Er is geen medicijn tegen het tikken van de klok, zingt een bekende band. Mijn zoon zit naast me en ik omzeil een politieblokkade. De zon straalt en de lucht is koel. De band zingt zijn lied en vult mijn cabine met romantiek. Het is rond en zacht en doemt op uit de nevelen van mijn geest. Langzaam wordt het jij. Je bent zwoel, klam en uitnodigend. Ik schut mijn hoofd en kijk op de weg. Overal staan mensen met vlaggen en is er een welhaast extatische sfeer rondom mij heen. Het beeld blijft zich aan mij opdringen, daar ben je weer in al je rondheid. Ik probeer het beeld weg te drukken. Je kijkt me aan en toont je lichaam. Een druppel zweet loopt langs je nek en aarzelt richting je glimmende borst. Ik vraag me af of het druppeltje groot genoeg is om je tepel te bereiken of dat het vlak daarvoor zal uitdoven op je donkere tepelhof. Je handen glijden over je heupen en lijken je verlangen te doen toenemen. Langzaam buig je je voorover en legt je borsten op een koele marmeren tafel. Er gaat een lichte rilling door je heen. Zacht nestelen je borsten zich op de harde koele tafel. Je laat je hoofd zakken en je wang raakt de tafel en je haren waaieren uit over je gezicht. Ik sta achter je en bezie je billen en je ruggengraat, welke langzaam afdaalt naar je nek. Je benen staat iets uit elkaar. Je lichaam is bewegingsloos, de spanning zindert door de ruimte. Alleen je buik deint mee op het ritme van je versnelde ademhaling. Als een roofdier dat wacht op dat wat komen gaat. Zo sta je daar, kwetsbaar en ook heel krachtig. Ik ben bewegingsloos. Mijn hart bonst in mijn keel. Wat een heftige schoonheid. je minnaar”
Reageren? Leuk! Houd het aub on topic en netjes, dankjewel!