Woensdagmiddag zestien uur
Ik kijk uit over de velden rondom de boerderij terwijl ik de laatste klusjes in de stal afmaak. De eerste weken van september voelen vreemd aan zonder de gebruikelijke drukte van school. Normaal gesproken zou ik nu tussen de schoolbanken zitten, maar nu is dat allemaal weggevallen na het afronden van mijn middelbare school. Vanavond staat echter iets bijzonders op de agenda: de eerste voetbalwedstrijd met de mannen van OBEES. De zomer is voorbijgevlogen zonder veel contact met de jongens, behalve Bernard uiteraard. De chatgroep is stil gebleven.
Op de boerderij is het vandaag extra druk. Ik moet veel energie verbruiken omdat mijn vader buiten strijd is; hij heeft een flinke klap gekregen van een koe, waardoor zijn schouder gebroken is en hij nu een paar dagen in het ziekenhuis ligt. Gelukkig staan mijn moeder en ik er niet alleen voor. Hans, de inseminator, springt de laatste dagen bij. Ik ben blij dat Hans er is, al zijn er geen verdere avonturen meer tussen ons gebeurd sinds die ene zondagmiddag in een aparte setting met Bernard. Terwijl ik de stal aan het opschonen ben, hoor ik in de verte mijn moeder konkelfoezen met Hans. “Ik voel dat ik onze Stan aan het verliezen ben,” zegt ze bezorgd. Mijn hart slaat een slag over bij die woorden. “Hij wordt steeds zelfstandiger, en ik kan er niet aan denken dat hij ooit apart gaat wonen.” Hans, die naast haar staat, probeert haar gerust te stellen. “Dat is toch niet voor direct,” zegt hij met een kalme toon. Ik voel een brok in mijn keel bij het horen van hun gesprek. “Misschien heb je last van het ‘lege nest syndroom’. En weet je, je hebt toch maar één zoon, maar dat maakt hem niet minder waardevol.” Hij legt een hand op haar schouder. “Je hebt fantastisch werk geleverd als moeder, Annie.”
Ik vraag me af of ik mijn moeder misschien tekort heb gedaan de laatste tijd. Ik pak mijn fiets en sporttas en loop langs mijn moeder en Hans. Ik blijf even stilstaan bij hen voordat ik naar de voetbalzaal vertrek. Ik geef mijn moeder een stevige knuffel en zeg: “Ik hou van jou, mama.” Haar vertrouwde geur en de warmte van haar omhelzing stellen me gerust. Ik zie hoe Hans naar me knipoogt, een blik vol begrip. “Succes op de voetbal straks. Geniet ervan,” wenst hij me toe. Ik glimlach naar hem, dankbaar voor zijn steun, zelfs als ik nog niet helemaal begrijp wat er staat te gebeuren.
Hans kent me ondertussen als geen ander en weet wat er in mijn hoofd omgaat. Ik geef hem ook een onhandige knuffel voordat ik afscheid neem en op mijn fiets stap. “Zie je wel,” hoor ik Hans nog zeggen, “hij ziet nog zo graag zijn mama, hij gaat je heus niet direct verlaten.” Zijn woorden echoën na in mijn gedachten terwijl ik wegrijd, op weg naar de voetbal. Naarmate ik dichter bij de sportzaal kom, voel ik de zenuwen door mijn lichaam gieren. Niet voor de wedstrijd zelf, maar wel voor wat er voor en na de wedstrijd in de kleedkamer zal gaan gebeuren. De angst en onzekerheid over wat komen gaat, knagen aan me terwijl ik mijn weg vervolg.
Daar sta ik dan, mijn fiets geparkeerd, tas over mijn schouder, terwijl de zenuwen door mijn lijf gieren terwijl ik dichter bij de kleedkamer loop. Het geluid van luide kreunen dringt door de gesloten deur heen, en ik vraag me af of dit wel is wat ik wil. Op de deur staat in grote letters “Verboden toegang voor onbevoegden”, en voor een moment aarzel ik.
Ik open de deur en zie ze daar allemaal zitten, verrassend genoeg netjes op een rij in volgorde van hun naam van het team OBEES: Olivier, Bernard, Eryk en Elias. Ze zitten nog in hun gewone alledaagse kledij, en het gegil blijkt afkomstig te zijn van de telefoon van Elias. “Nu hebben we je goed liggen gehad, hé, Stan,” zegt Olivier met een grote glimlach op zijn gezicht. Bernard staat op en komt naar me toe. “Ik ben blij dat je er bent, Stan. We zullen rustig aan beginnen, geen schrik,” verzekert hij me. Dat stelt me volledig gerust. Het is vreemd hoezeer Bernard als een vaderfiguur voor me aanvoelt. Hij voelt veel vertrouwder aan dan mijn eigen vader; ik heb dezelfde band met hem als ik met Hans heb. We hebben natuurlijk al enkele innige momenten gedeeld, en zijn aanwezigheid geeft me een gevoel van veiligheid en geborgenheid waar ik enorm dankbaar voor ben.
