Woord vooraf: Een heel erg lang verhaal (in 4 delen ingezonden omwille van de lengte) dat mij niet geschikt lijkt voor lezers die op zoek zijn naar het relaas van een snelle wip. Als u echter een menselijk’ verhaal zoekt dat leidt tot erotiek, dan hoop ik dat u hier iets aan hebt. “Het huwelijk is heilig! ” Er waren momenten dat John Crauwels geloofde dat hij een wereldbaan had. Zijn werk bracht hem naar de meest exotische plaatsen en het aantal boeiende mensen dat hij doorheen de jaren had ontmoet, was al lang niet meer te tellen. Helaas gold dat laatste evenzeer voor het scrupuleuze gespuis waarmee hij beroepshalve te maken kreeg. Liefde en haat, zo had de ervaring hem geleerd, verhielden zich heel vaak tot elkaar als hemel tot hel. Soms was het echt ongehoord hoever twee mensen konden gaan om elkaar de duivel aan te doen als wantrouwen en naijver de plaats innamen van romantiek, liefde en respect. Als privé-detective voor een internationaal, gerenommeerd advocatenkantoor, gespecialiseerd in grensoverschrijdende echtscheidingen, kreeg John daar vrijwel dagelijks mee te maken. Toch hield zijn job minder glamour in dan het op het eerste zicht leek. Nooit of te nimmer kwamen daar Indiana Jones-‘ of Kojak-achtige’ toestanden bij kijken, maar dan nog. Zeker de laatste jaren was het allemaal wat minder boeiend geworden. Er was een tijd geweest dat betrapping’ nog als absolute noodzaak werd gezien als bewijs van ontrouw. In de meeste landen was ondertussen het belang van dat soort fysieke bewijsvoering als reden voor een echtscheiding zo fel afgezwakt, dat hij nog maar zelden een opdracht in die richting kreeg. Tegenwoordig zat hij veel vaker dan hem lief was aan een bureau te werken, speurend op het internet. Met iets van weemoed dacht hij terug aan zijn laatste buitenopdracht,’ intussen toch alweer geleden van de voorbije kerstperiode. Marian had hem naar Las Vegas gestuurd om confronterende videobeelden te maken van een, naar alle waarschijnlijkheid, bedriegende echtgenoot. Voordat hij op het vliegtuig stapte had hij welgeteld vijf minuutjes met de treurende echtgenote gesproken. Voor John was dat net lang genoeg om ergens begrip op te kunnen brengen voor de man in kwestie. Zijn vrouw was een echte feeks. Maar klant is koning en eenmaal in Vegas had hij zich loyaal van zijn taak gekweten. Terwijl in België zijn vrouw waarschijnlijk bezig was met de Kerstinkopen, had hij op video vast kunnen leggen hoe de man een jonge vrouw meenam naar zijn hotelkamer. ’s Anderendaags had hij, weggedoken achter een bloembak op het balkon, beelden kunnen schieten die onmogelijk verkeerd te interpreteren waren. De als cowgirl verklede Mexicaanse wist duidelijk van wanten. Zodra van haar uniform’ nog enkel de cowboyhoed overbleef, had John de jonge vrouw dingen zien doen die hij nooit eerder had gezien. Het overgrote deel van Johns werk bestond uit het opsporen en onderzoeken van verborgen activa. Dikwijls waren dat vastgoed objecten maar ook off-shore bankrekeningen en wazige beleggingen kwamen heel vaak voor. Soms moest hij op zoek naar kunstwerken, juwelen, of kostbare schilderijen. Tegenwoordig gebeurde dat dus heel vaak van achter zijn bureau, maar pas als er veldwerk aan te pas kwam, voelde John zich echt in zijn sas. Al met al had John nog altijd een redelijk avontuurlijke baan. Terwijl hij stond te wachten tot het verkeerslicht voor voetgangers op groen zou springen, staarde John zoals altijd als hij hier kwam – vol bewondering naar de majestueuze voorgevel van het hoofdkantoor van Mennes & Junior. Tegenwoordig bemoeide de ouweheer Mennes zich echter nog maar weinig met de dagdagelijkse gang van zaken op het gerenommeerde advocatenkantoor. Het was zijn dochter Marian die er nu de plak zwaaide. Marian Mennes stond bij het personeel bekend als The Ice Queen’, omwille van haar immer koele en zakelijke houding tegenover de klanten en het personeel. Heel wat ondergeschikten begonnen al te beven als hun strenge bazin bij hen in de buurt kwam, maar John had daar weinig of geen last van. Lang geleden had hij een keer het voorrecht genoten om door Marians fa?