BDSM artikelen, erectiepillen of gewoon iets voor de fun?Zoek erotische hulpmiddelen in onze vertrouwde webshop

Moeder en dochter 1

Elise valt van haar fiets

Een waargebeurd maar traag opgebouwd verhaal, alleen de namen van de personages zijn veranderd.

Ik ben Rick en woon in de Antwerpse zuidrand.
Ondertussen net gepensioneerd. Veel vrije tijd, te weinig pensioen en mijn vrouw die nog werkt omdat ze iets jonger is dan ikzelf. Om mijn pensioen wat aan te vullen, had ik een kleine advertentie gezet voor tuinonderhoud. Dat heb ik meer één keer moeten doen. Binnen de kortste keren stond mijn agenda vol. Dus had ik in de lente, de herfst en de zomer zowat elke dag van de week wel een klus te doen in één of andere tuin. Alleen het weekend wou ik geen klussen aannemen.

In de wintermaanden was dat tuinonderhoud wat minder.

Ik woon in een appartementenblok, drie hoog op een hoek. De hele straat, de Louisastraat bestaat uit gelijkaardige appartementen en is nogal hobbelig door de ondergrond van kasseien.

Ten tijde van dit verhaal, reed ik met een donkergroene Volvo XC 60. Dat ding was handig voor mijn tuinklussen.
Elke morgen stond ik, als ik een klus, om half zeven op, dronk eerst een paar koppen koffie, met daarbij een sigaretje op mijn terras, dan douchen, om ten laatste tegen acht uur naar mijn klus te vertrekken. Ten laatste, omdat ik voor de komst van de jeugd, wou weg zijn. Tussen acht en half negen, rijden er namelijk een hele boel fietsers door de straat op weg naar school. Na het eindigen van de schooltijd reden die dan in de andere richting terug naar huis. Dat waren allemaal pubers, tussen de vijftien en de achttien jaar oud, die ik trosjes voorbij kwamen, van of naar school.

De meisjes reden meestal in trossen van vijf, zes, en kwetterden de hele tijd, hier en daar zag je een jongen en een meisje als koppel rijden, en de rest waren slierten fietsers. Veelal gebruikt die jeugd de hele breedte van de rijbaan. Om op zo’n moment met je auto weg te rijden, was bijna niet te doen. De straat gebruiken tussen acht en half negen, het begin van de lessen, was idioot. Een paar keer had ik dat toch gedaan en kreeg ik, voornamelijk van de vrouwelijke fietsers, direct arrogante verwijten naar mijn hoofd. Zo van : “uit de weg ouwe zak” of “laat ons door ouwe klootzak” en nog meer van dat fraais. Ik vermeed dus de straat op wat ik noem ‘schoolmomenten’.

Het was op een donderdagochtend om acht uur, in mei, dat ik met mijn auto, uit mijn ondergrondse parkeergarage reed, toen mijn kwartje viel, dat ik mijn GSM vergeten was. Ik vloekte, ik was al wat laat, dus ik parkeer voor mijn deur, ga via de hoofdingang terug naar binnen om mijn GSM te gaan halen en sta vijf minuten later terug buiten aan mijn auto. De eerste trossen fietsers passeerden al. Ik vloekte weer.

Net op dat moment komt er een troep van een zevental jonge dames aangefietst. Meestal dragen die meiden, skinny jeans, een hoodie en dergelijke, maar de lentezon scheen en een haar hadden al een kort rokje aan. Ze rijden dan met één hand aan het stuur en met één hand op hun bovenbeen om het rokje op z’n plaats te houden. Niet echt slim op een hobbelige kasseiweg, maar ze moeten het zelf maar weten.

Wat jullie al kunnen vermoeden, op een bepaald moment, vlak ter hoogte van mijn auto, haken twee van die meiden met hun fiets in mekaar. De éne, een rossige, kon nog net op tijd van haar fiets springen en kwam op haar voetjes terecht, maar de andere, eentje met dik blond, krullend lang haar, begin daar een doodsmak. Ze knotste met haar hoofd op de kasseien, tuimelde rond en gilde angstaanjagend vooraleer ze het bewustzijn verloor. De rest van de troep stopte. Ik liet mijn auto voor wat hij was en liep op hen toe. De jonge meisjes stonden allemaal perplex naar het op de grond liggende blondine te kijken. Ze was maar heel even buiten westen geweest, maar ze lag half op haar zij, één knie omhoog getrokken en dan kwam ze bij en begon ze hartverscheurend te janken.
Ik bekeek haar, zag dat er een beetje bloed op haar arm zat, verschillende schaafwonden op armen en benen, er ging zich een dikke buil vormen op haar voorhoofd, maar het ergste van al was dat er ter hoogte van de bovenkant van haar dij, bloed naar buiten gutste op het ritme van haar hartslag. “Shit” zei ik, “die heeft een slagaderlijke bloeding”.

