KOOPWAAR
De postkoets kreunt en kraakt, iedere keer als we door weer een diepe kuil of over een steen hotsen. Omdat ik in het midden van de bank zit word ik steeds of tegen de heer links naast me geduwd of tegen de wel heel erg dikke dame aan de andere kant geperst. Heel onaangenaam allemaal. Tot nu toe heb ik eigenlijk altijd in de koets van daddy gereisd, die was toch wel een stuk comfortabeler. Maar sinds hij dood is en we arm zijn is die verkocht.
Omdat ik een nakomertje ben en er ook geen geld meer is voor een bruidsschat, was mummy bezorgd dat ik een ouwe vrijster zou worden. Nou vraag ik je, terwijl ik for god’s sake nét zeventien ben, nog maar twee maanden geleden had ik mijn debuut. Maar helaas, mummy kreeg gelijk, van de adellijke jongens wil niemand mij, omdat ik niks in te brengen heb en zij allemaal voor hun gemakkelijke leventjes meisjes met fortuin nodig hebben. Gelukkig meldde meneer Robertson zich toen, die zelf niet van adel maar wel heel rijk is en mij vanwege mijn adel en titel wel wil hebben. Ik zag hem tot nu één keer, één dans samen tijdens het debutantenbal en daarna alleen nog maar vanuit de verte.
Aan hem word ik dus uitgehuwelijkt, alles is buiten mij om gearrangeerd. ‘Als die kleine schattige Jane maar onderdak is’ schijnt mummy te denken. Alles is door mummy en meneer Robertson per brief afgehandeld, hij betaalt haar zelfs een bedrag om daarna redelijk te kunnen leven, een omgekeerde bruidsschat zeg maar, waarmee ik dus verkocht lijk te zijn aan de hoogste bieder. En nu, twee maanden later, ben ik dus hotsend en butsend naar hem onderweg, om te trouwen.
Meisjes tellen niet mee
Volgens daddy was ik zijn engeltje. Kort achter elkaar kregen mijn ouders eerst twee meisjes, toen jaren niets en daarna kwam eerst mijn broer als de zo gewenste opvolger en terwijl ze al opgelucht waren dat ze het er zo vanaf brachten was ík daar óók nog ineens, binnen een jaar na mijn broer. Ze zaten dus helemaal niet op mij te wachten, maar mijn geluk is geweest dat ik zo lief oogde, meteen al van die vertederende helblauwe ogen en haren die zodra ze gingen groeien goudblond waren en schattige krulletjes hadden, waardoor het altijd leek, vooral als ik voor de zon stond, dat ik een stralenkransje om me heen had. ‘My little angel’ zei daddy dan en wat ik dan eigenlijk nooit begreep was dat hij er zo bezórgd bij keek.
Nu snap ik dat inmiddels wel. Daddy was een verarmde Graaf, een Earl met een landgoed waarvan hij geen enkele investering of onderhoud meer kon betalen en waardoor het ook niks meer opbracht. Door met zijn laatste kapitaal te gokken heeft hij nog geprobeerd te redden wat er te redden viel maar iedere keer ging ook dat mis. Uiteindelijk zag hij geen andere uitweg dan het landgoed en de county bij elkaar te houden door het als bruidsschat aan mijn oudste zus Eleonora mee te geven, die daardoor met een rijke Duke, de Hertog van Wessex kon trouwen. Waarna daddy zich op zolder verhing…
Er was dus niets meer voor mijn broer, die nu een sneue ‘Earl without property’ is en op een paar zielige kamers in London woont. Mijn twee oudere zusjes waren al het huis uit en voor mij bleef er net als voor mijn broer geen penny over. Omdat adellijke meisjes zonder bruidsschat nou eenmaal niks voorstellen moest mummy maar zien wat er van me terecht kwam. Trouwens, ook adellijke meisjes mét geld stellen niks voor. Alles draait in de beau monde om mannen, zij mogen de leuke dingen doen en wij, wij mogen ons geld afgeven en daarna gehoorzaam zijn. Het liefst hebben de mannen dat we dom zijn of doen alsof en het allerliefst hebben ze dat we in bed altijd beschikbaar zijn en op commando voldoende opvolgers baren.