ºade heen te mogen kijken. Een bezoek aan zijn werkgeefster boezemde hem dan ook geen enkele angst in. Op een bepaalde manier leek ze hem te respecteren. Andersom was dat zeker ook het geval, maar als je bij Marian Mennes werd geroepen, dan stelde je daarbij maar beter geen voorafgaande vragen. Dan kwam je gewoon, zelfs als je John Crauwels heette én je tot het beperkte groepje bevoorrechte personen behoorde die de toelating hadden om haar met de voornaam aan te spreken. John, vroeg Marian, zodra hij tegenover haar aan het enorme houten bureau zat. Ik weet dat je het momenteel heel erg druk hebt, maar zou je alle zaken die je voor het weekend niet meer rond krijgt een beetje voor je uit kunnen schuiven? Ik zou graag willen dat jij zondagavond laat op het vliegtuig naar Zwitserland stapt. Dat wordt lastig, maar jou kennende denk ik niet dat ik te kiezen zal hebben, antwoordde John. Voor hoe lang moet ik weg? Normaal zou ik je dit niet vragen, John, maar ik zie geen andere Draai er maar niet omheen, onderbrak hij haar, Zwitsers staan erom bekend dat ze niet wild worden van buitenlandse pottenkijkers. Dat het een moeilijke klus wordt, is iets waar je me niet van moet overtuigen. Hoe lang zal ik weg zijn? Het is een belangrijke zaak, John. Bovendien is er haast bij, dus krijg je voldoende budget ter beschikking om ter plaatse iedereen in te huren die je nodig denkt te hebben. Als je erin slaagt om daar de meest geschikte accountant in te huren, dan zou je vrijdagavond alweer op het vliegtuig naar huis moeten zitten. Oké, zei John. Sommige klanten zullen wel hun beklag doen, maar dat zal jou in dit geval geen zorg zijn, neem ik aan. Het is omdat jij en ik elkaar zo graag zien, dat ik het doe. Vergeet niet wie hier wie betaalt, én waarom, John! reageerde Marian scherp. Houd die vlotte praatjes maar voor jezelf en ga naar huis. Maak een koffer klaar voor een hele week en zorg dat je zondagavond om tien uur klaar staat. De taxi naar de luchthaven heb ik al voor je laten regelen. Na een bondige omschrijving van zijn taak overhandigde ze hem een paar bestandsmappen, een kredietkaart en het gebruikelijk bundeltje bankbiljetten voor eventuele onvoorziene uitgaven’. Terwijl John het geld aannam, wilde hij haar hand even vastpakken maar Marian had het zien aankomen en trok ze snel terug. Ga nu, John, vooraleer we domme dingen gaan doen. Zodra John terug op de gang stond moest hij grinniken om de laatste woorden van Marian. De domme dingen’ waar ze naar verwees, lagen alweer acht jaar achter hen, maar als het aan hem lag, dan zou hij het met plezier over willen doen. Nooit was hij vergeten hoeveel passie en verlangen er schuil ging achter de strenge fa?ºade van Marian Mennes. Die éne stomende nacht met haar stond in zijn heugen gegrift. Een nacht die bovendien niet zonder gevolgen was gebleven. Marians zoontje van zeven had dezelfde grijsblauwe ogen en een zelfde forse neus als zijn natuurlijke vader. Haar echtgenoot, die als hoge pief binnen de administratie van het Europees Parlement meer in Straatsburg verbleef dan thuis, had geen weet van de scheve schaats van zijn vrouw en nog minder van het feit dat zijn zoontje eigenlijk een bastaardkind was. Marian wist dat uiteraard wel, al had ze tegenover John nooit toegegeven dat hij de vader van haar kind was. John vond het best zo. Sinds die bewuste nacht behandelde Marian hem op haar eigengereide manier weliswaar met respect. Haar geheim was veilig bij hem. Hij had er absoluut niets bij de winnen als de waarheid aan het licht kwam en wist al lang dat hij dat geheim mee zou nemen in zijn