Ik had mijn GSM nog vast en stond op het punt om de 100 te bellen, maar toen ik dat bloed zag gutsen, besloot ik niet te bellen, ik rukte de sjaal rond mijn nek af, knielde naast haar, stak de sjaal onder haar bil door, ter hoogte van de lies en bond met een ruk dat been af. Ik zei tegen de meisjes : “ik wou de honderd bellen, maar ik zie dat ze uit een slagader bloedt, dus ik rij met haar direct naar het hospitaal, ze zou anders kunnen doodbloeden, als we te lang op een ambulance moeten wachten”.

Tegen de rossige meid waarmee ze gebotst was zei ik : “doe de passagiersdeur van mijn auto even open asjeblieft” en tegen een andere zei ik : “jij, pak haar onderbeen vast en hou het zo voorzichtig mogelijk stil en volg me”.

Ik greep de jonge blondine onder de oksels met één hand, met de andere hand greep ik onder haar knie, van het andere been dan hetgeen dat bloedde en zei tegen het meisje dat me hielp met dat been :”voorzichtig, mij volgen en proberen dat been zo stabiel mogelijk te houden”. Het bloeden zelf was wel gestopt door het afbinden met mijn sjaal, maar ik wist van geen kanten hoeveel bloed ze verloren had en ze eventueel nog inwendige bloedingen had.

Ik tilde haar op en met veel moeite en onder permanent gehuil van het meisje, kregen we haar op de bijrijdersstoel. Ik smeet haar verhakkelde fiets nog in de laadruimte van de break en vroeg aan de rossige : “hoe heet ze eigenlijk ?” “Elise, Elise Duvivier”. “Eén van jullie kan nog meerijden als er iemand wil ?” Niemand wou mee. “Meldt in elk geval op school dat ik met haar naar het ziekenhuis ‘De Hoge Beuken’ ben, dat is het dichtstbijzijnde in de Cdt. Weynsstraat”. Ik reed zo snel ik enigszins kon naar het ziekenhuis, recht naar de ‘Spoedingang’.

De verpleegster aan de balie, gaf ik aan wat er gebeurd was. Toen ze het woord slagader hoorde, drukte ze op een knop, drie seconden later kwamen twee verpleegsters en een arts aangelopen. Wij naar mijn auto, die drie haalden haar voorzichtig uit de auto, legden haar op een brancard en reden ermee naar binnen.
De verpleegster aan de balie riep : “box vier !”. Tegen mij zei ze : “hoe heet die ?” Ik zei : “Elise Duvivier, maar haar spullen en fiets liggen in mijn auto, ik zal even gaan kijken”.

Twee minuten later, stond ik terug aan die balie met haar identiteitskaart, die ik in haar schooltas gevonden had. Die gaf in aan de verpleegster en ik vroeg of ik naar box vier mocht. Die knikte. Daar zat Elise bovenop een soort operatietafel, in zo een hospitaaljaponnetje, helemaal open achteraan en ze had duidelijk nog enkel een wit slipje aan. Dat had ik ook al bezien bij het oprapen van haar op de straat.