“Kom nog halfuurtje tot we op veld moeten, laten we eerst opwarmen,” klinkt het vanuit Eryk, zijn Nederlands wat gebrekkig vanwege zijn Poolse afkomst. Ik kijk naar hem terwijl hij praat, nieuwsgierig naar wat er nu gaat komen.
“Omdat we een nieuwkomer hebben, mag hij kiezen wat de opwarming is; we hebben altijd een paar leuke spelletjes,” zegt Olivier met een glimlach. Ik voel me gevleid door het gebaar en ben benieuwd welke ‘spelletjes’ er zullen voorgesteld worden. Elias onderbreekt Olli: “Is het niet goed om te beginnen met een rustiger spelletje?” Zijn stem doorbreekt de spanning. Olivier kijkt hem vragend aan, terwijl de anderen nieuwsgierig hun blik op Elias richten. “Waar dacht je dan aan?” vraagt Olivier, zijn interesse gewekt door Elias’ voorstel. Elias, met een kleine glimlach op zijn gezicht, antwoordt zonder aarzeling: “Stutje trek?” “Dat lijkt me inderdaad goed,” komt Bernard tussen. Hij richt zijn aandacht op mij. “Ken je dat?” vraagt hij. Ik schud mijn hoofd. “Nee, sorry,” antwoord ik. “Oké, geen probleem,” zegt Bernard, de oudste in het gezelschap, geruststellend. Hij richt zich tot Eryk. “Ga ondertussen een boterham halen in de kantine, Eryk,” instrueert hij. “Oké,” antwoordt Eryk met een knikje, waarna hij opstaat en de kleedkamer verlaat. De rest van ons blijft achter en we mogen ons beginnen omkleden.
Ik voel me nog wat verlegen om me om te kleden, maar Bernard kijkt me aan en spreekt dan een beetje kwaad: “Allee Stan, je hebt een prachtig lichaam, je moet niet verlegen zijn.” Zijn woorden verrassen me en ik voel een blos op mijn wangen verschijnen. Het is nog altijd vreemd om zulke complimenten te ontvangen. Langzaam begin ik mijn kleding uit te trekken, terwijl ik probeer mijn verlegenheid opzij te zetten en me te concentreren op het spel dat voor ons ligt.
Daar zit ik dan volledig naakt in een kleedkamer, omringd door allemaal naakte dikkere, oudere mannen. Hun buiken zijn allemaal zo mooi gevormd, ik word er een beetje jaloers van. Sommige mannen hun geslachtsdeel staan al in volle erectie, de mijne hangt er net zoals Bernard nog slap bij als kleine garnaaltjes. We wegen allemaal meer dan honderd kilogram, hun lichamen zijn imposant en tegelijkertijd verleidelijk in hun volle, ronde vormen. De geur van zweet en opwinding hangt zwaar in de lucht, een mix van mannelijkheid die mijn zintuigen prikkelt en mijn hart sneller doet kloppen.
Eryk komt terug binnen, zijn aanwezigheid brengt een nieuwe dynamiek in de kleedkamer. Zijn begroeting snijdt door de spanning, waardoor een sfeer van camaraderie ontstaat te midden van onze naakte kwetsbaarheid. “Geen zorgen, we hebben gewacht op jou,” antwoordt Bernard, zijn stem doordrenkt met vertrouwen. Maar toch blijft de vraag over het spel hangen als een onuitgesproken mysterie.
Terwijl we ons verzamelen rond Eryk, die de broodzak openmaakt, voel ik een golf van opwinding door me heen gaan. Wat voor vreemd spel zit er in die zak verborgen? Mijn nieuwsgierigheid is nu op zijn hoogtepunt, en ik kijk gespannen toe terwijl Eryk begint uit te leggen wat het spel inhoudt. Mijn verwarring groeit als Eryk slechts één boterham uit de zak haalt. Dit is niet wat ik had verwacht. Mijn gedachten racen terwijl ik probeer te begrijpen wat voor spel dit zou kunnen zijn met slechts één boterham als hoofdrolspeler. Een golf van lichte frustratie komt op wanneer Eryk zich eerst nog volledig wil uitkleden, voordat hij zich begint met de spelregels. Met een geheimzinnige glimlach op zijn gezicht begint Eryk eindelijk het spel uit te leggen, en mijn nieuwsgierigheid bereikt een hoogtepunt. Dit is het moment waar ik heb op hebben gewacht, om eindelijk te ontdekken wat ‘stutje trek’ werkelijk inhoudt.