graf. Later op de dag begon John alvast met de voorbereiding van zijn Zwitserse klus. Het was zijn taak om alle mogelijke zichtbare en onzichtbare onregelmatigheden naar boven te spitten in een internationaal bedrijf dat zijn hoofdzetel had in de buurt van Bazel. De ex-vrouw van de baas had een gigantisch pakket aandelen in de firma van haar man. De in de steek gelaten vrouw vermoedde dat haar ex op grote schaal geld overhevelde naar nevenbedrijven, waardoor haar aandelen met de dag in waarde daalden. Uiteraard zou dat gunstig voor hem zijn op de dag dat hij ertoe veroordeeld zou worden om haar uit te kopen. Alhoewel John in de loop der jaren genoeg praktijkervaring had opgedaan om met kans op slagen aan een examen deel te nemen, was hij geen accountant. Voor deze job was iemand met zo’n diploma echt wel nodig. Van een opdracht die hij een paar jaar eerder in dezelfde regio had uitgevoerd, herinnerde John zich nog precies bij welk gerenommeerd kantoor hij toen een zeer bekwame accountant had ingehuurd. Het koste hem moeite om een telefonisch onderhoud met de baas geregeld te krijgen, maar eenmaal hij toch voorbij een koppig volhardende secretaresse geraakte, was de wederzijdse begroeting bijzonder hartelijk. Ja hoor, die Zwitser kende hem nog maar helaas werkte de heer Blaving de man die John destijds met succes had bijgestaan – niet meer voor zijn bedrijf. Wel was de zaakvoeder bereid om zijn beste accountant aan John te verhuren, al was de prijs die hij moest neertellen voor mevrouw Eli Steiner aanzienlijk hoger dan hetgeen hij vier jaar geleden had moeten betalen voor de diensten van meneer Blaving. John waagde het daarom toch maar om zijn twijfel te uiten bij een vrouw als keiharde accountant. Zijn gesprekspartner gaf hem meteen een beknopte CV, waarna hij John verzekerde dat hij met mevrouw Steiner een no-nonsense vrouw als partner zou krijgen. Iemand met een scherpe geest en de nodige dosis zakelijk cynisme dat noodzakelijk is om telkens opnieuw de gedrevenheid op te brengen om op zoek te gaan naar allerlei mogelijke verdoken informatie. Uiteraard had John zo iemand nodig en ondanks zijn niet geheel verdwenen twijfel, ging hij akkoord. Zonder accountant met een Zwitserse erkenning op zak, die bij de bevoegde rechtbank voor die regio een bevelschrift kon regelen, zou hij binnen dat bedrijf niet eens een voet tussen de deur krijgen. Zonder dat juiste papiertje zouden ze hun boekhouding nooit laten inkijken. Mevrouw Steiner zou ter zijner beschikking zijn vanaf maandagmorgen om tien uur. John had met heel wat specialisten van dit genre samengewerkt. Accountants waren vaak de nerds’ binnen het boekhoudkundige wereldje. Op basis van zijn ervaringen uit het verleden verwachtte hij dan ook een alledaagse modebewuste vrouw aan te treffen, maar niets was minder waar. De vrouw die in de lobby van het Zwitserse accountantkantoor met zelfzekere tred op hem toe kwam gelopen, was groter dan hij verwachtte. Ze had halflang, donkerblond haar, helderblauwe ogen en een mooie warme glimlach. Als ze al make-up droeg, dan was die met zorg en subtiel aangebracht. Maar de vrouw die zich voorstelde als Eli Steiner was gekleed in een conservatieve, donkerblauwe rok en dito jasje. Tot zijn verwondering sprak zij behoorlijk Nederlands, zij het met een onmiskenbare Duitse tongval. Haar stem klonk aangenaam, zacht en warm. De eerste indruk die John van haar kreeg was er een die meer weg had van een vrouw die op het punt stond om naar een familiediner te vertrekken, of anders een vrouw die les gaf aan de hoogste graad in het middelbaar onderwijs. De opdracht die voor hem lag vroeg echter wel iets meer uitstraling. John had er niet bepaald een goed oog in dat zij de accountant zou zijn die hij voor deze job nodig had. Mevrouw Steiner nam hem mee naar haar kantoor om de zaak te bespreken. Terwijl hij