Jeugdherinneringen 2

Toen dat ook op de grond lag, zag ik haar kutje. Een vlam schoot door m’n buik. Waarom weet ik niet. Maar als ik nu terugkijk weet ik dat dat het moment was waarop mijn lesbische aard geboren werd. Tot dan toe was een kutje alleen maar iets geweest om te plassen en iets wat goed schoon gehouden moest worden. Zij zag mijn blik en een lach krulde om haar lippen, die ik later zou bestempelen als zinnelijk geil. Ik kreeg een rode kleur en pakte iets uit de kast, wat ik niet moest hebben. Bovendien schaamde ik me, als ik dat fijn ondergoed van haar vergeleek met mijn wit katoenen gevalletje met lange pijpjes tot op de helft van mijn dij. Bij het aanstropen van haar nieuwe droge broekje waagde ik een blik naar poesje. Poesje? Dat was een dikke poes. Tussen twee dikke schaamlippen liep een smal strak streepje. Lief zag dat er uit. Warm. Rood. Als een babyhuidje. Haar venusheuveltje was mooi bol, zodat er twee strakke streepjes liepen, daar, waar de aanzet van haar benen waren. Het was licht zwart behaard. Ik omschrijf dat nu zo met de kennis en ervaring van mijn rijk lesbisch leven. Toen bleef het op dat moment slechts bij iets dat me onrustig maakte. Alsof een mierennest onder in mijn buik wriemelde. “