klein kanten slipje geperste , achterwerk van Annie, aan. Ze staat voorover gebukt mijn douchebak te schrobben. Ik heb niks met dikke vrouwen. Het is niet dat ik ze afstotend vind maar in mijn erotische dromen waren het steeds de eerder slanke specimen die de hoofdrol speelden. Ik kam snel mijn haren. “Ik ga nou aan ’t werk Annie.” “Is goed baas. Zal ik rond twaalf een soepie maken? Dan lunchen we samen.” “èh ja, dat is goed.”
Ik ga in mijn kantoor aan de PC zitten. Het lukt me nauwelijks om me te concentreren waardoor het dubbel zo lang als normaal duurt om de rekeningen van de klussen van de vorige week te maken en per mail te verzenden. Ik bekijk de gegevens die de potentiële klant van vanmiddag mij heeft gestuurd en maak een concept berekening. Uit ervaring weet ik dat klanten graag al een richtlijn hebben waaraan te denken, alvorens zij serieus in onderhandelingen voor een grote klus stappen. Mij bespaart het uren werk als ik zie dat zij bij het aanhoren van het richtbedrag al lichtelijk in een modus van hyperventilatie dreigen te raken. Ik doe net de print-outs in een klantenmap als Annie vanuit de keuken roept. “De soep is klaar. Kom je John?”
Het ruikt heerlijk in de keuken. Twee grote soepkommen staan dampend op de tafel en Annie haalt net een paar baguettes uit de oven. Ze gaat tegenover me aan tafel zitten, we wensen elkaar smakelijk eten en slobberen ,elk in onze eigen gedachten verzonken, van onze soep. Nadat zij de soepkommen op het aanrecht heeft gezet en twee mokken onder de uitloop van het koffieapparaat staan draait zij zich steunend op het aanrecht om. “Vertel op John.. Jij kijkt bepaald niet als een man die na jaren van handwerk, een lekker wijf aan de haak heeft geslagen.” Het is alsof zij met haar natuurlijke en ongedwongen aard de kurk uit het vat van mijn emoties trekt. Ik schiet vol en vertel haar, zoals het later voelt in een ademteug, van de relationele rollercoaster waarin ik mij bevind. Inmiddels zit zij weer tegenover mij en kijkt me bedenkelijk aan. “Dus kort samen gevat heb je gevoelens voor twee vrouwen, moeder en dochter. En tot overmaat van ramp heeft de moeder, jou tante, je de deur gewezen.” “Ik… dat gevoel voor Ellen… Dat kwam pas gisteren, toen ik die dia’s. Ik weet niet of dat liefde is… Misschien wel meer medelijden. Van tante Irma hou ik echt…”
Ik voel dat Annie haar handen op de mijne legt . Ik hef mijn hoofd, kijk haar aan en wordt getroffen door haar meelevende blik. “Het is aan jou John. Ga ervoor.” “Maar waarvoor? voor wie?” “Eerst en vooral voor je eigen geluk.” “Maar zo ben ik niet. Ik ben geen veroveraar.” “Dat weet ik toch… Jij bent een product van de feministische revolutie. Jullie zijn volgend. Pas als het wijfje groen licht geeft, dan pas slaan jullie toe.” “Henry? Is hij anders dan?” “Als je maar wat weet. Die laat zich echt niet remmen door een gepreveld ‘nou even niet schat.” Ik kijk haar verbaasd aan. “Maar dat is toch gevaarlijk. Je wil een vrouw toch niet tegen haar zin…” Ze lacht. “Dat gebeurt niet John. Tussen erotisch gedraai en een keihard NEE staan werelden. Neem van mij aan dat als ik echt niet wil dat ik dat , zoals overigens de meeste vrouwen, wel duidelijk weet te maken. Het oervrouwtje in ons wil veroverd worden. Veroverd door een sterke vruchtbare vent die in staat is om voor goed nageslacht te zorgen.”