achter haar aan door de immense hal in de richting van de lift liep, vroeg John zich af hoe die benen van haar er uit zouden zien onder een veel korter rokje en boven een schattig stel modieuze pumps in plaats van de platte schoenen die ze nu droeg. Hij wist dat het niet bepaald professionele gedachten waren, net zoals de vraag hoe haar bij elke stap opverende, blonde haren in zijn handen zouden aanvoelen dat ook niet was. Tegen de tijd dat ze bij haar kantoor aankwamen had hij zichzelf echter al krachtig tot de orde geroepen. Hij was hier voor zaken, niet voor zijn pleziertjes. U bent teleurgesteld, is het niet meneer Crauwels? vroeg ze nadat ze de deur achter hem had gesloten. Neem me niet kwalijk, reageerde John, verrast door haar directheid. Hoe bedoelt u? Ach weet u, ik maak het wel vaker mee, dus herken ik het wel. Een vrouw staat binnen het bedrijfsleven nog altijd gelijk met een handicap. Ik kijk niet neer op vrouwen in het bedrijfsleven, mevrouw Steiner. Mijn werkgever is ook een vrouw, dus zo’n soort man ben ik zeker niet. En mijn werkgever zei me dat hij u mijn CV heeft voorgelezen, Meneer Crauwels. Ja, dat klopt. Ik was redelijk onder de indruk mag ik wel zeggen. Was u onder de indruk van mijn kwaliteiten of dacht u dat mijn kwalificaties goed genoeg waren voor een vrouw? Mevrouw Steiner, reageerde John ge?»rriteerd, Wat is hiervan de bedoeling? Kijk meneer Crauwels, ik weet waar het bij u en uw werkgever om draait. Jullie doen mooie zaakjes op de rug van mensen die in een pijnlijke echtscheiding verwikkeld zijn. Naar ik hoorde zijn jullie daar zelfs heel erg goed in. Kijk eens aan! stoof John op, Nooit gedacht dat er hier een les in normen en waarden op me lag te wachten. Geloof me, mevrouw Steiner, ik denk daar toch iets genuanceerder over dan u. Zijn onze claims overdreven? Soms misschien wel, maar meestal is dat van beide partijen uit zo. Worden er fouten gemaakt? Absoluut, want we zijn allemaal mensen. Mijn taak bestaat erin om er voor te zorgen dat alle activa op hun werkelijke waarde worden getaxeerd en dat daar bij het uitspreken van de scheiding voor de klant van mijn werkgever de juiste waarde tegenover staat, samen met een passende vergoeding voor het verdriet en de pijn bij het mislukken van het huwelijk. Het huwelijk is heilig, meneer Crauwels! Wat mij betreft is dat absoluut zo. Mensen zweren voor God en voor elkaar eeuwige trouw, in goede én in kwade dagen Met die gelofte wordt tegenwoordig veel te lichtzinnig omgegaan. In de westerse cultuur is het huwelijk verwaterd tot een vodje papier dat bij het eerste beetje wind weggeblazen wordt alsof het niets is. Daar heb ik het moeilijk mee. Tenzij je heel dom bent, weet je toch waar je aan begint als je in het huwelijk treed? Ik ben niet dom, zei John uiterlijk kalm maar binnenin ziedend. Ik ben zo verstandig geweest om mijn hele leven single te blijven. Luister, mevrouw Steiner, als het u zo moeilijk valt om samen te werken met iemand die deze job doet voor de kost, dan kunnen we het hier maar beter bij laten. Het spijt me dat ik misbruik maakte van uw kostbare tijd. John draaide zich om en liep in de richting van de deur. Wacht! riep ze hem na op het moment dat hij de deurklink vastpakte, gevolgd door een veel zachter klinkend alsjeblieft. Aarzelend draaide John zich terug in haar richting en constateerde dat haar eerdere bravoure haar nu in de steek liet. Het spijt me, mompelde ze. Wilt u niet even gaan zitten? Na een moment van twijfel ging John toch maar zitten, waarna mevrouw Steiner aan haar kant van het bureau plaatsnam. Terwijl hij wachtte op wat komen zou, keek hij haar aan en zag hoe ze zijn blik ontweek. Starend naar haar computerscherm speelde ze in gedachten verzonken met een verdwaalde haarlok die voor haar gezicht hing. Ze ademde enkele keren diep in en toverde daarna een glimlach op haar