“Oké jongens, luister goed,” begint Eryk, zijn stem vol spanning. “De regels zijn eenvoudig, we staan hier allemaal, en niemand wil de laatste zijn. De persoon die als laatste overblijft, verliest en moet de boterham opeten. Het wordt geen gewone boterham want we beginnen op mijn teken allemaal te masturberen. Wie als laatste klaarkomt op de boterham moet de boterham opeten.” Het vreemde en ongewone karakter van het spel dringt tot me door, en ik kan niet anders dan me afvragen wat voor bizarre wendingen het zal nemen. Maar te midden van mijn verbazing voel ik ook een opwelling van vastberadenheid. De herinnering aan de masturbeertijden uit het geheime boek brengt een flits van zelfvertrouwen in me naar boven. Ik weet dat ik een goeie kans heb om dit spel tot een goed einde te brengen, om niet de laatste te zijn en daarmee vernedering te ontlopen. De andere mannen zijn dan ook allemaal ouder, voor ik als achttienjarige mag dat toch geen probleem zijn?
Is dit spel echt iets om van te genieten, of is het eerder iets onsmakelijks dat we moeten doorstaan om de vernedering te vermijden? Met een mengeling van emoties en gedachten stort ik me in het spel, vastbesloten om mijn best te doen en te zien waar deze vreemde reis ons naartoe zal leiden.
Eryk kondigt de start van ‘stutje trek’ aan. Terwijl het spel vordert, valt me op dat elk van mijn medespelers een unieke aanpak hanteert. Elias beweegt met een ritmische precisie, alsof hij een choreografie uitvoert, terwijl Olli en Eryk voor brute kracht gaan met hun piemels, hun bewegingen snel en krachtig. Hun gespierde armen komen nu nog beter uit. Het is een fascinerend schouwspel van verschillende technieken en strategieën die samenkomen in dit ongewone spel.
Ik voel mezelf langzaam in het ritme van het spel komen, mijn oorspronkelijke ongemak begint te vervagen terwijl ik me steeds meer begin te concentreren op de uitdaging voor me. Het is bijna hypnotiserend om te zien hoe elk van ons zichzelf tot het uiterste duwt in een poging om niet de laatste te zijn. Bernards trotse blik vang ik op, en het geeft me een gevoel van voldoening te weten dat hij ziet dat ik begin te genieten van het spel. Zijn aanmoediging geeft me een extra boost, en ik vind mezelf steeds meer opgaan in de competitie.
Maar terwijl ik mijn eigen tempo vind en steeds sneller ga, merk ik ook dat Bernard een langzamere benadering hanteert. Zijn bewegingen lijken bedachtzaam en methodisch, en ik kan niet helpen maar me afvragen of zijn leeftijd een rol speelt in zijn strategie. Zijn kleine garnaaltje is ondertussen wat groter geworden. Het idee dat hij misschien een slechte tijd had in eerdere rondes en dat zijn leeftijd hem parten speelt, komt bij me op. Temidden van de intense focus en inspanning van het spel, begint een kakofonie aan verschillende kreunen de kleedkamer te vullen.
Mijn hart bonst in mijn borstkas terwijl Eryk triomfantelijk naar de tafel met de boterham loopt. Hij heeft gewonnen, hij spuit als eerste zijn zaad op de boterham, maar ik laat me niet van mijn stuk brengen. Elias volgt al snel zijn voorbeeld, zijn sperma druipt mondjesmaat uit zijn eikel en ik voel de spanning alleen maar stijgen. Mijn ogen glijden naar Olivier en Bernard, die nog steeds naast me staan, de ene met wilde rukken, de andere rustig genietend precies. We zijn de enigen die nog niet zijn klaargekomen. Ik slik de opkomende zenuwen weg en houd mijn adem in terwijl ik wacht tot wanneer het zaad eindelijk mijn lichaam verlaat. Ik voel een steek van teleurstelling door me heen gaan als Bernard zijn balzak begint te legen, en ik realiseer me dat ik nu bij de laatste twee sta. Mijn ademhaling versnelt terwijl ik mijn ogen op Olivier richt, de enige persoon die nog naast me staat. Ik ben onder indruk van zijn indrukwekkende penis. We zijn beiden vastberaden, maar ik weet dat er maar één verliezer kan zijn. Mijn handen trillen lichtjes terwijl ik mijn blik op de boterham richt.