Ik denk na, ga terug in de tijd, terug naar die keer dat ik Ria, zonder verdere plichtplegingen, aan het aanrecht had gepakt. Annie ziet mijn gepeins en vraagt me direct of ik terugdenk aan Ria. Nadat ik bevestigend heb geknikt legt ze me uit dat zij ervan is overtuigd is dat veel van de zogenaamde vrijgevochten feministes, tot welke groep ook Ria zich met trots rekende, zichzelf niet meer kunnen toestaan om zo af en toe gewoon de tochtige hinde te zijn. Volgens Annie verwisselen zij vrouwelijke soevereiniteit met ongenaakbaarheid. “Voor mij is het summum van mijn soevereiniteit dat ik mij, binnen de veiligheid van onze relatie, zonder schaamte, kan en mag overgeven aan mijn animale driften.” “Ik snap jou niet Annie. Ria, ze had nota bene psychologie gestudeerd , maar had niet jou menselijke vergezichten.” “Die vergezichten had ze zeker John. Maar op basis van haar emancipatie kon zij zichzelf maar beperkt overgeven. Overgeven aan onze vriendschap, aan jullie relatie of erger nog aan haar eigen lusten.” “Aan jullie vriendschap?” Annie knikt verdrietig. “Ja John. ze was een vriendin. Een vriendin, gevangen in haar intellect, zoekend naar haar eigen onbevangenheid.”
Annie staat op, pakt onze mokken en zet die opnieuw onder de uitloop van de koffiemachine.
“Je zet me aan ’t denken Annie.” Met haar kont tegen het aanrecht lacht ze me breeduit aan. “Waarover baas?” “Ùh, ik ben je baas niet.” “Dat ben je wel John. Het intellect van je vrouw heeft op jou afgekleurd. Noem de dingen gewoon bij hun naam. Wat is daar nou mis mee. Die intellectuele zogenaamde gelijkwaardigheid leidt alleen maar tot verwarring in de tussenmenselijke relaties op welk gebied dan ook… Maar vertel op, wat had je bedacht… Baas.” “Èh ja. Zou het niet zo zijn dat mijn achternicht, Ellen. Dat zij, ook gevangen zit. Niet zoals Ria in haar intellect en emancipatie maar dat zij gevangen zit in haar geloof?” “Geloof vindt ik griezelig John. Geloof schakelt intellect, zelf denken en zelf beslissen uit. Geloof beperkt mensen in hun zelfontplooiing.” Ze pakt de mokken, zet ze op tafel en gaat weer tegenover me zitten. “Maar de 10 geboden, die komen zowat in elk geloof terug.” “Mijn Papa was boer zoals je weet. Volgens hem kan de mensheid volstaan met één gouden regel ‘Wat gij niet wilt dat u geschiedt, doet gij dat ook een ander niet.’ ” Zelfs nadat ik even heb nagedacht kan ik geen hiaat in deze boerenwijsheid vinden. “Ik ga maar weer eens aan de slag. De was droogt zich niet vanzelf. “Dank je Annie.” “Voor de was?” “Daarvoor ook.” Ze staat op, legt een hand op mijn schouder en kijkt me ernstig aan.” “Vind je geluk en grijp het met beide handen John… God weet dat Henry en ik onze baas en vriend niet nog langer willen zien lijden.”
De middag vliegt voorbij in een cycloon van gedachten en twijfels. Het is allerminst aan mijn tegenwoordigheid van geest te danken dat ik de twee potentiële klanten die ik bezoek zondermeer akkoord gaan met de voorlopige offertes die ik hen voorhoud.
 
Sterker nog de tweede klant maakt gelijk een afspraak om ook een offerte te maken voor zijn twee bedrijfspanden.
Terwijl ik naar huis rij gaat mijn telefoon over. ‘John? Henry hier.’ ‘Zeg ’t maar Henry.’ “We waren vroeger dan gepland klaar. De busjes zijn al geladen voor de opdracht van morgen. Als jij het goed vind sluit ik de boel af en dan vertrekken wij. De klus morgen kon wel eens uitlopen. Die heb je erg strak gepland.” “Te strak?” Ik hoor hem lachen. “Niet te… Gewoon strak.” “Goed dan Henry. Wens ook de rest een fijne avond van mij.” “Doe ik… Óh ja…. Annie laat me zeggen dat een zuurkoolschotel in de oven staat. 25 minuten op 185 graden als ik me niet vergis.” “Komt goed Henry… Tot Morgen.”