gezicht. Dit moet allicht met voorsprong de slechtste introductie van mezelf zijn sinds ik een jaar of twaalf was, zei mevrouw Steiner. Mag ik opnieuw beginnen? John stond op en glimlachend stak hij zijn hand naar uit, net zoals hij dat tien minuten eerder in de lobby ook al had gedaan. Hallo, ik ben John Crauwels. Leuk om u te ontmoeten, meneer Crauwels, zei ze, waarna ze allebei lachten toen ze elkaar de hand schudden. Alstublieft, ga zitten Zeg maar Eli of is het een probleem voor u als we elkaar tutoyeren? Helemaal niet Eli. Mooi Wil je iets drinken, John? Nou, als je een glaasje water voor me hebt graag. Mag ik je complimenteren met jouw kennis van de Nederlandse taal? vroeg John, terwijl hij toekeek hoe Eli uit een in de muur ingebouwde minikoelkast een fles water pakte en voor elk een glas inschonk. Ik wist niet dat onze taal in Zwitserland werd onderwezen. Van mijn man geleerd, zei ze. het spreken lukt me vrij aardig maar schrijven in het Nederlands blijft een lastige opgave. Oh, reageerde John oprecht verrast, van je man? Jazeker, reageerde Eli glimlachend, maar dat is een lang verhaal, misschien iets voor later. Misschien kunnen we nu eerst maar beter ter zake komen. Mijn baas liet uitschijnen dat jij aanvankelijk twijfelde, maar ik ben wel degelijk een vakbekwame accountant. Mijn cijfers bewijzen dat en daarnaast blijk ik een neus te hebben voor geknoei met balansen van allerlei soort. Net wat ik nodig heb, Eli. De man die we op de rooster gaan leggen heeft zeer zeker iets te verbergen, al heb ik geen idee waar of hoe. Eli glimlachte alweer. Toen mijn baas me inlichtte over deze opdracht leek het me meteen leuk om met jou samen te werken. Los van het feit voor wie en wat jij je nek uitsteekt, doen we eigenlijk min of meer hetzelfde werk. Jij speurt bedriegers op en zoekt naar de waarheid. Dat doe ik ook, maar wel met dit verschil dat jij naar het hele plaatje kijkt en ik alleen maar naar de financiële cijfertjes. Uitgerekend op dat terrein heb ik jouw hulp nodig, Eli, zei John mild. Ik zal ervoor zorgen dat mijn werkgeefster straks te horen krijgt hoe waardevol jouw inbreng is geweest. Wie weet willen ze in de toekomst nog vaker van jouw diensten gebruik maken. Zullen we eerst deze opdracht maar proberen tot een goed einde te brengen, vroeg Eli lacherig. Ja, misschien wel, lachte John met haar mee. Hoe had jij gedacht om hieraan te beginnen? Met een lunch, zei Eli op een toon die geen tegenspraak duldde. Hier in Bazel zijn enkele zeer goede restaurants. Tijdens het eten kunnen we onze werkplanning opstellen. Een goed idee, zei John, maar dan zal ik rijden, daar sta ik op. Ik heb een huurauto ter beschikking, betaald door de zaak. Toen ze even later door de parkeergarage liepen, stopte Eli even bij haar auto om er een koffertje uit te halen. Zelf had John de dure huurwagen achteraan in de garage geparkeerd, omdat de kans dat iemand krassen op de lak zou maken hem daar veel kleiner was. Oh jee, mompelde Eli op het moment dat John de afstandsbediening hanteerde en de lichten van een gloednieuwe, zilvergrijze Mercedes SLK gingen knipperen. Ik heb nog nooit in zo’n wagen gezeten. Dat had ik ook niet, bekende John grinnikend, Vandaar mijn voorstel dat ik zou rijden. Deze wagen rijdt een stuk leuker dan de ouwe rammelbakken die ik meestal tijdens een opdracht ter beschikking krijg. Ik stuur en jij gidst Wat denk je Eli, hebben we een deal? Deal, zei ze lachend, én al met één been in de wagen. Tijdens de lunch kwam John wat meer over Eli te weten. Ze was achtendertig en had twee kinderen. Haar man bleek Tom te heten en voor zover hij het na Eli’s uitleg kon inschatten, bleek de term nieuwe huisman’ helemaal op hem van toepassing. Eigenlijk runt hij voor een groot deel ons huishouden, zei ze. Zonder hem zou ik dit werk nooit kunnen doen. Ik ben best een harde werker, maar dan nog