BDSM artikelen, erectiepillen of gewoon iets voor de fun?Zoek erotische hulpmiddelen in onze vertrouwde webshop

Prinses Alicia en de Verdorven Ridder, deel 1

(c) 2019-2023, door P.D. Vile
Ik heb dit verhaal in 2019 geschreven voor een Engelse website die intussen helaas niet meer bestaat. De originele titel is “Princess Alice and the Evil Knight”. Twee jaar later heb ik dit verhaal in het Nederlands vertaald. En in 2023 heb ik die vertaling herschreven en aangepast zodat de inhoud beter aansluit op de regels van websites zoals Gertibaldi.
Veel leesplezier! En laat me vooral ook weten wat je ervan vindt. Dat kan via het reactie formulier hieronder, maar als je liever niet op de site staat, dan kun je me ook mailen. Zie mijn profiel voor mijn email adres.

* * *

“Vertel je me nog een verhaaltje voor het slapen gaan, PD?”
“Wil je dat echt, Alicia? Ben je daar niet te oud voor?”
“Soms is het leuk om voorgelezen te worden. En me weer even klein te voelen. Net als vroeger. Alsjeblieft, mag het?”

Hoe zou ik ooit je smekende ogen kunnen weerstaan, mijn lieve meid?
Ik kus je zachtjes op je voorhoofd.
“Natuurlijk, Alicia. Wil je dat ik uit je boek voorlees? Of moet ik iets verzinnen?”
“Oh, zou je dat willen doen, PD?”
“Natuurlijk. Voor jou altijd. Geef me even de tijd om iets te bedenken.”

Ik kijk naar je. Ik ben een schrijver, ik zou een verhaal moeten kunnen bedenken. Maar normaal schrijf ik voor volwassenen. Jij bent niet mijn normale publiek. Je bent mijn 16-jarige nichtje. Ik moet ervoor zorgen dat het verhaal past bij jouw belevingswereld. Ik moet aansluiten op wat jij fijn vindt.

* * *

Er was eens, in een land ver van hier, een prachtig kasteel. En in dat kasteel leefden de koning en de koningin, met hun dochter, de prinses. Haar naam was Alicia.
Ja, net als jij!
En ze was zestien jaar oud.
Ook net als jij!
En ze was beeldschoon en prachtig om te zien.
Uiteraard niet zo mooi als jij, lieve Alicia. Dat is onmogelijk. Maar bijna, bijna net zo mooi als jij.
Iedereen in het rijk wist dat prinses Alicia de mooiste jonge vrouw van het land was.

Maar toen, op een slechte dag, renden verkenners tijdens het diner de eetzaal binnen.
“Heer Koning, heer Koning! Wij komen met slecht nieuws. Ons is ter ore gekomen dat de Verdorven Ridder uit zijn kerker is ontsnapt. Hij is op weg naar ons koninkrijk, belust op wraak.”

Alicia zag angst in haar vaders ogen. Maar hij was niet voor niets de koning. Dus hij verhief zich en sprak, tegen alle aanwezigen.
“Voorwaar, dat is inderdaad slecht nieuws. Bereid u voor, geliefde burgers. Het duister valt over ons rijk en ons wacht een lange strijd. De Verdorven Ridder is een ontzagwekkende vijand. Als hij komt, belust op wraak, voorwaar dan zal er leed komen over ons land. Maar vrees niet! Ten morgenstond verzamel ik mijn dapperste ridders, en we zullen uitrijden. We zullen de vijand zoeken. We zullen hem vinden. We zullen vechten. En we zullen zegevieren!”
“Dienaren! Breng wijn en voedsel. Voorzie onze dappere ridders van alles wat ze maar willen, want velen van hen zullen niet terugkeren. Zij verdienen een vreugdevolle nacht voordat ze huid en haar wagen op het strijdveld!”
“Ridders! Vier vanavond feest! Keer dan huiswaarts, om je geliefden vaarwel te zeggen. Morgen bij zonsopgang rijden we uit. Sommigen van ons zullen terugkeren als winnaars, als helden. Maar velen zullen ook sterven, en slechts voortleven in liederen en verhalen over jullie heldhaftig offer, die we zullen vertellen aan onze kinderen en kindskinderen.”
“Ridder Jos, voor jou heb ik een speciale opdracht. Jij rijdt morgen ook uit, maar niet met ons. Jouw taak zal zijn mijn geliefde vrouw en dochter naar het Westelijk Kasteel te begeleiden, en ze veilig te houden tot de Verdorven Ridder verslagen is.”