Eén van de verpleegsters was haar gelaat wat aan het reinigen, want haar mascara was helemaal doorlopen. Een andere verpleegster was de schaafwonden aan het reinigen en een derde kwam aangereden met een apparaat voor medische beeldvorming. De dokter zat met een klein staaflampje in haar ogen te kijken en dan zag hij me staan.
Hij zei : “mijnheer, de jonge dame heeft bijzonder veel geluk gehad”. “Ik heb haar al een pijnstiller gegeven, ik vermoed dat ze een hersenschudding heeft en een heel dikke buil op haar voorhoofd gaat krijgen, u heeft er heel goed aan gedaan om de wonde in haar dij af te binden, via een ambulance en vooral het wachten daarop, zou ze helemaal dood gebloed zijn”. “Ik vermoed, dat ze evenwel een dijbeenbreuk heeft, die we zullen moeten spalken en misschien zelfs een heupbreuk heeft, dus dat vraagt een ingreep”. “Vandaar de beeldvorming hier, om zeker te zijn”.
“Als u buiten de box even wilt wachten”. Ik wou al weg gaan, maar Elise zei : “blijf alsjeblieft bij mij”. Ik ging dan maar aan de kant in de box staan. De dokter sneed aan de zijkant het slipje door. Dat ding zat helemaal onder het bloed. Normalerwijze zou de aanblik van zo’n bloot kutje mij bloedgeil maken, maar dat was nu niet het geval. De nodige beelden werden genomen, de arts haalde er nog een collega bij, ze bestudeerden de beelden op een computerscherm en hun verdict na het onderzoek was : een gebroken dijbeen rechts, een gebroken heup en een opengescheurde slagader, naast een hersenschudding en wat schaafwonden. Een operatie drong zich op.

Ik vroeg haar, terwijl de verpleegsters haar klaarmaakten om naar het operatiekwartier te vertrekken met haar, of ik haar mama of papa kon verwittigen. Half groggy, vertelde ze, mijn papa wil ik niet zien of horen, mijn mama zit in New York met drie vriendinnen en is niet bereikbaar, die komt slechts maandag terug. Dan begon een pré-verdoving die ze haar al gegeven hadden, te werken en ze viel in dromenland. Ik vroeg nog aan de arts wanneer ze terug uit operatie zou zijn en die zei : “reken maar op een dikke twee uur plus recovery”. Dus ik vertrok en nam haar kleding mee. De schoenen en sokken zaten onder bloed, net als al de rest van haar kleding. Rokje was serieus gescheurd, topje idem dito en haar jasje was ook kapot. De kapotte bh en het kapotte slipje nam ik ook mee.

Ik reed dan maar naar huis en stak daar alle kleding van Elise in een tas. Het was nog niet eens middag die donderdag, mijn vrouw was de dag ervoor met een vriendin vertrokken naar een Sandur vakantiepark in Emmen, Noord-Oost Nederland en zou slechts terug komen de woensdag van de volgende week. Ik ging dan maar een koffie drinken op mijn terras en een sigaretje roken. Na zo wat zitten nadenken op mijn terras, ging ik terug naar binnen, bekeek haar kleding, die was volgens mij verloren. Enkel de sneakers kon ik misschien proper krijgen, dus begon ik die te wassen en van bloed te ontdoen. Na tien minuten schrobben, waren die proper.
Die schoenen, stopte ik in een andere tas, toen ze droog waren. De rest van de kleding was niet meer bruikbaar. Ik dacht bij mezelf, ik pak gewoon wat kleding van mijn vrouw, die heeft zeker genoeg en heeft ongeveer hetzelfde figuur als Elise. Dus nam ik een licht grijze jogging en een extra sweater van haar maar met de lingerie twijfelde ik. Ik kon nogal moeilijk een bh en slip van mijn vrouw ‘tijdelijk lenen’. Ok er lag wel gewassen ondergoed in een kast, maar het leek me niet netjes om zo iets te doen.

Ik besloot om maar even langs een lingeriezaak te gaan. Ik had gekeken in de bh en het slipje van Elise en zag daar de maten staan, die schreef ik op en ging een setje nieuwe lingerie kopen. Ik had gezien dat Elise toch een redelijk gebruinde huid had, voor een blondine, dus ik koos voor een knalgeel setje. Ik kocht er maar ineens een paar sokjes bij, eveneens in gele kleur.

Ik at snel iets in een taverne in de buurt en besloot tegen twee uur terug naar het hospitaal te gaan. Aan de receptie zeiden ze me dat Elise Duvivier kamer 412 op heelkunde toegewezen was. Eerder toevallig begon het bezoekuur ook twee uur. Ongeveer gelijktijdig, kwam ik op de kamer toe samen met een verpleegster die het bed met Elise erop, binnenrolde. Die was blijkbaar nog wat groggy van de verdoving en de verpleegster zei : “de juffrouw heeft een geslaagde operatie achter de rug, ze is nog maar net ontwaakt, dus ik zou het bezoek niet te lang trekken”. Ik knikte.