is dit geen nine to five’ job. Zodra we aan de slag gaan zullen we heel veel tijd samen doorbrengen, Eli. Kom je daarmee niet in de problemen? Nee hoor, reageerde ze snel. Zolang ik zes uur per nacht kan slapen en ’s morgens de tijd krijg voor een snelle douche én een telefonisch gesprekje met mijn kinderen, kan ik er vlot tegenaan. Tom en ik hebben dit kunnen voorbereiden. Hij kan de komende vijf dagen van thuis uit werken zodat hij de kinderen kan opvangen. Maak je over mijn functioneren maar geen zorgen, John. Ik heb zoiets al eerder aan de hand gehad. Als we de hele week nodig hebben om deze klus te klaren, dan nog is dat voor mij geen probleem. Op dat ogenblik kwam er een kelner hun kant op. John vroeg de rekening en betaalde, waarna ze terug naar de auto liepen. Zodra ze de snelweg opreden, was het John die de draad van het gesprek terug opnam. De hele week, zei je. Zie je dan niet een klein beetje op tegen vijf lange en wellicht vermoeiende dagen, Eli? John, ik ben wél jonger dan jij, maar daarom niet achterlijk. Ik weet zo onderhand wel wat je ervoor moet overhebben om te slagen in deze business. Ik ben het gewoon om hard te werken, zit daar maar niet over in. Altijd werken en geen tijd voor een beetje spel of een ijsje maakt van elke vrouw een saai meisje, declareerde John. Ik wist niet dat het zo duidelijk aan me te zien was, reageerde Eli koel. John voelde aan dat hij een gevoelige snaar geraakt had en daar had hij meteen spijt van. Sorry, Eli. Dat was onbeleefd van me. Ik probeerde alleen maar grappig te zijn. Het spijt me als ik beledigend overkwam. Ach, dat is oké, zei ze met een zucht. Ergens heb je wel gelijk. Ik ben zo goed als altijd aan het werken. Tom houdt me regelmatig voor dat er een dag komt dat ik de meest succesvolle persoon zal zijn in het lijkenhuisje. Eigenlijk ben ik altijd zo geweest. Naast mijn fulltime baan probeer ik in het weekend de perfecte huismoeder te zijn voor Tom en de kinderen. Waar heb je Tom leren kennen en wanneer ben je getrouwd? vroeg John. In mijn tweede jaar op de universiteit had ik, om mijn studies te kunnen betalen, een bijbaantje als hostess in het hotel waar Tom verbleef tot hij hier in de buurt een huis zou vinden. Hij werkte als ingenieur voor het Nederlandse filiaal van een internationaal farmaceutisch bedrijf, tot hij de kans kreeg om hier in de Zwitserse vestiging een veel hogere en beter betaalde functie te gaan bekleden. Hij was toen nog maar net hier en ik werd zo’n beetje zijn gids. Het klikte wel tussen ons en van het een kwam het ander. Na twee maanden nam hij me voor het eerst mee uit en nog geen jaar later waren we getrouwd. Dat klinkt mooi, Eli, ik ben onder de indruk. Kijk, hier is onze afslag. Omdat ze niet reageerde hield John ook maar even zijn mond. Het zachte, zoemende geluid van de motor, op het moment dat hij zijn voet van het gaspedaal haalde, klonk hem als muziek in de oren. Ergens vond hij het een beetje jammer dat hun werkplek voor de komende dagen op slechts twaalf kilometer van zijn hotel lag. Met zo’n wagen onder je kont had dat wat hem betrof best wel wat meer mogen zijn. Na enkele minuten wachten in de inkomhal van het bedrijf kwam de bedrijfsleider zelf hen begroeten. Hallo, ik ben Willy Bouwens. Ik hoop dat jullie de weg gemakkelijk hebben gevonden. In de minuten die volgden, kregen Eli en John een rondleiding van de patroon in hoogsteigen persoon, net alsof ze potentiële investeerders waren. Aan het einde van de rondgang stelde hij hen voor aan Vreni, zijn secretaresse, die opdracht kreeg om alle informatie ter beschikking te stellen die John en Eli dachten nodig te hebben. Mijn maag kromp ineen zodra ik hem zag. Het was het eerste wat Eli zei toen ze even alleen waren. Dan ben ik daarin niet alleen, zei John Absoluut niet. Heb je hem zien staren? Morgen draag ik een lange broek en een