Mummy deed écht wel haar best om me goed aan de man te brengen maar eigenlijk was ik dus waardeloos zonder geld, zeg eigenlijk maar gerust dat ik reddeloos verloren was voor de beau monde van de adel. Gelukkig mochten mummy en ik wel op ‘ons’ landgoed blijven wonen, nou ja, in het koetsiershuis dan, terwijl het hoofdhuis leeg kwam te staan en de Duke of Wessex er hooguit een keer per jaar met mijn oudste zus een weekje in verbleef. Mijn oudste zus, die ons het liefst ook niet meer zou willen herkennen. Volgens mij hadden ze allebei graag gezien dat wij armoedzaaiers in het niets waren verdwenen, niks was erger dan gelieerd te zijn aan een verarmde familie.
Vandaar dat mummy zo blij was dat ze me aan een ‘common-man’ kon slijten, die daar ook nog eens geld voor over had. Niet adellijk dus maar wel een héél rijke man, een zakenman die met de handel op India veel geld verdiend heeft en in Portsmouth een van de belangrijkste mensen is.
De aankomst
Na een lange dag van heen en weer butsen en bekneld zitten tussen mijn medepassagiers ben ik blij dat we nu snel op de plaats van bestemming gaan aankomen. Mummy had een van de meiden mee willen sturen als chaperonne, omdat het eigenlijk niet kan dat je als meisje alleen reist, maar dat hoefde niet voor mij. Achteraf heb ik daar spijt van want de hele reis heeft een jonge man tegenover me mij zitten bekijken, op een manier waar ik me steeds ongemakkelijker door voelde. Alsof ik een lammetje ben dat ieder moment door een boze wolf kan worden verschalkt.
Mummy waarschuwde me al, dat ik er nog steeds te jong en te lief uit zie, met die blonde krullen en blauwe ogen van me. Daar zijn ook nog eens kuiltjes in mijn wangen en een wipneusje bij gekomen, en op de een of andere manier schijnt dat jongens en mannen altijd het gevoel te geven dat ik nog maar een kind ben en dat ze losjes mogen doen tegen me. Daarom heb ik een kapje opgezet dat alles goed verbergt en kijk ik verder zo koel en minachtend mogelijk. Maar echt helpen doet het niet en daarom ben ik dus blij als er steeds meer huizen langs de weg staan en we in de buurt van Portsmouth komen. Hoe dichter we bij de zee komen, hoe meer die te ruiken is in de postkoets, een geurige frisse lucht waardoor de lijfluchtjes van de mensen om me heen verdreven worden.
Volgens de instructies van meneer Robertson moet ik bij de laatste herberg voor Portsmouth uitstappen, daar staat zijn koets op me te wachten. Als we daar eindelijk arriveren zie ik meerdere koetsen staan, en omdat het niet netjes is zelf alle koetsiers langs te lopen om te vragen welke voor mij bestemd is vraag ik het aan de man op de bok van de postkoets om dat voor me te doen. Hem durf ik het wel te vragen omdat mummy hem wat geld gaf om een beetje op mij te letten. Tot mijn stomme verbazing brengt hij me na wat rondvragen naar de grootste en duurste koets, zo eentje waar alleen heel rijke adellijke mensen in rondrijden.
De koets is groot, heeft veel glas en is glanzend gepoetst, hij wordt getrokken door vier zwarte paarden en zowel op de bok als achterop zitten in totaal vier mannen in livrei. Ik zie al mijn medereizigers vanuit de postkoets stomverbaasd toekijken hoe een van de lakeien met een diepe buiging de deur voor me open houdt, terwijl de andere mijn armzalige koffertje opbergt in een speciale bagagekist. In de koets is het allemaal nog overweldigender, de banken zijn gemaakt van wit leder, de wanden bekleed met een brokaatachtige zijde en dat allemaal samen met de donkerrode velours gordijnen maakt een overweldigende indruk. Maar of ik het nou echt sjiek vind…?