Als ik thuis kom is het al donker.
Werktuiglijk kijk ik in de oven. ‘Hmmm, dat ziet er goed uit.’ Ondanks het gebrek aan echte trek zet ik de oven aan en besluit om, alvorens aan tafel te gaan, te douchen.
Terwijl ik gedachteloos het water over mij heen laat stromen hoor ik de telefoon overgaan. Nadat het geluid vanuit de slaapkamer is verstomd begin ik mij af te vragen wie mij op dit moment belt. Waarschijnlijk een klant met nog wat aanvullende vragen. Die bellen meestal als ook zij net van hun werk komen en in afwachting zijn van de maaltijd die moeder de vrouw hen kort daarop zal presenteren. Opnieuw gaat de telefoon over. ‘Zo die heeft het nodig.’ Ik douche me rustig af. Wederom verstomd het geluid om kort daarop, zoals het lijkt nog nadrukkelijker, opnieuw te beginnen. Ik sla een handdoek om en grijp de telefoon van mijn nachtkastje. ‘Irma’ lees ik in het display. Ondanks mijn twijfel neem ik op. ‘Met John…’ ‘John, John… Ze hebben haar bij me weggehaald!’ De toon maakt dat ik meteen op mijn qui-vive ben. Wie Irma? Wie is door Wie weggehaald?’ Ik hoor dat ze huilt. “Jacob, met twee van die griezels… Ze hebben haar gewoon uit mijn huis gesleept en meegenomen. Ze wilde zelf niet mee… Echt niet.’ ‘Rustig nou Irma… Heb je de politie al gebeld?’ ‘Nee…. Alsjeblieft John…. Ik heb je hulp nodig.’ ‘Ik kom er nu aan Irma… Bel jij nu maar vast de politie.’ ‘Dat doe ik John.. Kom gauw, alsjeblieft…’
Omdat ze nog op het voeteneinde van het bed liggen schiet ik in dezelfde kleren die ik nog geen kwartier geleden heb uitgedaan. Op het moment dat ik het licht in de keuken uitdoe, zie ik in een ooghoek het licht van de oven. Ik ben blij dat ik nog de tegenwoordigheid van geest heb om die uit te schakelen voordat ik mijn huis verlaat.
Als ik bij mijn tante de straat in rij, zie ik dat een politieauto met ingeschakelde alarmlichten bij haar op de oprit staat. Nadat ik heb aangebeld wordt ik opengedaan door een vrouwelijke agente. ‘Meneer Derks?” Ik knik “Uw tante vertelde al dat u onderweg was.” De jonge vrouw stapt opzij en laat me binnen. Op het moment dat Irma me ziet springt ze op van de keukentafel en geen tel later, hangt ze huilend om mijn nek. Ik streel haar door het haar en over haar rug. Aan tafel zit een oudere agent die mij meewarig aankijkt. Nadat Irma een beetje is bedaard, staat hij op en strekt zijn hand naar me uit. “Brigadier Janssen, aangenaam.” Nog voordat ik mij kan voorstellen praat hij door. “Op dit moment is een patrouille ter plaatse. Ze zullen niet weggaan voordat zij zelf met het vermeende slachtoffer hebben gesproken. Mag mijn collega, voor de volledigheid ,onderhand uw gegevens noteren?” Ik knik en maak me voorzichtig los uit de armen van Irma. ‘Tante misschien dat u koffie kunt zetten voor meneer Janssen en zijn collega.” Even kijkt ze me vragend aan maar dan draait ze zich om. “Blieft u een kop koffie?” “Graag mevrouw.” ‘Ze kijkt nu in de richting van de agente. “U ook?” “Liever thee, als dat mag.” Ze knikt en gaat op automatische piloot aan de slag.