Elise lag er wat zielig bij. Ze had één been in het gips vanaf heup tot en met de voet van dat been. Dat been hing dan nog in een soort katrol op vijfenveertig graden omhoog getrokken. Ze was bleekjes. Ze zei : “dit is een voorlopige plaaster, eens de wonde van de operatie genezen, krijg ik een definitieve”. Ik zette me een op een stoel naast haar bed, nadat ik de tas met spullen in haar kast had gelegd. Ik zei: “tja, jou rokje en al de rest van je kleding is hopeloos verloren, alleen jouw sneakers heb ik kunnen redden, die heb ik grondig gewassen en alle bloedsporen zijn er af”. “Ik heb dan maar, mocht je hier buiten mogen, een jogging van mijn vrouw en een sweater gepikt dan heb je tenminste iets om te dragen en ik heb een lingeriesetje gekocht in jouw maten, want dat is ook helemaal om zeep”. Ze glimlachte flauwtjes.

Elise lag op een kamer alleen, gezien haar hersenschudding en het was erg donker in de kamer. “Je bent erg lelijk gevallen, deze morgen en ik vermoed dat je wel veel pijn zult hebben, dus zoals de verpleegster vroeg, ga ik het niet lang trekken”. “Ik kom deze avond nog even naar je kijken om te zien of je iets nodig hebt”. “Probeer zoveel mogelijk te rusten en als het kan wat te slapen, ok ?” Ze reageerde door te zeggen : “rusten zal wel lukken, slapen, dat weet ik niet, ik kan en mag deze houding niet veranderen want ze hebben een titanium bout in mijn heup gestoken”. Ik zei, terwijl ik recht stond : “meid, je leeft en dat is het voornaamste, nu zal je gewoon tijd en veel geduld nodig hebben om terug je originele zelf te worden, dat is erg vervelend, maar je had ook invalide kunnen geworden zijn, of zelfs dood”. Ze knikte. Ik zag dat ze niet echt helder van geest werd en zei : “tot straks, ah, ja voor ik het vergeet” en ik pakte een stylo en schreef op een stukje papier op haar nachtkastje mijn GSM-nummer. “Bel me als je wilt dat ik iets voor je meebreng, dat kan ik dan voor sluitingstijd van de winkels kopen en bezorg het je bij mijn bezoek deze avond”. Ze knikte flauwtjes.

Ze had niet gebeld en dus ging ik tegen zeven uur terug naar het hospitaal. Elise zag er al een stuk beter uit. Ik gaf haar spontaan een kus op het voorhoofd na binnenkomen in de kamer en zette me terug op een stoel vlak naast het bed. “Weet je al hoe lang je in het ziekenhuis moet blijven ?” Ze schudde van ‘neen’. “Wanneer komt je mama terug”, vroeg ik en ze zei : “ maandag morgen, ze landt normalerwijze rond negen uur in de morgen en dan neemt ze een taxi naar huis, dus ik denk dat die rond elf uur thuis zal zijn”. Ik zeg daarop, “goed, ik zal maandag tegen elf aan je huis zijn, want die zal denken dat je op school zit en je ligt hier”.

Dan vroeg ik : “die rosse waarmee je gebotst hebt deze morgen, hoe heet die en zit die in jouw klas ?” “Waarom wil je dat weten ?” vraagt ze ineens ietwat achterdochtig. Ik zeg : “Elise, ik weet niet hoe lang jij niet naar school gaat kunnen, maar al zeker niet morgen of volgende maandag, ik wil haar vragen om haar notities in de klas wat uitgebreider te maken en voor jou te kopiëren”. “Zo vermijd je toch een te grote leerachterstand”.

Dan lachte Elise en zei : “Wendy, Wendy Smeulders, heet ze”. Daarop zei ik : “morgenvroeg rijdt die toch voor mij deur voorbij, dan vraag ik het haar en geef ineens jouw kamernummer door”. Ik vertrok en zei : “ik morgen wel langs, kort na de middag”.

De volgende ochtend hield ik Wendy tegen, gaf verslag van de toestand en vroeg haar, haar notities ook voor Elise te maken. Dat beloofde ze. Kort voor de middag, kocht ik een grote tros dikke, blauwe druiven en ging naar het hospitaal.