Zodra het rijtuig vertrekt is het verschil met de postkoets onvergelijkbaar groot. Weg is alle gebuts en gehos, zachtjes wiegend dein ik nu over het laatste stuk van de nog steeds even slechte weg naar Portsmouth. Onderweg is er veel bekijks en bijna voel ik me als een prinses die wordt binnengehaald. We rijden het hele stadje door tot we bij de havens en de zee aankomen, en daar, aan het einde van Highstreet, stopt de koets voor een gigantisch herenhuis, volgens mij is het nog groter dan ons oude landhuis. Op het moment dat ik uitstap zwaait de grote voordeur open en komen er wel twintig mensen in livrei of zwarte kleding op het bordes staan, in twee rijen, waar ik tussendoor moet lopen..
Ceremoniële ontvangst
Ik ben dan wel van adel, maar dit ben ik dus echt niet gewend, we hadden thuis altijd maar weinig personeel. Ik word ontvangen door een statige meneer met grijs haar in een mooi donker pak en hij stelt zich voor als Mr. Smith, de butler en major-domus: ‘My-lady, hartelijke welkom in uw nieuwe onderkomen.’ Ik heb geen idee wat ik moet doen, hij is maar personeel en toch zo deftig, voor de zekerheid knik ik hem maar vriendelijk toe. Daarna gaat hij me voor naar binnen en het voelt dan alsof ik een paleis binnenloop. De hal is groots en hoog, en waar ik ook kijk zie ik kroonluchters, bewerkte lambrisering, met zijde behangen wanden, marmeren vloeren, Perzische tapijten, beelden, schilderijen. Centraal element van de hal is een brede rood-mahoniehouten glanzend gepoetste prachtig bewerkte trap, die zich halverwege splitst in twee afzonderlijke delen, een buigt af naar de linker vleugel van het huis en de ander naar rechts.
Midden voor die trap staat meneer Robertson, mijn toekomstige echtgenoot. Hij ziet er gedistingeerd uit in een rokkostuum en gelukkig is hij iets minder oud dan ik in mijn herinnering had, mij lijkt begin dertig of zo. Hij heeft dik zwart achterover gekamd haar en donkere priemende ogen die me net als toen tijdens dat bal dat we elkaar leerden kennen indringend aankijken, waardoor ik me meteen alweer een beetje ongemakkelijk begin te voelen. Het lijkt wel of hij me met die ogen doorboort en alles van me kan zien, zelfs mijn meest intieme gedachten.
‘Welkom in mijn nederige woning, Lady Jane’ zegt hij dan met een kleine buiging, en als antwoord maak ik een révérence. ‘Mag ik u begeleiden?’ en dan reikt hij mij zijn arm, ik leg mijn hand in zijn elleboog en langzaam lopen we samen de trap op, waar we na de splitsing het linker deel nemen. Boven gaat het maar door met de indrukwekkende inrichting, alles is even groots en mooi. Meneer Robertson brengt me naar een kamer waar enkele meisjes in het zwart met witte schortjes voor op me wachten. ‘Mylady, dit is uw boudoir en deze kamermeisjes zijn voor u beschikbaar. Zij helpen u zich te prepareren en om te kleden, daarna wordt u verwacht in de salon voor de huwelijksvoltrekking’ zegt meneer Robertson, en weg is hij. Prepareren? De huwelijksvoltrekking? Nu? Vandaag al? En alles wat daarbij hoort ook? Ik schrik er van en moet dat echt even verwerken…
Maar daar krijg ik amper tijd voor want dan stellen de meisjes zich aan me voor, de jongste als Sophie en de oudste als Ann. ‘My-Lady, kan ik u wat aanbieden?’ vraagt Ann me dan en ze wijst me op een tafeltje waar een schaal met sandwiches en een theeservies klaar staan. Op de klok kijkend besef ik dat het al tea-time is en nu pas merk ik wat een honger ik heb. Ik knik, waarna ze me uitnodigt in de fauteuil bij het tafeltje plaats te nemen. Genietend eet ik van wat me wordt voorgezet, de sandwiches smaken heerlijk. Ondertussen kijk ik wat in het rond, de kamer is prachtig ingericht in gele en witte kleuren, verschillende zitjes, de kaptafel, een immens groot bed waarop een witte jurk klaar ligt. Prachtig, maar net als de koets en de hal beneden is alles misschien net een tikje te overdadig.