“Hebt u een ID-bewijs bij u?” Ik knik naar de agente, grijp naar mijn beurs, tover mijn id-card te voorschijn en leg hem voor haar op de tafel. “Dank U.” Zij opent een leren schrijfmapje, gaat zitten en begint te schrijven. Kort daarop kijkt ze me aan. Als ik het goed heb begrepen bent een achterneef van het slachtoffer: mevrouw Ellen Geraets?” “Dat klopt.” Ze geeft me mijn ID bewijs terug. “Hmm.. Ik zou zeker niets als eerste een neef bellen als ik problemen had.” “Nog voordat ik kan antwoorden schiet de oudere agent uit zijn slof. “Mariska! Wie of wat jij zou bellen, doet niet toe. Het is niet aan jou om de relaties tussen mensen te beoordelen.” “Ùh ja sorry … mà..” Op dat moment begint het de portofoon van brigadier Bert te kraken. ‘9530… Bert, ben je vrij om te praten?… over’ Hij legt de portofoon op tafel en drukt de spreekknop aan zijn revers. ‘Hier 9530… Geen geheimen 6014… Familie luistert mee… over’ “Èh Ja… Jou beslissing Bert… Ik heb eerst gesproken met echtgenoot Dhr. Geraets. Pas nadat ik erop stond om ook mevrouw te spreken kwam ook zij aan de deur. Zij ontkende op geloofwaardige wijze ontvoerd te zijn’ ‘Begrepen 6014… Wat is u locatie nu? Over’ ‘Wij staan verdekt opgesteld met zicht op locatie. Er is opvallend veel bedrijvigheid…’ ‘6014… Omschrijf bedrijvigheid… over’ ‘Èh ja… Er lijkt wel een feestje te zijn… Er komt veel bezoek aan… Voornamelijk mannen.. over’ ‘Dank je 6014… Blijf ter plaatse tot nader order… over’ ‘Begrepen.. Blijven ter plaatse… over en uit’.
De brigadier kijkt eerst mij dan Irma aan. “U heeft het zelf gehoord… Uw dochter ontkent ontvoering.” Irma snikt. “M…maar was ze dan niet bang… Heeft u collega niets aan haar gemerkt… Ze moet ook een flinke plek op haar linker wang hebben. Jacob, haar man. Hij heeft haar hard in ’t gezicht geslagen toen ze niet direct met hem meeging….” “Ogenblik mevrouw.” Hij grijpt opnieuw naar de spreekknop. ‘6014… Hier 9530 over…’ ‘6014 luistert.. over’ ‘Heb je ID van slachtoffer gecontroleerd? Over’ Het blijf verdacht stil aan de andere kant… Opeens staat Irma op, loopt weg om gelijk daarop terug te komen met een dameshandtas. “Èh, Ellens papieren… Die,.. die zijn hier achtergebleven.” Opnieuw begint de portofoon te kraken. ‘6014 ID niet gecontroleerd.. Slachtoffer stelde zich zelf voor als Ellen Geraets.. over’ “Heeft u een recente foto van u dochter mevrouw?” “Ellen schudt haar hoofd niet recent. Ik heb haar trouwfoto maar die is al ouder.” Ik herinner me de trouwfoto die ik op het dressoir staat. “Die foto is weliswaar al wat ouder, maar zij ziet er nog precies hetzelfde uit.” De brigadier knikt. “Wilt u de foto even halen mevrouw.” Terwijl Irma in de woonkamer verdwijnt kijkt hij zijn collega aan. “Het is aan jou Mariska. Jij geeft signalement van het slachtoffer door aan de hand van de foto.” Ze knikt. “Is goed Bert. ”
Irma komt binnen, overhandigd de foto aan Bert die hem kort bekijkt alvorens hem door te geven aan zijn collega. ‘6014… Hier 6150… over.’ ‘Hey Maris… 6014 luistert.’ ‘6014… Ik geef u nu het signalement van Mevrouw Geraets op basis van een wat gedateerde foto…. Mw.. is naar ik schat circa 165 lang. Van een ietwat gezet postuur. Heeft halflang kastanjebruin sluik haar’… Èh .. Kleine borsten ik schat één…’ “Stop maar! Shit… Dit zeker niet onze mevrouw Geraets… Zij was zeker 10 cm groter en,’ Bert grijpt in. ‘9530 Hier… Waren er sporen van een recente oorvijg op linker gezichtshelft? Over.’ ‘Negatief , over.’ ‘6014…Wacht op versterking. Ik neem contact op met officier van parket in verband met verzoek tot binnentreding en optuigen arrestatieteam… Over .’ ‘Roger 9530… Wij blijven ter plaatse… Over en sluiten.’
