John:
Het is Krista die de regie neemt. Ze vraagt naar de mate van beveiliging van de voordeur en ramen. Ze geeft zich zichtbaar tevreden als blijkt dat alles is voorzien van stevige aluminium rolluiken met blokkeerpennen die het terugduwen van buitenaf verhinderen. Enigszins gerustgesteld vraagt zij naar de mogelijkheden om vanaf de alm contact te maken met de buitenwereld. Fransie vertelt dat zij voordat de zendmast werd geplaatst uitsluitend bij gunstige omstandigheden een zwakke verbinding had als zij op de rotsrichel onder het terras ging staan. Guusje herinnert zich dat haar man vroeger contact hield met zijn mensen via een soort van zendinstallatie waarvan de Antenne nog steeds op het dak staat. De installatie staat staat nog in een kast in de voorruimte, stof te vangen.
Ik vertel dat ik in het pre gsm tijdperk veelvuldig met mijn broer communiceerde middels een zendinstallatie. Krista vraagt me te proberen om via de oude installatie contact te maken met de buitenwereld. Voorgegaan door Guusje begeef me ik me naar de voorruimte, waar zij me de in een kast opgeborgen apparatuur wijst. Al enkele minuten nadat de stekker in het stopcontact steekt en ik het apparaat heb aangezet is elektronisch geruis hoorbaar. Ik zie dat de 27 mc band staat ingesteld. Net voordat ik naar een andere band kan schakelen begint de luidspreker te kraken. We horen hoe een ‘Toni’ zijn maatje ‘Anton’ oproept. Uit het gesprek dat zich daarop ontvouwt blijkt dat Anton, met ene Florian, van buitenom het balkon trachten te bereiken. Guusje tikt me op de schouder. Haar gelaat is wit weggetrokken. “Dat zijn boeren uit ons dal. Ik beschouw ze al lange tijd als vrienden. “Kun je tegen ze spreken en vragen wat het plan is? Ik waarschuw Fransie, misschien dat zij hen op het terras kan opvangen.” Ze knikt en is zichtbaar ontdaan over het feit dat haar vooronderstelde vrienden haar huis bestormen.
Met dat ik de huiskamer betreed, komt Fransie met een jachtgeweer uit de hal en reikt dat aan Max. Ik vertel hetgeen Guusje en ik te weten zijn gekomen en dat twee mannen via het balkon trachten binnen te komen. Ook Fransie is ontdaan over het feit dat het blijkbaar buren zijn die ons nu bedreigen. Ze denkt kort na en concludeert dat deze mensen bevreesd moeten zijn voor het voortbestaan van hun gezinnen en hun bedrijfjes, willen zij tot zo’n actie komen. Ik vertel dat Guusje probeert het gesprek aan te gaan om achter de motieven van onze belagers te komen. Fransie reikt Max het geweer. Deze trekt gelijk wit weg. “Ich habe noch nie…” Krista grist het wapen uit zijn hand en maant Fransie om samen de belagers op het terras op te vangen. Terwijl de dames, Krista met het jachtgeweer en Fransie met haar dienstwapen het balkon opgaan kijken zowel Evie als Max mij hulpzoekend aan. Ik stuur Max naar de voorruimte om zijn ‘schoonmoeder’ bij te staan…
“Wat kan ik doen John?” “Je kunt iets zoeken om ons te bewapenen.” Haar ogen lichten op. “Zijn golfclubs goed?” “Zeker, waar heb je die gezien?” “In de hoek achterin de inloopkast staat een golftas met clubs.” “Kom lieverd we gaan ons bewapenen.”
Ondanks dat angst van haar gezicht is te lezen krult een korte glimlach om haar lippen.