Nadat ik voldoende heb gegeten helpen de meisjes me uit mijn jurk en terwijl we thuis heel preuts zijn opgevoed word ik hier zonder dat er ook maar één woord aan wordt besteed uitgekleed tot ik helemaal naakt ben. Ik schaam me niet voor mijn lichaam, ik ben niet groot, heb een slank lichaam dankzij het vele paardrijden en gelukkig heb ik geen overdreven grote borsten. Maar om dat nou allemaal zomaar aan iedereen te laten zien…
Maar de meisjes lijken nergens van op te kijken, door Ann word ik in een bad geholpen en daar voel ik alle reistrubbels van me afglijden. Het is heerlijk warm, het geurt naar kruiden en badzout en genietend laat ik me er inzakken tot alleen nog maar mijn hoofd boven water is. Als ik me wat beweeg zijn af en toe even mijn borsten en tepels te zien zijn, die nu hard en stijf zijn. Om een of andere reden wind het me een beetje op dat deze beide kamermeisjes toekijken en toevallig zie ik hoe ze even met elkaar smoezen…
Intieme beharing
Na een minuut of tien heerlijk rustig weken komt Ann naar me toe en verzoekt me uit het bad te komen. Een beetje beschaamd ga ik staan, opnieuw volledig bloot zichtbaar voor de meisjes die me onbekommerd bekijken. Als ik naast het bad sta slaat Ann me een zachte doek om en vraagt: ‘my-Lady, Master Robertson vindt lichaamshygiëne van het grootste belang Daarom heeft hij ons verzocht uw intieme beharing volledig te scheren en u daarna een massage met warme olie te geven.’ Het dringt geloof ik niet helemaal goed tot me door: ‘intieme beharing?’ vraag ik voor de zekerheid. ‘Ja, my-Lady, de beharing rond uw vrouwelijkheid en in uw oksels wordt daarmee bedoeld.’
Mummy zei altijd dat de commons geen manieren hebben, maar dit lijkt eerder andersom, ik heb in de beau monde nog nooit iemand gehoord over hygiëne of ‘intieme beharing’. Maar eerlijk gezegd lijkt het me niet zo’n goed idee, dat die meisjes aan mijn lichaam gaan zitten en ik weiger het dus. ‘M’Lady, ik vrees dat u hierin geen keuze heeft’ gaat Ann dan onverstoorbaar verder. ‘Master Robertson is zeer duidelijk geweest tegenover ons en om te voorkomen dat we in de problemen komen verzoek ik u vriendelijk mee te werken.’
Het begint me te dagen dat ik dus echt gekocht ben en helemaal niets meer over mezelf te vertellen heb. Maar dat zullen we dan nog wel eens zien, ik zal nu meewerken om deze meisjes inderdaad geen onnodige moeilijkheden te bezorgen, maar met mijn man, wat hij straks ten slotte is, zal ik zeer binnenkort een goed gesprek moeten voeren.
Het jongste kamermeisje Sophie haalt mijn trouwjurk van het bed en hangt die op aan een kledinghaak, legt dan een andere nog droge doek uit over het bed en nodigt me uit daarop te komen liggen. Tegelijk neemt ze de doek die ik na het bad omgeslagen kreeg van me af en zit er niks anders op dan haar te gehoorzamen en naakt op het bed te gaan liggen.