Toen ik in haar kamer toekwam, had ze iets daarvoor haar middageten gekregen, maar daar had ze maar een paar schepjes van opgegeten. Ik keek naar het plateau waar de voeding op stond en zei : “blijkbaar ook geen sterrenrestaurant hier, ik heb wat druifjes bij, dat is gezond”. Elise lachte flauwtjes. Ik gaf verslag van mijn onderhoud met Wendy en vroeg hoe het ging, terwijl ik al zag dat ze er maar platjes bij lag. “Nogal veel pijn” zei ze.

Ik zei : “hang niet teveel de harde tante uit en vraag tijdig de nodige pijnstillers, het is zinloos om gewoon pijn te lijden omdat je niets wilt vragen”. Ze glimlacht weer flauwtjes. Ik zag dat ze het moeilijk had en op dat moment komt een verzorgende binnen om het eten af te ruimen. Die vraag ik om een verpleegster te sturen omdat Elise teveel pijn heeft. Ze knikt, twee minuten later komt een verpleegster binnen, loopt naar de baxter die aan zo’n staander hing, draaide aan een klein wieltje en zei : “de dosis paracetamol heb ik verhoogd, ze zal wel slaperig worden, maar veel minder pijn voelen”. Ik zei : “bedankt” en zei tegen Elise : “rust maar, ik kom deze avond terug”.

Die vrijdagavond kwam ik terug, zag dat ze ongeveer de helft van de druiven opgegeten had, ik glimlachte. Ik babbelde wat over mijn kinderen, die het huis uit waren, over wat ik vroeger gedaan had als werk, over mijn pensioen en dat ik als bijverdienste tuinonderhoud deed. Elise luisterde wel, maar zei zelf niet veel. Na een uurtje vertrok ik weer.

Twee keer per dag, ging ik in het hospitaal langs, telkens met bananen, opnieuw druiven of ander fruit. Elise leek dat te waarderen, liet mij wat praten over van alles en nog wat en ik vertrok terug.

Het was zondagavond tegen zeven toen ik weer toekwam. Ze zag er al veel beter uit en ineens zei ze : “jij hebt met mij op spoed volledig in mijn blootje gezien, niet waar ?” Ik knikte. “Vond je dat niet opwindend ?” Ik keek verbaasd en zei : “neen, je bent een prachtige jonge vrouw Elise, maak je daar vooral geen zorgen over en ja ik zag je mooie blote borsten en je kutje, maar alles hing vol bloed, je had erg veel pijn ik vrees dat ik daardoor geen enkele opwinding voelde”. “Kleine Ricky hier” en ik wees met een hand naar mijn gulp, “was niet actief”. Ik lachte. “Weet je” zei Elise “mijn vader is bij mijn moeder vertrokken toen ik een jaar of acht was en daarna heeft geen enkele man of jongen mij ooit in mijn blootje gezien”. “Jij bent de allereerste”.

Ik keek verbaasd en zei : “Elise, ik voel me erg vereerd, maar heb jij dan geen vriendje of zo ?” “Ik kan me niet voorstellen, dat zo’n prachtige jonge vrouw als jij, geen succes bij de jongens heeft”. Haar gezicht verduisterde, ze keek sip en dan zei ze : “mijn mama wil niet dat ik met jongens praat of er vriendelijk tegen ben, dat zijn allemaal duivels, die willen alleen maar hun piemel in mijn kutje steken en verder niets”.