Nadat wij ons elk een golfclub hebben toegeëigend gaan we, gealarmeerd door dreigende stemgeluiden naar ‘onze’ slaapkamer. Achter de openstaande pui, op het terras, ontvouwt zich een regelrechte ‘standoff’. Twee forse mannen staan ruggelings naar de pui. Net als Krista zijn zij bewapend met jachtgeweren. “Last die Waffen fallen’; Anton!” ^Laat de wapens vallen; Anton^De grootste van de twee schudt zijn hoofd. “Wir lassen uns unser Tal, unsere Existenz nicht wegnehmen…” ^We laten onze levens hier niet afpakken.^ Ik beduid Evie met me te volgen. “Hier ist niemand die Eure betriebe bedroht.” ^Hier is niemand die jullie bedrijven bedreigd.^ “Jawohl, der Holländer er wird das Tal und unsere Höfe zerstören.” ^Jawel, die Hollander; hij zal het dal en onze boerderijen kapot maken.^ Op dat moment drukken Evie en ik het handvat van clubs tussen de schouderbladen van de mannen. “Last die Waffen fallen!” roep ik.
Ervan overtuigd dat zij nu duidelijk aan de onderhand zijn kletteren de geweren van de mannen op de houten vloer. Nog geen minuut later boeit Fransie beide mannen bij een pols aan elkaar.
Max komt het terras opgerend en kijkt verbaasd naar het tafereel dat zich voor hem ontvouwd. “Sie sind mit sieben.” “Jetzt noch fünf…” ^Ze zijn met z’n zevenen.^ ^Nu nog met vijf…^ reageert Krista.
Pas als de mannen door Fransie naar binnen worden geleid ontdekken zijn tot hun zichtbare schaamte dat ze zijn gezwicht zijn voor twee golfclubs.
Het is met name Anton die mij met een vernietigende blik aankijkt. “Du Halsabschneider!” ^Jij woekeraar!^ spuugt hij me toe.
In de woonkamer vraagt Fransie aan Krista en mij om de beide mannen opnieuw onder schot te houden. Ze maakt de handboei los van Antons pols, haalt hem door het smeedijzer van de Ovenkap en maakt hem zo doende weer vast aan zijn kameraad.
Ze vraagt aan Anton wie hun leider is. Die schudt weerbarstig zijn hoofd. Op dat moment komt Guusje in paniek naar binnen. Zij roept dat als ze mij niet binnen 10 minuten uitleveren, de Alm in brand zal worden gestoken. Krista stapt op de veel grotere Anton af en kijkt hem van dichtbij aan. Hij krimpt onder de blik van de kleine vrouw. Sissend complimenteert ze hem met zijn moedige vrienden die omwille van één man bereidt zijn onschuldige personen, nota bene hun buren, te offeren.” De man laat zijn hoofd beschaamd zakken en verontschuldigt zich. Ze willen niet meer dan hun bestaan en dat van hun gezinnen beschermen tegen die allesverslindende Hollander. Ik dus. Fransie vraagt hem hoe zij aan die wijsheid komen.
“Anton, Florie.. Wo seit Ihr?” kraakt het door de walkietalkie aan Anton’s riem.
Krista grijpt de walkietalkie. “Hier spricht Oberstaatsanwalt Giesbauer. Wir haben eure Freunde.” .. ‘Wij hebben jullie vrienden. Ik sta terwijl we spreken, via sateliettelefoon in contact met mijn hoofdkantoor in Wenen. Helikopters met een legereenheid staan startklaar. Ik geef jullie 5 minuten om jullie onbewapend over te geven. Vooropgesteld dat jullie niet de volgende 10 jaar in de gevangenis wensen door te brengen. Jullie kameraden zijn namelijk echte zangvogeltjes met betrekking tot jullie personalia.’ Opnieuw sta ik versteld door de autoriteit die alleen al uit de stem van Krista blijkt…
Het blijft een paar minuten stil voordat de Walkietalkie opnieuw kraakt. “Bitte nicht das Heer… wir..” ‘Alsjeblieft niet het leger… Wij zijn bereidt ons over te geven. We hebben maar één eis…” “Keine forderung!” ‘Geen eisen, alleen vragen. Ik sta er persoonlijk borg voor dat jullie vragen en zorgen zullen worden gehoord.’ We horen hoe de man overlegd met zijn kameraden. “Wir geben auf!”