slobbertrui, grinnikte Eli. Op hun eerste dag werkten ze door tot alle kantoorpersoneel al naar huis was. Willy Bouwens zelf kwam hen zeggen dat het tijd was om te gaan, omdat hij ging afsluiten. Het was leuk om jullie te ontmoeten meneer Crauwels en mevrouw Steiner, zei de zaakvoerder zodra de voordeur op slot was. Ik neem aan dat ik jullie morgenochtend terug zie? Om negen uur zijn we er weer, zei John. Mooi, ik kijk er naar uit, antwoordde Bouwens. Neem me alsjeblieft niet kwalijk dat ik er nu snel vandoor ga. Ik heb nog een zakendiner. Eli en John zaten net in de Mercedes toen Bouwens breed zwaaiend aan hen voor bij reed. Wat vind jij van die vent, vroeg John. Ofwel is hij een echte ramp, ofwel ben, ik overgevoelig, reageerde Eli fel. Alleen al de manier waarop hij naar me kijkt, maakt al dat ik mezelf vies ga voelen. Ik zag hem kijken, ja. Ik kan niet zeggen dat hij zijn best doet om dat subtiel te doen. Zo kijk je toch niet naar een vrouw, John. Ik voel me onder zijn blik als een olifant onder een microscoop. Gelukkig kijk jij niet op die manier naar me. Ik doe het wél subtiel, Eli. John grinnikte. Die is goed, lachte Eli. Ik dacht dat jij een heer was, maar je houdt me gewoon voor de gek. Ik bén een heer. Nou ja, ik wil zeggen Oké, ik geef toe dat ik graag naar je kijk, maar dat wil niet zeggen dat ik over je heen ga kwijlen zoals Bouwens dat doet. Eli keek John aan met een blik die het midden hield tussen ernst en amusement. Je hebt me dus wel degelijk in de gaten gehouden, is het dat wat je bedoelt? Euh ja. Ik ben ook maar een man hé en jij bent een aantrekkelijke vrouw, dus heb ik op je gelet, én je hoort me niet klagen. Ik heb dat liever niet, John. Ik wil niet dat je op die manier naar me kijkt. John begreep dat hij zich wat onhandig had uitgedrukt en dat zat hem niet lekker. Kijk, Eli, Wat ik probeer te zeggen, dat is dat jij minstens zo goed werkt als je eruit ziet. Zo’n complimentje is toch niet zo erg. Het duurde enkele seconden voor hij antwoord kreeg. Nee ik denk het niet, zei ze aarzelend. Alleen ben ik het niet gewoon om complimentjes te krijgen. Tenminste, niet over iets wat niet met mijn werk te maken heeft. Dat kun je niet menen, reageerde John snel. Ik durf te wedden dat jouw man je regelmatig zegt hoe mooi je bent en hoe blij hij is dat hij dag in dag uit naar je mag kijken. Nee hoor, zei Eli glimlachend. Dat is niet echt iets waar Tom zich mee bezig houdt. Ach zo John wist niet direct wat voor zinnigs hij haar kon antwoorden en dus startte hij de auto maar. Ik denk dat ik je maar eens terug bij jouw auto af moet zetten, zodat jij naar huis kunt. Oh Ik ging ervan uit dat je nog zou willen bespreken wat we vandaag al deden en wat we morgen willen bereiken. Ik wordt nog niet thuis verwacht hoor. We spraken af dat Tom de kinderen na het eten zou helpen met hun huiswerk en nog iets leuk met ze zou doen tot het bedtijd is. Ik heb dus nog wel wat tijd. In dat geval Zullen we onderweg ergens stoppen voor een hapje en een drankje? Een goed idee, John, laat ons dat maar doen. Mooi zei hij. Mag het dak open of is dat een probleem voor je haren? Nee hoor, doe maar, zei ze. Het weer is er mooi genoeg voor. Met een druk op de juiste knop zette John de transformatie van de Mercedes in werking. Wauw! Dit zou mijn vader moeten zien. Hij is een echte autofreak. De warme emotie die doorklonk in haar stem had John nog niet eerder opgemerkt. Dit is voor mij het spel’ gedeelte van mijn altijd werken en nooit spelen’ uitspraak van daarstraks, grinnikte John. Hij schakelde en stuurde de wagen behendig het drukke avondverkeer in. Weldra waren ze op de snelweg. Waar verblijf jij? vroeg Eli op het moment dat ze Bazel binnenreden. John keek even haar kant op en zag hoe haar honingblonde haren speels dartelden in de wind. Daar, wees hij naar een groot reclamepaneel boven op het dak van zijn hotel. Hebben ze daar niet iets te eten, John? ’s Avonds allicht, zei hij. Als jij daar genoegen mee neemt, dan is dat voor mij ook goed. Mooi, dan kunnen we het onderwijl nog wat over onze zaak hebben. Het gaf John een goed gevoel dat ze het over onze zaak’ had. Het betekende dat Eli zich wel degelijk betrokken partij voelde.