Daarop zeg ik laconiek : “Elise, jouw mama heeft geen ongelijk, met een prachtig lichaam zoals het jouwe, gaat elke man of jongen met jou willen vrijen, dat is nogal logisch en de mannen die het niet willen, zijn per definitie homo”. “Jij bent een buitengewoon mooie, jonge vrouw, dus elke man zou wel meer met jou willen”. “Mannen zijn nu eenmaal erg visueel ingesteld”. “Het zijn evenwel altijd de vrouwen, die kiezen, wie ze dichterbij laten komen, dat is nu eenmaal het spel van aantrekken en afstoten en dus het spel van de liefde”. “Van nature gaat elke man met jou willen vrijen, het is evenwel aan jou om te kiezen wie je, als het ware, in jouw broekje toelaat en die keuze, zou enkel mogen gebaseerd zijn op liefde van jouw kant voor die persoon”. “Zo simpel is het, heb je geen hartgevoelens voor iemand, dan laat je die beter niet dichterbij komen, want anders ga je daar nadien, erg veel spijt van krijgen”. “Het kan natuurlijk zijn, dat jij geen gevoelens voor jongens krijgt en wel voor een meisje, dat is mogelijk en dan ben je minstens bi of mocht je echt nooit gevoelens voor een jongen krijgen, maar enkel voor meisjes, dan ben je lesbisch”. “Volgens mij is dat ongeveer een kleine tien procent van de vrouwenbevolking en wat homo’s betreft, jongens die enkel verliefd kunnen worden op andere jongens, ongeveer hetzelfde”. “Ik weet van mezelf, dat ik enkel gevoelens kan hebben voor vrouwen en niet voor mannen, maar dat kom je maar te weten doorheen de jaren”.

Elise had me met verbazing bekeken tijdens mijn betoog. Na een paar momenten van stilte, vroeg ze : “hoe kom ik te weten dat ik verliefd op iemand ben ?” “Dat is simpel” zei ik “van zodra je iemand kent die, als je er nog maar aan denkt, gevoelens in je buik, je kutje en in je hart teweeg brengt, dan zit je in de goeie richting”. “Zodra die persoon je aanraakt, voelt je als het ware elektriciteit door je lichaam vloeien en als je alleen bent en je denkt aan hem, dan is het alsof je tilt slaat en je kompas het noorden niet meer kan vinden”.

Bij mezelf, dacht ik : ‘dit gesprek heb ik met mijn vier kinderen ook gevoerd, toen ze twaalf of zo waren, Elise is bijna achttien, niemand heeft haar ooit iets verteld over de liefde’. Ik zag Elise nadenken.

Voor ik weg ging, zei ik : “Elise, geef me je adres even als je wilt, ik ga morgen je mama opwachten als ze thuis komt en daarna kom ik ermee naar hier”. “Die gaat wel serieus schrikken, dus ik kan die beter vooraf geruststellen”. Ik noteerde het adres en zei : “tot morgen meisje” en gaf haar een kus bovenop haar voorhoofd. “Hou je taai en vooral veel rusten” zei ik nog. Elise bleef als verlamd liggen.

De dag erna, maandag, stond ik tegen tien uur voor het appartementenblok in Wilrijk, waar Elise woonde; Ik had vooraf op internet, bij ‘aankomsten Zaventem’ gezien dat haar vliegtuig uit New York om vijf voor negen zou landen, dan nog bagage zoeken en dan een taxi richting Antwerpen, dus ik verwachtte haar ten vroegste rond half elf.

Ik dommelde wat weg in de auto en werd pas wakker als ik de taxi van Marie-Claire zag wegrijden. Zij stond met twee grote rolkoffers en een handbagage voor de deur van haar appartementsgebouw. Ik liep er naartoe en riep al vanop afstand : “mevrouw, mevrouw Marie-Claire Duvivier ?” Ze draaide zich om en bekeek me erg argwanend. Ze was een oudere versie van Elise. Als twee druppels water leken die op mekaar. Ik schatte haar rond de veertig. Gekleed in een heel duur mantelpakje, heel dure rolkoffers en een dure handtas van Givenchy.

Bars zei ze : “wat wil u van mij ?” “Mevrouw” zei ik, “ik wil niets van u, ik wil u enkel zeggen dat uw dochter Elise een fietsongeval heeft gehad voor mijn deur in de Louisastraat, vorige donderdag, dat ik ze naar het hospitaal ‘De Hoge Beuken’ gevoerd heb, dat was het dichtstbijzijnde en daar ligt ze op een kamer te recupereren van een operatie”. Haar barsheid deed me nogal direct zijn. Marie-Claire Duvivier was ineens sprakeloos. Ik zei : “ik heb met uw dochter afgesproken om u hier op te vangen en met u naar haar toe te gaan”. “Als u wenst, kan u met mij meerijden, mijn auto staat daar” ik wees naar mijn groen Volvo. “Eerst zou ik uw koffers even binnen zetten, die kunnen hier niet op straat blijven staan”.