Fransie tikt Krista op haar schouder en vraagt om de walkietalkie. “Legt Eure waffen…” ‘Leg jullie wapens voor de deur en ga 10 meter achteruit.” Ze vraagt Guusje de rolluiken tot op kierstand omhoog te doen. Ze kijkt Max en mij aan en vraagt ons. mee te gaan. Vanuit de deur in de voorruimte kijkt zij door de kieren van de rolluiken naar buiten. “Sie kommen…” Ik ga naast haar staan, kijk door de kier en zie 5 mannen over het terrein in de richting van de deur lopen. Ik stoot Fransie aan en wijs haar op het feit dat een zesde persoon zich verschuilt op het terras van het dichtstbijzijnde chalet. “Stehen bleiben!” roept ze door de walkietalkie.
Ze kijkt me aan en vraagt me of ik het aandurf om bewapend met het jachtgeweer, via het terras een omtrekkende beweging te maken en zodoende belager nummer zes van achter te benaderen. Ik knik alleen maar. Begeef me naar de woonkamer en vertel snel wat het plan is. “Ich gehe mit Dir!” is het korte niet te negeren antwoord van Krista. Ze duwt Evie haar geweer in handen, wijst naar de geboeide mannen. “Wenn Sie Zweifel haben; schießen Sie!” ^Als je twijfelt; schieten!^ Dan kijkt ze mij aan. “Wir nehmen ihre Waffen.” ^Wij pakken hun wapens.^
Even later klim ik over de balustrade van het balkon naar beneden. Krista reikt me haar geweer en verbaast me door met een behendige sprong opeens naast me te staan. Ik reik haar het geweer. In de beschutting van struiken en lage bergdennen sluipen wij onder het balkon van het nabijgelegen chalet naar de achterkant.
Krista kijkt als eerste om de hoek en beduidt me dat zij belager nummer zes kan zien.
“Hände hoch und langsam umdrehen!” ^Handen omhoog en langzaam omdraaien!^ horen we de bevelende stem van Fransie. “Max samle Ihre Waffen ein!” Max, verzamel hun wapens.!^
Krista en ik komen voorzichtig uit onze dekking en richten onze geweren op de geüniformeerde man voor ons. Zijn geweer wijst is in de richting van Fransie.
“Waffe weg!” Bij het horen van het gesiste bevel van Krista verstart de man voor ons. Plotseling draait hij zich om. Nog voordat zijn geweer onze kant op wijst klinkt een schot uit Krista’s geweer. Zijn benen klappen onder de man vandaan, voordat hij krijsend op zijn rug beland. Het gekrijs gaat over in gekreun. Ter hoogte van zijn onderbenen vertoont de pantalon talloze gaatjes waarvan enkele al snel rood kleuren. “Halte ihn in schach John. Ich gehe zu Fransie.” ^Houd hem in bedwang John. Ik gan naar Fransie.^ Ik knik. Terwijl ze langs de man loopt. Groet ze hem cynisch… ”Möllinger? Wer hat dich rausgelassen?” Als blikken konden doden was zij ter plaatse gecremeerd. Ondanks de pijn verschijnt een arogante blik op zijn gezicht. “Wir haben Freunde auf höchstem Niveau. Dein Spiel ist fast vorbei.” ^Wij hebben vrienden op het hoogste niveau. Jou spel is goed als voorbij.^ Ze buigt over de man heen. “Ist das So?” ^Is dat zo? Als je doelt op de minister van justitie, de ‘eerwaarde’ Frau Grashof, uw zus als ik het wel heb. Zij zal morgen terugtreden en hangende verder onderzoek onder huisarrest worden geplaatst.’ De arrogantie van de man verdwijnt als de spreekwoordelijke sneeuw voor de zon. “Mein Spiel fängt jetzt erst an!” ^Mijn spel is pas net begonnen!^ snauwt ze hem nog toe terwijl zij met haar geweer in aanslag uit de schaduw van het chalet stapt.