‘My-Lady, wilt u please uw armen omhoog doen?’ vraagt Sophie, die dit dus blijkbaar op zich genomen heeft. Ik schaam me dieper dan diep dat ik zo te kijk lig en het lijkt me maar het beste mijn ogen te sluiten en het zo te ondergaan. Vervolgens leg ik mijn armen boven mijn hoofd, in het besef dat er nu echt helemaal niks meer voor deze meisjes verborgen blijft. Omdat ik dus mijn ogen gesloten heb word ik verrast door een bijzonder gevoel. Met een zachte kwast wordt schuim op mijn oksels aangebracht, waarna ik voel hoe ik daar streekje na streek voorzichtig helemaal glad wordt geschoren.
Mezelf kwijt
Ik kan er helemaal niet over uit wat er met me gebeurt, het voelt alsof ik mezelf totaal kwijt raak. Bloot, van top tot teen bekeken door twee overduidelijk nieuwsgierige kamermeisjes en nu doet mijn lichaam ook nog eens dingen die ik helemaal niet kan plaatsen. Het voelt alsof ieder streekje van het scheermes over mijn oksel rechtsreeks naar mijn ‘girls-slice’ gaat zoals mummy het bij mijn zusjes en mij altijd noemde. Al vaker heb ik daar heftige gevoelens gehad maar mummy heeft ons altijd verboden om er aan te zitten, waardoor ik nu totaal niet herken wat er gebeurt en ik er helemaal door overrompeld word.
Ik kan er niks aan doen, er ontsnapt me een klein kreuntje en als ik even tussen mijn oogharen door gluur zie ik hoe Sophie me aankijkt en liefjes glimlacht. Misschien moet ik het haar nu maar vragen en dan, zachtjes, fluisterend bijna: ‘wat bespraken jij en Ann zojuist over mij?’ Weer dat lieve lachje van Sophie: ‘dat u nog zo’n mooi jong meisje bent en dat master Robertson ze zo het liefste heeft.’ Meteen slaat ze haar hand voor haar mond, in het plotselinge besef dat ze niet zo maar een meisje voor één avond maar de toekomstige echtgenote van meneer Robertson voor zich heeft.
Maar toekomstige echtgenote of niet, ik raak helemaal de controle over mezelf kwijt en snel sluit ik mijn ogen maar weer. Hierna werkt Sophie in stilte verder, als ze klaar is met mijn oksels dept ze ze droog en wrijft ze er wat olie over uit. En daarna: ‘…ehm, sorry my-Lady, wilt u please uw benen uit elkaar doen?’ Ik open mijn ogen opener dan open, meent ze dat nou? En dan schudt ik ‘nee’, hier houdt het echt op.
‘Please, ma’am, sorry, please, ik kan u anders daar niet van uw haartjes ontdoen.’
Nog voordat ook dit weer goed tot me doordringt komt Ann in actie. ‘Sorry m’Lady, master Robertson verwacht u al over een uur beneden, dit moet nu echt snel gebeuren’ en tegelijk legt ze haar handen onder mijn knieën, trekt ze stevig omhoog, waarna ze me zonder ook maar een seconde te aarzelen helemaal open vouwt, mijn benen wijd uit elkaar op het bed drukkend.
‘Please Sophie, hurry-up’ is daarna haar enige commentaar.
Nu kan ik echt helemaal niks anders meer doen dan mijn ogen sluiten, liefst zou ik nu dood willen zijn. Langzaam maar zeker word me duidelijk dat ik écht niks meer te zeggen heb over mijn leven of over mijn lichaam of over wat dan ook en nu helemaal niks anders kan doen dan het te ondergaan. En zo lig ik daar, bloot, geopend, ontdaan van alle decorum, bekeken door mensen die ik niet ken terwijl een wildvreemd meisje het aller-intiemste deel van mijn lichaam inzeept. En als dan even later ook daar het scheermes zijn werk begint te doen ontplof ik…
X. Zara
Weer heerlijk, Zara 👍
Je schrijft weer lekker, Zara.