Maar toen gebeurde iets onverwachts. Alle aanwezigen zwegen, toen prinses Alicia opstond uit haar zetel, onverzettelijk onder de strenge blik van haar vader.
“Nee vader, ik wil niet vluchten. Ik wil mee uitrijden, met jou en met de ridders, en ons koninkrijk beschermen!”
“Nee kind, dat kan ik niet toestaan. Vechten is mannenwerk. Jij bent mijn dochter en de erfgenaam van de troon. Jij moet veilig zijn. Jij moet overleven, voor als ik het niet overleef. Jij gaat morgen mee met ridder Jos, en dat is mijn laatste woord.”
Prinses Alicia ging gehoorzaam weer zitten. Ze wist wel beter dan haar vader tegen te spreken.

Maar die nacht plaagden gedachten haar geest. Ze had alle boeken gelezen die ze kon vinden. Ze wist precies hoe deze verhalen afliepen.
Het is altijd, wist ze, altijd de prins die het koninkrijk redt, de koning en koningin redt en het gevaar afwendt. Maar prinses Alicia was enig kind. Er was geen prins in dit koninkrijk. Betekende dit dat er niemand was om de situatie te redden? Was het koninkrijk gedoemd?
Prinses Alicia was troonopvolger omdat er geen prins was. Zij was de enige afstammeling in de koninklijke bloedlijn. Maar … als zij in plaats van een prins de troonopvolger was, rustten dan niet ook alle andere taken van een prins op haar?

Haar vader had natuurlijk gelijk dat vechten mannenwerk was. Ze had nog nooit in haar leven een zwaard vastgehouden, ze had geen schijn van kans. Maar toen glimlachte Alicia, omdat ze een idee kreeg. Ze had andere wapens, wapens waarvan alleen zij wist hoe ze die kon hanteren.
Haar besluit stond vast. Ze wachtte niet langer. Ze wist dat ridder Jos haar morgen niet uit het oog zou verliezen. Ze moest nu handelen.

Prinses Alicia stapte uit haar bed en liep toen door de donkere gangen van het kasteel naar de stal. Alles was stil. Het was gemakkelijk om de nachtwakers uit de weg te gaan.
Ze liep regelrecht naar Nachtschade, haar favoriete paard.
“Sssttt, Nachtschade,” fluisterde ze, “jij en ik gaan een ritje maken, maar je moet stil zijn.”
Ze leidde Nachtschade aan de teugels de stal uit en besteeg hem toen. Ze had geen idee waar ze heen moest. Maar haar vader had haar voor haar veiligheid naar het Westelijk Kasteel bevolen. Het gevaar moest dus in het oosten liggen.
“Ren, Nachtschade,” zei ze, en ze renden weg. Oostwaarts, in volle galop.

* * *

Ik pauzeer, kijk naar je ingespannen blik.
“Wil je doen alsof jij prinses Alicia bent?”
Je knikt.
“Er is hier geen paard, maar we kunnen mijn been gebruiken. Ga maar schrijlings op één van mijn dijen zitten. Dan kan ik mijn been op en neer bewegen, en dan is het net alsof ik je paard ben.”
Je klimt uit je bed, op mijn schoot. Je slaat je armen om mijn rug, voor steun. Ik weet dat je nooit ondergoed draagt in bed. Ik voel je blote kut op mijn blote been. Ik stuiter met mijn been en voel je schaamlippen op mijn been stuiteren.
“Is dit fijn zo? Zal ik verder vertellen?”