Als ik me opricht zie ik nog net hoe Max de geweren in de waterbak naast het huis gooit. Het verzet van de mannen is gebroken. Met gebogen hoofden laten zij zich door Fransie, handen op de rug, duimen tegen elkaar met tie-wraps, boeien.
“Ich hoffe auf ein schnelles wiedersehen, Guusje.” Ondanks dat zij omlaag moet kijken is onze vriendin zichtbaar onder de indruk van Krista.
Na de beëindiging van de gewapende belegering heeft Krista haar rol als hoofdofficier van justitie alle eer aangedaan. Ze heeft een soort van mobiele eenheid van de aangrenzende provincie Salzburg opgeroepen welke onze ‘arrestanten’ binnen een uur van ons hebben overgenomen en afgevoerd naar de gevangenis van Salzburg. De gewonde voormalig Commissaris Martin Möllinger is ondanks zijn protest per legerhelikopter afgevoerd naar een gevangenisziekenhuis in de nabijheid van Wenen.
Het werd al snel duidelijk dat de schoten die zijn gelost uit het geweer van Möllinger afkomstig waren. Mijn vermeend slachtofferpleidooi ten spijt wil Krista de overige mannen toch voor gerecht brengen. Nadat de mannen waren afgevoerd liet ze ons in vertrouwen weten dat zij, vooropgesteld dat er sprake was van echte spijt, er met een voorwaardelijke straf vanaf zouden komen.
De rust die inkeert nadat Krista is vertrokken voelt onwerkelijk. Met ’n vijven in de woonkamer zittend nippen wij elk in de eigen gedachten verzonken aan een glaasje obstler.
Het is Evie die, terwijl Guusje de glaasjes opnieuw volschenkt, de boven ons hangende vraag stelt. “Hoe moet het nu verder?”
Vooreerst staart ieder zijn of haar eigen borrelglaasje, alsof daar het antwoord te lezen is. “Het is aan jou Evie.. Als jij terug naar huis wil. Dan vertrekken we zo snel als ik de zaken hier heb afgerond.” Zowel onze gastvrouw als haar dochter kijken geschrokken op. Het is Fransie die haar spraak als eerste hervindt. “Du darfst nicht gehen John. Wir, èh; das Tal braucht dich…. Sag du doch auch was Max.” ^Je mag niet weggaan John. Wij, eh, de streek heeft je nodig… Zeg jij ook iets Max.^ De jonge man kijkt radeloos van zijn lief naar mij. “Ich weis nicht Fransie.. Unsere eigene Bevölkerung hat uns… verraten.” ^Ik weet het niet Fransie. Onze eigen bevolking heeft ons… verraden.^ Het is Guusje die krachtig het woord neemt. “Nich unsere Bevölkerung.. Es wahren nur fünf fehlgeleitete Bauern. ^Niet onze bevolking. Het waren maar vijf misleidde boeren.^ De bevolking zoals jij ze noemt zal eerst ervaring moeten opdoen met medezeggenschap en democratie. Zij zullen moeten leren dat wil je daar de vruchten van plukken dat dit hard werken is. Het is niet voor iedereen Hosanna als ze zich niet meer kunnen verschuilen achter de decreten van de geldadel… Mijns inziens behoeft onze streek iemand die geen enkele historische band of belang met de bevolking heeft, iemand als John, met inzicht in internationaal toerisme.” “Ik wil blijven John… Ik wil hier een nieuw leven met je opbouwen.
Ik leg een arm om haar heen. “Je maakt me tot een gelukkig man, lieverd.” Ze kijkt me quasi verbaasd aan. “Lieverd? Niet eigendom of lijfeigene?” Ik schudt mijn hoofd. “Het is jou keuze… Jij hebt je aan mij gegeven. Ik heb je niet gedwongen. Zo zal ik je ook niet dwingen bij mij te blijven, hoeveel pijn het me ook zou doen als jij…” “Als ik je zou verlaten? Je kent me toch… Totdat de dood ons scheidt, is voor mij niet zomaar een holle frase… Maar waar gaan wij wonen? We kunnen toch niet… Hier bij Guusje?” “Maak jullie geen zorgen ‘Mein Haus ist Eurer Haus.’ zolang als nodig is.”