Daarna gaat alles heel erg snel. De brigadier vraagt mij om achter hem aan te rijden en mijn tante mee te nemen naar bureau. Hij vertelt dat hij voor de veiligheid van allen een arrestatieteam zal oproepen om zo nodig met geweld binnen te dringen om Ellen te ontzetten.
Op het politiebureau worden Irma en ik in een soort van wachtruimte met glazen wanden geparkeerd. In een aangrenzende ruimte is te zien hoe steeds meer blauw arriveert. Het is duidelijk dat brigadier Bert de leiding heeft. Mijn tante zit tegenover mij en kijkt mij als een bang vogeltje aan. “Wat gaat er nou gebeuren John? Ik trek mijn schouders op. “Ik neem aan dat ze Ellen, desnoods met geweld , willen bevrijden.” Ik zie dat ze zich goed probeert te houden. Ze kan echter niet verhinderen dat een paar dikke tranen over haar wang biggelen. Ik zoek naar woorden om haar te troosten, kan deze echter niet vinden. Het gevolg is dat wij een hele tijd in stilzwijgende spanning bij elkaar zitten en betekenis trachten te ontlenen aan de bedrijvigheid in de aangrenzende ruimte.
Na een tijdje, terugkijkend toch zeker een half uur, maakt de brigadier zich uit het blauwe gezelschap los en komt naar ons toe. “We kunnen tot actie overgaan… U rijdt met mij mee in de commando wagen.”Hij kijkt Irma aan. “Het lijkt me goed dat u aanwezig bent om uw dochter, na de ontzetting, te ondersteunen. ” Irma knikt.
Het is alsof wij in een verkeerde film zijn binnengestapt. Als de commandowagen onopvallend in de buurt van de woning van Geraets is geparkeerd en ondersteunende teams hebben gemeld dat zij dat zij op de afgesproken positie klaar staan, krijgt het oorspronkelijke patrouilleteam de opdracht om opnieuw aan te bellen om alsnog naar het ID bewijs te vragen.
Via een monitor kunnen wij meekijken met de bodycam van een van de agenten. Na twee keer aanbellen komt de zichtbaar geïrriteerde Jacob aan de deur. Op het moment dat de agent aangeeft dat hij is gekomen de identiteit van zijn vrouw aan de hand van haar ID bewijs te controleren trekt de geloofsapostel wit weg. Hij draait zich zenuwachtig om en roept Ellen. Kort daarop verschijnt een jonge zenuwachtige blonde vrouw aan de deur. Hij geeft de vraag om het ID bewijs door aan de nep Ellen, die al stotterende vertelt dat zij haar ID bewijs is verloren. De agent vraagt beiden op besliste toon om naar buiten te treden. Op datzelfde moment flitst aan de achterkant van het huis een fel licht aan. De agenten aan de voordeur grijpen de geschrokken Jacob gooien hem op de grond en slaan hem in de boeien. De jonge vrouw die inmiddels staat de huilen wordt eveneens naar buiten getrokken en geboeid. Tegelijkertijd dringen een aantal agenten, die blijkbaar al buiten beeld stonden opgesteld, gehuld in m.e. uniform met getrokken wapens, via de voordeur de woning binnen.
‘Team backside voor 9530’ ‘Hier 9530, over’ ‘Vermoedelijk slachtoffer ontzet. Zij werd door 4 mannelijke verdachten onder dwang via de achterdeur naar buiten gebracht… Verdachten zonder noemenswaardige weerstand gearresteerd. Over.’ Vervolgens melde zich het andere team met de vraag wat te doen met de in de woning aangetroffen 3 mannen en twee vrouwen.’ Het antwoord van Bert is kort. ‘Allen arresteren en mee naar bureau.’
Even later wordt op de deur geklopt van de commandowagen. Geflankeerd door twee agenten in M.E. tenue staat Ellen blootsvoets in een soort van jute jurk , huilend in de deuropening. Bij het zien van haar dochter schiet Irma langs mij en Bert en sluit haar huilend in haar armen.