* * *

Reeds spoedig bemerkte prinses Alicia dat ze een vergissing had gemaakt. In haar haast om het kasteel te verlaten had ze zich geen tijd gegund om zich aan te kleden. Gelukkig was haar nachtpon kort. Door haar gewaad op te tillen, had ze genoeg bewegingsruimte om haar paard te bestijgen. Maar ze droeg er niets onder. Dus nu stuiterde haar naakte kutje telkens op en neer, op de warme, gespierde rug van Nachtschade. Ze voelde het tintelende gevoel dat ze zo goed kende van de momenten dat ze met zichzelf speelde. Ze voelde haar kut nat worden.
Ja, net zoals jij nu nat wordt op mijn been, lieve Alicia.

Ze wilde stoppen, zich neervlijen in de berm, en zichzelf bevredigen. Haar kutje aanraken, haar klitje wrijven, het orgasme vinden waar ze zo naar verlangde.
Maar nee, vermaande ze zichzelf, ik moet sterk zijn. Ik moet het koninkrijk redden.
En dus zette ze door. Met op elkaar geklemde tanden, terwijl kreuntjes van genot haar jonge mond ontvlieden, en haar kutsap Nachtschades rug bedekte.
Toen ze het niet langer aankon, vertraagde ze Nachtschade tot een zachte draf, drukte haar lichaam naar beneden en gleed heen en weer op zijn rug. Zo gaf ze haar schaamlipjes en haar gevoelige klitje de massage waar ze naar hunkerde.
Ja, zo, lieve Alicia. Precies zo.
Sneller en sneller bewoog ze, sneller nog, totdat ze haar lichaam voelde trillen door haar orgasme.

* * *

Ik pauzeer. Je zit nog na te schudden en trillen op mijn dijbeen.
Ik wacht totdat je ademhaling weer kalmeert.

* * *

Zodra prinses Alicia haar orgasme voelde verminderen, beval ze Nachtschade weer in volle galop te gaan. Totdat ze opnieuw de drang niet meer kon weerstaan, opnieuw moest vertragen om zichzelf op de warme paardenrug klaar te wrijven.
Ze reden en reden. Na vele uren, en minstens zes fantastische orgasmes, zag prinses Alicia het vage licht van een vuur in de verte. Ze wist waar ze was. Dit moest de ingang van de Duistere Grot zijn. Het was logisch dat de Verdorven Ridder daar zijn kamp zou hebben opgeslagen.

Prinses Alicia stapte van Nachtschade af, fluisterde “Blijf,” en liep toen zo zachtjes als ze kon door de struiken, naar de ingang van de grot. Ze zag één enkele wacht op wacht staan bij de smeulende resten van een kampvuur. Hij had een gigantisch zwaard om zijn middel gebonden; zijn schild stond dichtbij tegen een boom.
Ze slikte moeizaam. Zouden haar speciale wapens goed genoeg zijn om hem te verslaan? Of zou ze sterven, sterven als een stomme jonge deerne die dacht te kunnen vechten, door de hand en het zwaard van deze bruut?
Maar ze was niet het kasteel ontvlucht en helemaal hierheen gereden om nu onverrichter zake te vluchten. En dus verhief ze zich. Trots en fier stapte ze vanuit het struikgewas het licht in.

“Halt! Wie is daar?” brulde de wacht, terwijl hij zijn zwaard uit de schede trok en op de prinses richtte. Maar toen stopte hij. Een jonge vrouwe? Bijna een meisje, nog? Dat had hij niet verwacht.
De pauze was genoeg voor prinses Alicia om te spreken.
“Alsjeblieft, dappere wacht, dood me niet. Want ik ben het, prinses Alicia. En ik kom voor een audiëntie bij uw meester, de Verdorven Ridder. Ik kom en breng de boodschap van liefde.”
“Mijn meester neemt geen audiënties aan. Ik heb strikte orders om iedereen te doden die de grot in durft te gaan. Ik wens niet zo’n prachtige jonge vrouw als jij te doden, maar één stap verder en ik heb geen keus.”