Fransie kijkt naar haar moeder. “Die FeschAlm! Der Bauer is doch verstorben?” Ik zie hoe Fransie nadenkt. “Ja. En Liesl, zijn weduwe, wil niet meer terug… Ze kan zich niet voorstellen, zonder hem… Volgens mij heb ik gehoord dat zij wil verkopen… Hetgeen extra moeilijk is omdat de renovatie niet is afgemaakt en al bijna een half jaar stil ligt.” “Dat is toch de Alm waar wij…?” “Zeker Evie… De ligging is perfect… Hij heeft relatief weinig land… Ik heb zelfs een uitgewerkt plan voor een paar appartementen op het perceel, liggen. Ideaal voor rust- en natuurminnende vakantiegangers.” Evie kijkt me hoopvol aan. “Zou jij je kunnen voorstellen…” Ik kan me van alles voorstellen Evie. Maar onroerend goed… En al zeker geen eigen huis, koop je niet op intuïtie.”
“Max! deine Schlüssel.” “Hij kijkt zijn pasverworven lief vragend aan, maar gooit haar dan toch zijn sleutelbos toe. “John.” Ik moet snel reageren om de sleutels te vangen die zij direct naar mij door gooit. “Fährt zusammen nach hoch… Nur die Materiaal Seilbahn folgen.” ^Rij samen naar boven… Alleen het materiaal kabelbaantje volgen.^
Guusje roept haar dochter tot de orde. Ze wijst haar er fijntjes op dat Evie noch ik, na de avonturen van de laatste dagen en uren nu niet gelijk in de stemming zullen zijn om gelijk op huizenjacht te gaan. Fransie op haar beurt wuift die bezwaren weg door aan te geven dat dit juist een reden is om toch maar vooral met de toekomst aan de slag te gaan.
Zo komt het dat wij nog geen kwartier later de jeep van Max parkeren bij de kraan van de nog in ombouw zijnde FeschAlm. “Wat betekend dat eigenlijk.. Fesch?” “Laat me nadenken Evie. Volgens mij is een ‘Fesches Mädel’ zoiets als een vlotte knappe meid.” We stappen gelijk uit. “Moet je kijken wat een uitzicht. Dat is me de vorige keer volledig ontgaan.” “Dank je de koekoek. Jullie waren ontvoerd en het was donker.”
Evie:
Terwijl we om de Alm heen lopen probeer ik John’s mimiek te doorgronden. Zo af en toe meen ik wat instemmend gegrom te horen. “Hadden we nou maar sleutels?” Die hebben we niet nodig. Als het goed is kunnen wij de schuifpui aan de erker voren gewoon openschuiven.” John loopt een talud omhoog. “Moet je nou toch kijken Evie.. Een eigen minimeertje. Ik ben een boon als Guusje hier de appartementen niet heeft ingepland.” Ik ga naast hem staan. “Een minimeertje of een reuzen zwembad?” “Ik vrees dat op deze hoogte het water niet vaak een aangename temperatuur zal bereiken. Bovendien zullen wij onze auto’s moeten inruilen voor 4 wheel drives.” Ik kijk hem aan. “Jij.. Jij zou je dus kunnen voorstellen…?” “ “Zolang jij bij me bent kan ik me van alles voorstellen liefie.” Hij trekt me in zijn armen en kust me hard en meedogenloos op de mond.
“Laten we eerst nog even binnen kijken voordat…” “Voordat wat John?” Opnieuw kijk ik in zijn donkere ogen. De blik die mij nog geen week geleden vooral angst inboezemende fascineert me nu alleen nog maar.
Hij pakt mijn hand en samen lopen wij verder om de alm, totdat wij aan de voorkant bij de glazen erker staan. Ik grijp het handvat en zet kracht. Geruisloos schuift de gebogen pui open. Behalve dan dat de door Guusje en mij achtergelaten gorilla is verdwenen staat nog alles hetzelfde. Zelfs de bloedsporen uit zijn kruis zijn in de nog onafgewerkte betonnen vloer zichtbaar. John gaat me voor en bestudeerd systematisch alle ruimten. “Alles gelijkvloers… En de indeling is prima, niets meer aandoen…” Mompelt hij meer in zichzelf dan tegen mij.
