Blind date Ze keek nog eens om zich heen in de stationsrestauratie. Ze vond dit hele station niks bijzonders. Iedereen zei altijd dat Haarlem zo’n mooi station had, maar haar deed het niets. Ze hield eigenlijk helemaal niet van oude dingen, dacht ze zonder enige spijt. Zenuwachtig keek ze nog eens op haar horloge. Het was tien voor half twee. Om precies half twee had ze een blind date met een man die aan haar gekoppeld was door een computer. Haar beste vriendin Els had op deze manier kennis gemaakt me een werkelijk eindeloze man, Bob. Zij had hem inmiddels ook ontmoet en ze moest het toegeven, voor zo’n man zou zij ook gevallen zijn. Hij was lief, net genoeg om geen ei te zijn, niet onbemiddeld en volgens Els was hij de beste minnaar die ze ooit gehad had. Els was ervan overtuigd geweest dat juist de bemiddeling van bureau Compu-date ervoor gezorgd had dat zij en Bob samen waren gekomen. Compu-date was namelijk geen gewoon bemiddelingsbureau via de computer. Daar waren er immers tientallen van. Nee, Compu-date was opgezet door twee werkloze psychologen die heel erg diepgaan te werk gingen bij het koppelen van mensen. Hoewel je, net als bij een gewoon relatiebemiddelingsbureau, ook een vragenlijst moest invullen, was de vragenlijst van Compu-date veel uitgebreider. Ze had er maar liefst vier uur over gedaan. De vragen waren dan ook erg afwisselend en helemaal niet wat je zou verwachten bij relatiebemiddeling. Ze vroegen je bijvoorbeeld niets over je hobby’s en je werk. Dat vonden ze blijkbaar niet belangrijk. Nee, de vragen gingen veel meer over je jeugd en over je relatie met je ouders. Het leek wel een soort van psychotherapie, had Els gevonden. Toch had ze de vragenlijst eerlijk ingevuld. Het had haar bovendien wel een goed gevoel gegeven. Het riep zoveel herinneringen op. Zo was er bijvoorbeeld een vraag geweest over de muziek waarbij ze zich het beste thuis voelde. Ze had onmiddellijk aan Billie Holiday gedacht. Vroeger toen ze klein was draaide haar vader altijd Billie Holiday onder het eten. Haar ouders vonden het belangrijk dat het eten een rustpunt was. Daarom werd er altijd aan de grote tafel gegeten, en niet zoals bij veel van haar vriendinnen voor de televisie. Tijdens het eten werd er dan gepraat over wat iedereen die dag had meegemaakt. Hoewel ze nu toch al weer zeven jaar uit huis was, dacht ze nog met veel warmte terug aan haar jeugd. Ze hoopte dat ze ooit net zo’n relatie zou hebben als haar ouders met elkaar hadden gehad. Ook de vraag over haar meest bijzondere jeugdervaring had allerlei herinneringen opgeroepen. Hoewel ze, voor haar gevoel, veel bijzondere herinneringen had, was er toch een die eruit sprong en dat was haar optreden op de leerlingenavond van haar basisschool. Ze had die avond een zelf geschreven lied gezongen. De tekst ging over een jongen die ze heel erg leuk vond, maar dat kon je er niet uit afleiden. Althans, dat dacht ze toen. Jaren later had ze de tekst nog eens doorgelezen en zich geschaamd over de naieve woordkeus, maar op die bewuste leerlingenavond had iedereen de handen stuk geklapt, haar ouders voorop. Er waren overigens ook wel “normale’ vragen geweest. Zo had ze opgegeven at witte rozen haar favoriete bloemen waren, PvdH de mooiste sportman van Nederland was. De Volkskrant het beste dagblad en dat Gerrit Zalm haar de meest bekwame minister uit het kabinet leek. Ze keek nog eens naar de klok. Vijf voor half twee. Ze besefte dat de man die ze zo dadelijk zou ontmoeten ook een dergelijke lijst had moeten invullen. Ze vroeg zich af of ze ooit inzage gaven in iemands antwoorden. Waarschijnlijk niet, dat was natuurlijk een schending van privacy. Ze haalde de brochure van Compu-date uit haar tas. De hele eerste pagina van de folder was gevuld met een tekst waaruit moest blijken dat Compu-date niet te vergelijken was met andere relatiebureau’s. Het belangrijkste verschil was dat er bij de bemiddeling totaal geen mensen aan te pas kwamen. Je meldde je aan en dan kreeg je via het internet de vragenlijst thuis. Vanaf het moment dat je die lijst, ingevuld, terugstuurde was je “oproepbaar’. Vervolgens ging de computer aan de slag. Compu-date had eigen software (uit Japan, volgens de folder) die allerlei vergelijkingen maakte in de bestanden en die nooit fouten maakte bij het koppelen ervan. Ook al omdat men bij Compu-date meer intieme vragen stelde dan bij andere bureau’s. Nou dat was ook wel zo, dacht ze bij zichzelf. Sommige vragen hadden haar echt geshockeerd. Zoals bijvoorbeeld de vraag of je wel eens fantaseerde dat je het met dieren deed of met je vader. Ze had echter ze eerlijk mogelijk geantwoord. Des te meer kans had ze op die ideale partner. Maar hij moest nu wel snel komen. Het was inmiddels precies half twee en er had zich nog niemand bij haar gemeld. Dat was trouwens ook zo bijzonder. Je mocht niet zelf met iemand afspreken, de computer bepaalde waar en hoe laat het eerste contact zou zijn. En ook waaraan je elkaar kon herkennen. Ze had in ieder geval aan haar opdracht voldaan. Ze had De Wetten van Connie Palmen opengeslagen op tafel liggen. Het was overigens niet knap dat de computer wist dat ze dat boek in bezit had, want ze had als favoriete schrijver Connie Palmen genoemd. Ze had geen informatie gekregen over enige uiterlijke kenmerken van haar nieuwe partner, maar ze nam aan dat hij haar wel aan zou spreken. Ineens voelde ze dat er iemand naar haar keek en ze draaide ze met een ruk om. Achter stond een lange man met een boeket witte rozen in zijn hand. Hij droeg een spijkerbroek, een duur poloshirt en een bruin colbert dat haar bekent voorkwam. Ze staarde hem verbijsterd aan en zei zachtjes: “Hallo pap, wat doe jij hier nou? “?”
Reageren? Leuk! Houd het aub on topic en netjes, dankjewel!