Prinses Alicia wist dat dit het moment van de waarheid was. Het moment om haar wapens te tonen, en te zien of ze effect zouden hebben.
Ze pakte de zoom van haar nachtjapon, trok die over haar hoofd en liet hem op de grond vallen.
Ja, zo, lieve Alicia. Zo deed ze dat.
Daar stond ze, in al haar naakte onschuld. De gladde huid op haar strakke buik. Haar borstjes, stevig overeind, zoals het een deerne van haar leeftijd betaamt, tepels die trots omhoog wezen. Haar zachte, met donker schaamhaar begroeide heuvel, en daaronder haar spleet, nog druipend van haar sappen.

De mond van de wacht viel open, en zijn zwaard viel op de grond. Hij stond daar maar en bewonderde de pure schoonheid die de prinses zo gewillig toonde.
De prinses zag het effect dat haar wapens hadden. Ze zag hoe zijn lendendoek zich oprichtte. Ze deed een stap naar voren en toen nog één, totdat hun lichamen elkaar bijna raakten. De prinses glimlachte, reikte onder de kleding van de wacht en vond zijn gezwollen mannelijkheid.
Ja, Alicia, zo. Precies zo!

Toen sprak de prinses.
“Ik hoop dat je nu inziet dat het beter is lief te hebben dan te vechten. Want vechten is de weg van de dood, en liefhebben is de weg van het leven. Ik ben prinses Alicia. Ik ben de prinses van de liefde. Ik wijd mijn leven en mijn koninkrijk aan het leven, niet aan de dood. Ik ben de prinses van de liefde!”
En toen begon ze de wacht af te trekken. Hij hijgde en gromde. Zijn hand vond één van de stevige borsten van de prinses en streelde haar daar. Zijn andere hand vond haar kont, kneep en masseerde haar billen. En de prinses pompte zijn opgezwollen lid, harder en harder, sneller en sneller.
Misschien een beetje rustiger, Alicia? Anders ben ik eerder klaar dan het verhaal.
Toen de prinses voelde dat de wacht op het punt stond klaar te komen, tilde ze zijn lendendoek op, en kon voor het eerst zijn grote staaf zijn. Ze richtte hem op haar borst, trok en streelde, totdat de wacht met een luide schreeuw van plezier explodeerde in een orgasme. Straal na straal van zijn schurkenzaad spoot tegen haar borstkas, haar borsten, haar buik. Ze voelde hoe het langs haar buik liep, over haar heuvel, naar haar benen.

Toen sprak de wacht.
“Dank je wel, lieve prinses Alicia. Je hebt me de dwaling van mijn wegen laten zien. Vanaf nu zal ik niet meer vechten. Ook ik kies nu het pad der liefde.”
En daarmee stond hij op en liep weg.

Prinses Alicia was trots op zichzelf. Ze had haar wapens gebruikt, en ze hadden gewerkt!
Maar ze moest de Verdorven Ridder nog onder ogen zien. Een man, zó duister, zó verdorven, dat alleen al het noemen van zijn naam iedereen in het koninkrijk deed huiveren van angst. Was hij niet té verdorven, té zwart in zijn hart, voor haar boodschap van liefde?
Maar de prinses had geen keus. Ze was zó ver gekomen. Ze moest verder. Moest het koninkrijk redden.
Met hernieuwde vastberadenheid keerde ze zich naar de ingang van de grot en liep naar binnen. Naakt als de dag dat ze werd geboren, terwijl het sperma van de wacht nog altijd langs haar buik en benen droop.

Ze betrad de Duistere Grot. Het was donker binnen, maar niet helemaal donker. Toen haar ogen eenmaal gewend waren, merkte ze dat er glimwier in de gangen groeide; het wier gaf net genoeg licht om te kunnen zien.
Na enkele bochten van de kronkelige grot zag ze een tot de tanden bewapende man. De prinses verschuilde zich achter een grote steen en zorgde dat alleen haar hoofd zichtbaar was; terwijl ze sprak:
“Ik ben het, prinses Alicia. Bent gij de Verdorven Ridder? Ik kom en breng de boodschap van liefde.”