Als we terug zijn in de beoogde leefruimte met erker kijkt hij me aan. “Een uitstekend pand Evie. Vooropgesteld dat de prijs klopt natuurlijk. We hoeven in elk geval niet te betalen voor een inrichting die niet echt in onze smaak valt.. Die keuzes kunnen we zelf nog maken.” Mijn hart maakt een vreugdesprong. “Dus je wil..?” “Ik wil eerst proeven of jou liefdessappen net zo uitbundig vloeien op deze hoogte nadat je een rondje door ons meertje hebt gezwommen.” Als antwoord grijpt hij m’n hand en leidt me naar buiten. Even later staan we op het houten steigertje dat een stuk in het heldere water reikt. “Kleedt je uit Evie!” deze keer geen twijfel, geen reserves, zelfs geen angst voor onuitgenodigde gasten. Ik knoop mij blouse los gooi die op de steiger. Ik laat mijn rok zakken en stap eruit. Net voordat ik in het water wil duiken voel ik een hand op mijn schouder. “Voorzichtig ’t trapje af Evie.. Laat je lijf aan de watertemperatuur wennen. Al vanaf het moment dat mijn voeten op het eerste treetje onder water verdwijnen ben ik hem dankbaar. Koud is een understatement. Ik kijk hem hulpzoekend aan. “Dit is een test Evie! Hoe graag wil jij deze Alm?” Ik neem de volgende treden. Als de eerste golfjes mijn kruis raken beneemt mij dit de adem. “Ik pffff, Ik wil de Alm, Pffff… Maar alleen als ik dit kan delen met …” Er is geen volgende trede waardoor ik pardoes tot aan mijn nek in het water zak… PFFFF… Mijn tenen raken de kiezelbodem… “ Pffff. Brrrrrr…. Pffff… Alé..n as .. Pfff.. delen met… JOU… “ Zijn blik verzacht, hij laat zijn broek zakken, reikt mij zijn hand en trekt me uit het water omhoog alsof ik niets weeg. Voordat ik kan reageren ligt hij op zijn rug op de steiger en trek me op hem. Als vanzelf trek ik mijn schaamlippen van elkaar en verschaf hem zo toegang tot mijn smachtende moederschoot. In no time verjaagd de hitte van zijn gloeiende piemel de kou uit mijn lijf. Zijn nietsontziende handen kneden mijn strak staande gevoelige tietjes… Desondanks voel ik geen pijn. Als van buitenaf bestuurd bokken mijn heupen en kut, in een toenemend staccato van wellust over zijn vlammende zwaard. Mijn moedermondje doet pijnlijke maar niet aflatende pogingen om zelfs deze laatste meest intiem barrière aan hem te offeren. Het besef van tijd, hier en nu, smelt op het vuur van mijn begeerte. Mijn orgasme overvalt me. Pas als ik over John heen liggend, mijn mond kwijlend in zijn nek, langzaam bij mijn positieven kom voel ik de mix van onze liefdesappen, langs zijn verslappende pik, naar buiten druipen. Ik voel hoe hij me, met zijn handen op mijn schouders, voorzichtig omhoog duwt. Hij lacht. “We hebben toeschouwers lieverd.” Pas nu hoor ik het geblaat. Een aantal schapen bekijkt ons nieuwsgierig vanaf de waterkant. Ik kijk om me heen. Mijn blik treft die van een op zijn staf leunende herder. Het lukt hem niet om zijn opwinding te verbergen. Quasi ongeïnteresseerd tikt hij aan zijn slappe hoed en verdwijnt naar uit het zicht. Na een schel fluitje verdwijnt ook ons wollige publiek. Tot mijn eigen verbazing voel ik geen enkele schaamte.. Integendeel ik voel trots. Trots en opwinding over het feit dat ik me zonder reserves aan mijn man, aan mijn lusten had durven overgeven.