Ik laat Bernard achter me komen staan en concentreer me op het spel, wetende dat ik zijn hulp nodig zal hebben om dit tot een goed einde te brengen. Zijn drie vingers voelen zalig over mijn geslachtsdeel en ik voel inderdaad verandering komen in het spel. Is het Bernard die voor deze opwinding zorgt? Ik begeef me richting de tafel, Bernard drukkend in mijn rug, met zijn geslachtsdeel drukkend tegen mijn kontje. Mijn ademhaling wordt zwaarder en mijn hart bonkt als nooit tevoren. Terwijl Bernard zijn vingers vaardig over mijn lengte laat glijden, voel ik hoe mijn lichaam reageert op de stimulatie. De spanning bouwt zich op en ik weet dat het niet lang meer zal duren.
Net op het moment dat ik denk dat ik de winst kan grijpen, zie ik Olivier voor me naar voren schieten. Mijn hart zinkt als ik besef dat ik te laat ben. De teleurstelling overspoelt me wanneer ik hem zie spuiten richting de boterham, ik ben de verliezer. Ik ben tien seconden te laat, Bernard is slim genoeg om mij net een kwart te laten draaien, zodat ik niet spuit op de boterham die ik moet opeten, maar dat ik rechtstreeks spuit op de tafel. De teleurstelling weegt zwaar op mijn hart terwijl de realiteit van mijn nederlaag tot me doordringt. Mijn vrienden zien mijn verslagen gezicht en komen naar me toe, hun armen open voor een omhelzing. Ik voel niet alleen hun steun en warmte, maar ook hun naakte lichamen en jongeheren terwijl ze me troosten. Ondanks mijn verlies, weet ik dat ik omringd ben door mensen die om me geven, en dat geeft me troost te midden van de teleurstelling. Met een zucht laat ik me in hun omhelzingen zakken, wetende dat ik niet alleen ben in mijn moment van zwakte.
Met gemengde gevoelens staar ik naar de boterham die voor me ligt, besmeurd met heel wat sperma van de verschillende mannen. Het idee om hem op te eten vervult me met weerzin, maar ik weet dat het bij het spel hoort. Net op het moment dat ik me wil buigen om te beginnen, voelt mijn opluchting wanneer Bernard aanbiedt om de helft met me te delen. Zijn woorden treffen me diep, en ik voel een golf van dankbaarheid over me heen spoelen. “Dank je wel, Bernard,” fluister ik, mijn stem schor van emotie. Zijn gebaar herinnert me eraan dat ik niet alleen ben, zelfs in mijn momenten van nederlaag. Met hernieuwde moed neem ik een hap van de boterham, wetende dat ik niet alleen door deze uitdaging hoef te gaan.
Ik onderdruk een kokhalsreflex terwijl ik een hap neem van de boterham. De smaak is werkelijk verschrikkelijk, een mix van zure, vieze smaken, met hier en daar een vleugje ananas en vis. Mijn maag draait zich om van walging en ik moet alle moeite doen om niet over te geven. Maar uiteindelijk, met vastberadenheid, slik ik het door. Het voelt als een overwinning op zichzelf, hoe bitter de smaak ook is. De andere mannen zien mijn worsteling en bieden me meteen wat drinken aan. Met dankbaarheid neem ik het aan, wetende dat het me zal helpen om deze beproeving te doorstaan.
Ik kijk verbaasd naar Bernard terwijl hij zonder moeite de boterham doorslikt en zelfs beweert eraan gewend te zijn. Zijn opmerking over mijn rol in zijn prestatie vervult me met trots en verwondering. “Bedankt, Bernard,” zeg ik met een glimlach. “Het was teamwork, en ik ben blij dat ik heb kunnen helpen.” Zijn compliment doet me goed en laat me voelen dat mijn aanwezigheid ertoe deed, hierdoor kwam hij blijkbaar sneller klaar, zelfs in een uitdaging als deze. Het idee dat hij trots op me is, geeft me een warm gevoel van binnen.
Ik sta daar, naast mijn vrienden, zo kan ik ze ondertussen wel noemen volgens mij, terwijl we naar de klok staren. Nog maar vijf minuten tot de match begint. De opwinding is voelbaar in de lucht, een mengeling van zenuwen en anticipatie. We haasten ons om ons weer aan te kleden, onze sportkleding aan te trekken, onze schoenen vast te maken, en dan zijn we klaar om te vertrekken. Met elke stap die we zetten richting de zaal.
Hopelijk wordt de match niet zo lastig als de opwarming en wat zal er na de wedstrijd nog gebeuren in de kleedkamer…