De man sprong in de houding en trok zijn zwaard. Maar ook hij hield zich in toen hij zag dat de indringer nog maar een jonge vrouwe was.
“Ik ben slechts een wacht, die levenslang dienstbaarheid is verschuldigd aan de Verdorven Ridder. Ik weet niet hoe je de eerste wacht bent gepasseerd, jongedame. Maar je komt niet langs mij heen.”
Maar prinses Alicia stapte dapper voorwaarts, vertrouwend dat haar charmante wapens haar niet teleur zouden stellen. Ze zette stap na stap. Zou de wacht zijn zwaard tegen haar verheffen? Maar toen zag ze dat het niet zijn zwaard was, maar zijn mannelijkheid die hij verhief.

Prinses Alicia knielde aan de voeten van de wacht, tilde zijn lendendoek op en nam zijn hard kloppende lid in haar handen. Toen opende ze haar mond en liet hem binnen.
Oohhh, ja. Ja, Alicia. Ja, zo deed de prinses het!
Ze draaide haar tong rond het gevoelige puntje. Ze zoog. Ze nam hem zo diep als ze kon, dan weer terug, bewoog haar hoofd steeds op en neer.
Rustig aan, Alicia, rustig aan!
Al snel voelde ze dat de man dicht bij zijn climax kwam. Ze sloot haar mond, zoog hard, en toen hoorde ze een diep grommend gebrul uit de keel van de man komen, terwijl ze straal na straal van zijn mannelijke vloeistoffen in haar jonge mond voelde spuiten.
Ze probeerde alles door te slikken, maar ze hield het niet bij. Het was te veel. Ze voelde een klein stroompje uit haar mond lopen, over haar kin, naar haar borst.

Eindelijk stopte de wacht met klaarkomen. Alicia stond op, slikte het laatste zaad dat ze in haar mond had door, en verklaarde toen statig:
“Ik ben prinses Alicia. Ik ben de prinses van de liefde. Ik hoop dat je nu inziet dat het beter is lief te hebben dan te vechten. Want vechten is de weg van de dood, en liefhebben is de weg van het leven. Ik wijd mijn leven en mijn koninkrijk aan het leven, niet aan de dood. Ik ben de prinses van de liefde!”
En de wacht zeeg zijn hoofd en antwoordde:
“Dank je wel, prinses Alicia. Je hebt me de dwaling van mijn wegen laten zien. Vanaf nu zal ik niet meer vechten. Ook ik kies nu het pad van de liefde.”
Hij draaide zich om om weg te gaan, maar sprak nog één keer.
“Als je door deze gang gaat, zul je nog één wacht vinden voordat je de Verdorven Ridder bereikt. Pas op, mijn prinses. De laatste wacht zal moeilijker te beïnvloeden zijn dan ik. En de Verdorven Ridder zelf …”
Hij huiverde.
“Ik hoop dat het je lukt, maar ik ben bang dat de duisternis van zijn ziel zelfs voor jou te veel zal zijn om te overwinnen.”

Wat vond je van dit verhaal?

(Alleen leden kunnen stemmen)

Aantal stemmen: . Gemiddeld cijfer:

Nog geen cijfer, ben jij de eerste ?

Geschreven door P.D.Vile

Mjin verhalen zijn fantasie. Puur fantasie. En omdat ik graag fantaseer over jong met oud, zal je dat dus ook veel in mijn verhalen tegenkomen.

Ik hou niet van geweld of dwang. Wil je daar graag over lezen, zoek dan verder.

Wil je me een berichtje sturen, bijvoorbeeld over mijn verhalen? Dat kan via P.D.Vile@protonmail.com.

Dit verhaal is 3647 keer gelezen.
Reageren? Leuk! Houd het aub on topic en netjes, dankjewel!

Plaats een reactie