“Zo dat was zeker een uitgebreide bezichtiging?” “We, of liever gezegd ik, heb gelijk het water getest.” “Du has geschwommen im Liebesteich?” ^Je hebt in de liefdesvijver gezwommen?^ “Gezwommen is een groot woord Fransie. Laten we het erop houden dat John me op tijd en van binnenuit heeft opgewarmd.” De jonge rechercheur schiet in de lach. “ Und die wärme flüssigkeit läuft jetzt zwischen deine Schenkeln heraus.” ^En die opwarmvloeistof lekt nu langs de binnenkant van je dijen naar beneden.^
Ik druk een hand in mijn kruis. Sorry Guusje ik wil niet op je vloer…” “Guusje op haar beurt grijpt mijn hand en trekt hem uit mijn kruis. “Druppel maar lekker schatje. Fransie smeert Max zijn levenselixir ook uit over het meubilair. “Nur weil Max sich nicht traut unser saftgetränk zu kosten.” “Wo ist den Stecher übrigens?” “unter der Dusche Muttie. Er mus noch viel lernen und seine katholische erziehung hinter sich lassen. Das kostet zeit. Und ich gönne ihn die Zeit.” ^Alleen omdat Max het nog niet aandurft om ons dubbeldrankje te proeven.’ ‘Waar is je hengst overigens?’ ‘Onder douch Mama. Hij moet nog veel leren en zijn Katholieke inborst achter zich laten. Dat heeft tijd nodig en die tijd gun ik hem.^ “Aan je gegil te horen heeft hij in ieder geval al geleerd hoe hij je een orgasme kan bezorgen.” Ze schudt haar hoofd en steekt lachend twee vingers in de lucht.
John:
Evie draait naar mij om en kijkt me vragend aan. “Zou jij dat doen?” Ondanks dat ik precies weet waarop zij doelt trek ik mijn schouders op. “Wat bedoel je? Wat doen?” Ondanks haar leeftijd en vele jaren leven volgens de feministische en katholieke doctrines is zij nu al veel verder dan de veel jongere Max. “Ons dubbeldrankje proeven. Rechtstreeks van de bron?” Als antwoord til ik haar op een hoge kruk aan de bar en trek haar rok omhoog. “Beentjes uit elkaar sletje.” Het is mijn eigen schuld dat het merendeel van ons godendrankje me deze keer zal ontgaan. Desondanks kust Evie mij gelijk als ik omhoog kom met ongekende gulzigheid. “Kuck Max.. John mag ihr liebessaft.” ^Kijk Max… John lust haar liefdessap.^ Hij kijk beschaamd naar zijn lief. “Es ist mein Samen wofür ich mich ekele.” ^Ik walg van de gedachte, mijn eigen zaad…^ Fransie tilt demonstratief haar rok op,’lepelt’ met twee vingers in haar spleet, steekt ze in haar mond en likt ze genotvol schoon. “Hmmm.. Lecker unser Saft.” ^Hmm heerliijk.. Ons sapje.^ Ze stapt op Max af en drukt haar mond op de zijne. Na zijn aanvankelijke verwarring vervliegt zijn schroom zienderogen en beantwoord hij de tongzoen van zijn lief met onmiskenbare hartstocht.
“Guusje lieverd.. Jij hebt toch zeker het telefoonnummer van de weduwe van de FeschAlm voor mij.” “Zeker wel. Ze woont tijdelijk bij haar tweelingzus in Oberau.”
Ze vist haar gsm uit haar schort, swipet door de menu’s en houdt het toestel tegen haar oor.
‘Fronie? Hallo mit Guusje von der Gildemeester Alm.’ ‘… … …’ ‘Nein… Jetzt is wieder alles in ordnung. Die Gerichtliche Abhandlung wirt warscheinlich noch lange dauern.’ ‘… … …’ ‘Danke dir… Wofür ich eigentlich anrufe… Ist Liesl anwesend? Ich habe möglich einen Käufer für die FeschAlm.’