Er waren weinig mensen in het restaurant en de muziek stond zacht genoeg om een degelijk gesprek mogelijk te maken. Ze kozen een tafel bij het raam, kregen de menukaart en bestelden. Ik had net een verontrustende gedachte, zei Eli toen de kelner hun drankjes had gebracht. Oh? Vertel eens Ik bedacht me zojuist dat het best vreemd voelt om met een andere man dan de mijne aan tafel te zitten. Ik ben dat niet gewoon zie je. Voor mij is dit niets ongewoons hoor. Dit is niet meer dan een zakendiner, bedoeld om een drukke dag af te ronden en om onze strategie voor morgen te bepalen. Dat weet ik wel maar ik vroeg me af of het ook zo zou overkomen als een kennis mij hier met jou zag zitten. Maak je daarover maar geen zorgen, Eli. Vanochtend vertelde je me dat je intussen wel weet wat er nodig is om in jouw branche succes te hebben. Dit is iets wat er gewoon bij hoort. Ja toch? Eli zuchtte en gedurende enkele seconden was haar blik op het tafelblad gericht. Je hebt gelijk, zei ze, zodra ze hem weer aankeek. Ik probeer het wel om net zo hard en zakelijk over te komen als mijn mannelijke collega’s bij me op kantoor maar soms lukt me dat gewoonweg niet. Dat zijn mannen, Eli. Daar kun jij jezelf maar beter niet mee vergelijken. Als vrouw heb jij allicht een andere stijl en andere troeven. Is het niet beter om altijd en overal jezelf te blijven en gewoon Eli Steiner te zijn? Ik weet het niet, zei ze, meer tegen zichzelf dat tegen hem en dus gaf John het gesprek maar een andere wending. Wat is jouw indruk over wat we vandaag te zien kregen? Ik weet al dat jij geen goed gevoel overhield aan onze eerste ontmoeting met Willy Bouwens, maar heb je verder al iets kunnen ontdekken? Nog niet echt, behalve dan dat het beeld dat jij me vooraf van die man schetste wel degelijk klopt. De figuur van Bouwens past helemaal in het beeld dat ik heb van een onderkruiper en een bedrieger. Ik twijfel er niet aan dat we in de komende dagen wel het een en ander zullen vinden. Dat denk ik ook, zei John. Ik kijk er al naar uit om de volgende dagen maar eens flink voor detective te spelen. Zoals jij dat zegt, heeft het een clandestiene bijklank, grijnsde Eli, maar ik ga niet ontkennen dat ook ik al met vragen zit heel wat vragen zelfs. Dat klinkt alvast veelbelovend, maar zullen we voor nu het werk maar even laten rusten? Ik heb nog een ander soort vraag die mij bezighoudt Wie is Eli Steiner als mens bedoel ik, en wat drijft jou? Meen je dat nou? vroeg Eli, daarbij niet verbergend dat zijn op haar persoon gerichte vraag haar verraste, maar John gaf slechts een hoofdknik als antwoord. Wel Er is Eli, de hardwerkende accountant die jij vandaag te zien kreeg. Daarnaast is er ook een andere Eli, de echtgenote en moeder. Het zou me niet de minste moeite kosten om je tot een stuk in de nacht te vervelen met verhalen over zindelijkheidstraining of over droge oudercontactavonden op school. Ik zou je kunnen onderhouden over hoe je grasvlekken uit katoenen jeugdbeweginguniformen kunt krijgen of hoe je kauwgomresten uit lange haren of uit linnen moet verwijderen en ik ken minstens zes leuke recepten voor kinderflensjes uit het hoofd. De kelner bracht hun gerechten en toen de man weg was, nam John de draad weer op. Allemaal interessant, zei hij, maar hoe zit het nu met Eli als mens? Hmm Ik kom als enigst kind uit een arbeidersgezin. Op school was ik een van de slimmere meisjes. Daarnaast was hard werken iets wat ik van thuis uit meekreeg, als een van de hoogste waarden in het leven. Mijn ouders moedig