^’Fronie? Hallo mit Guusje van de Gildemeester Alm.’ ‘… … …’ ‘Neen… Inmiddels is ales weer in orde. De justitiële afhandeling zal nog enige tijd in beslag nemen.’ ‘… … …’ ‘Dank je… Maar waarvoor ik eigen bel… Is Liesl ook bij jou? Ik heb mogelijk een geinteresseerde koper voor de FeschAlm.’
Het duur even voordat het geprek verder gaat met Liesl. Daarna duurt het nog zeker 10 minuten voordat zij het toestel aan mij overhandigd.
De vrouw aan de andere kant van de lijn klinkt bescheiden en bedroefd. Na het voorwerk door Guusje draai ik niet lang om de hete brij heen en vraag de vrouw of zij al heeft nagedacht over de vraagprijs voor de Alm. Het is duidelijk dat haar zus meeluistert en haar zo nu en dan souffleert. Desondanks is de prijs die zij uiteindelijk uitspreekt een stuk lager dan ik me had voorgesteld.
Ik zeg de vrouw toe alles in het werk te stellen om de koop zo spoedig mogelijk officieel te maken waarbij ik afspreek alle aanvallende kosten voor de koopaktes, koopbelastingen en de kosten die Guusje Gildemeester als architecte van wijlen haar man heeft gemaakt, op me te nemen. Aan het einde van het gesprek danken mij de beide dames en vragen mij hun dank en groetjes ook over te brengen aan Guusje.
“Aardige dames, lijkt me zo.” Guusje knikt. “Aardig dat zeker… En vooral ook lief voor elkaar. Als kinderen en jonge vrouwen waren zij onafscheidelijk. Het was voor iedereen een raadsel wat Liesl zag in de meer dan 10 jaar oudere Frans, de boer van de FeschAlm. Binnen een half jaar waren ze getrouwd. Iedereen dacht dat de dames…” “Lesbisch waren?” Guusje schudt haar hoofd. “Nein Liebes.. Niet puur Lesbies, eerder eenkennig en op elkaar gericht.” “Hat Sie Ihn vielleicht geheiratet des Geldes wegen?” ^Is ze misschien om financiële redenen met hem getrouwd?^ “Nee Fransie, dat geloof ik niet. Ik heb ze wel eens ‘betrapt’ op de steiger bij het meertje. De hartstocht die ik daar zag kwam toch echt van twee kanten.” Ik schiet in de lach. “Zou dat niet ook aan die steiger en of ’t meertje kunnen liggen?” Guusje kijkt me ernstig aan. “Ik geloof niet in magie… Ondanks de desillusie met mijn ex, wil ik in de liefde blijven geloven.”
“In die Liebe oder in Krista Giesbauer, Muttie?” Guusje kleurt rood. De blos staat haar goed. “Ja Liebes.. Die Frau Giesbauer.. Sie hat was..” “Was Muttie?” “Ze is als jou Liebes… Ze is als jou, maar dan in ’t kwadraat… In haar nabijheid verword ik tot was.. Was die zij mag vormen… Ik schaam me daarvoor.” “Wieso Muttie?” “Lang geleden. Voor je vader voelde ik bijna hetzelfde…”
“Beinahe und Vatie… Krista wird dich nie enttäuschen.” “Hoe weet jij dat?” “Weil? …” Voor een ogenblik zwenkt haar blik naar Max. “Ich Weis es Muttie.. Glaube mich, Ich weis es!”
^Bijna en Vader? … Krista zal je nooit teleurstellen.” “Hoe weet jij dat?” “Weil? …” Voor een ogenblik zwenkt haar blik naar Max. “Ik Weet ’t mama… Geloof me, ik weet het!”^
Appie, dit is weer een prachtig verhaal.
Daar doe je veel lezers een plezier mee.
En ondanks dat het Duits goed te volgen is, kan ik het waarderen dat je de vertaling er direct achter plaatst. Zo is het voor iedereen goed te volgen.
Fijn dat je weer aan het schrijven bent.