“Maakt u zich geen zorgen mevrouw, uw dochter is in orde, de val was wel erg zwaar en ze heeft een heupbreuk, een dijbeenbreuk, een hersenschudding en wat schaafwonden, maar dat komt allemaal goed”. “Voor die heupbreuk is ze al met succes geopereerd”. Madame Duvivier wist het allemaal niet zo goed meer en ik nam dan maar de rolkoffers en duwde die de hal van het appartement binnen. “Volgt u mij ?” vroeg ik hoffelijk en ze liet zich tot op de passagiersstoel van mijn auto begeleiden.

Ik vertrok richting ziekenhuis en onderweg zei ik : “mijn naam is Rick, Rick D’Anvers, mevrouw”. Dat interesseerde haar nauwelijks, want ze vroeg, “u heeft haar naar het hospitaal vervoerd, waarom was dat nodig, u had toch een ambulance kunnen bellen”. Het mens begon me wat op de zenuwen te werken, dus zei ik kortaf : “toen ze viel, stond ik in de Louisastraat net aan mijn auto om te vertrekken, ze lag te kermen op de grond en bloedde nogal hevig, dus vond ik het beter om geen risico’s te nemen en heb ze direct naar de spoed van ‘De Hoge Beuken’ gevoerd.

Bij het hospitaal reed ik direct naar de ingang en zei : “Elise ligt op kamer vierhonderd en twaalf, stap maar uit, ik ga de auto parkeren”. “Wij hebben uw diensten niet meer nodig mijnheer D’Anvers” zei madame Duvivier, “rij maar rustig verder, ik kom wel terug thuis met een taxi” en ze stapte uit. Ik was licht geschokt. ‘Wat een kut van een vrouw’, dacht ik en ging mijn auto parkeren. Vijf minuten later stond ik voor de kamerdeur van Elise. Die deur stond zo’n twintig centimeter open.

Ik aarzelde om binnen te stappen. Ik hoorde Marie-Claire zeggen, “maar kindje toch, waarom heb jij je door die oude vent laten vervoeren, je had gewoon door één van je vriendinnen de ambulance moeten doen bellen”. Niet Elise, maar de chirurg die haar geopereerd had en die blijkbaar ook in de kamer was, antwoordde : “mevrouw, die ‘oude vent’ heeft door zijn drastisch ingrijpen wel het leven van uw dochter gered, hij heeft haar slagader afgebonden zoals het hoort en is zo snel mogelijk naar hier gereden, zonder zijn onmiddellijke reactie, was uw dochter nu dood geweest”.

Ik ging een stap achteruit staan en maar goed ook, want de arts kwam naar buiten, hij zag me staan en zei, medisch totaal niet verantwoord, toen hij me zag : “wat een bekakt kutwijf zeg” en dan tegen mij : “bonne chance”.

Ik had weer dikke, blauwe druiven bij en liep de kamer in. Marie-Claire bekeek me vies en toen ze zag dat haar dochter een glimlach van oor tot oor op haar gelaat toverde toen ze me zag, keek ze nog viezer. Expres gaf ik Elise een kus op het voorhoofd en zette dan de druiven op het roltafeltje. “En, hoe gaat het met mijn favoriete fietsster ?” zei ik al lachend.
“Veel beter” zei Elise, “ik voel al bijna geen pijn meer”. “Mijn reddende engel” sprak ze en ze keek naar mij en dan naar haar erg zuur kijkende moeder, dan zei ze : “mama, jullie hebben al kennis gemaakt, maar deze oude vent heeft dus mij leven gered, mijn klasgenoten stonden perplex naar mij te kijken terwijl ik lag dood te bloeden en hij heeft direct het juiste gedaan”. Door de woorden van de chirurg te herhalen, gaf ze subtiel een sneer naar haar moeder”.

Marie-Claire zei niets meer en Elise begon te ratelen tegen mij. “De arts heeft gezegd dat ik vanaf maandag volgende week een nieuwe plaaster krijg en een speciaal korset moet dragen om mijn heup in positie te houden en vanaf dinsdag volgende week mag ik al beginnen met revalidatieoefeningen”. “Dat zal dan wel op krukken zijn, maar ik wil zo snel mogelijk terug kunnen stappen”. Ik zei daarop :”dat is de goeie spirit meisje, jezelf een doel voor ogen stellen en daar naartoe werken en vooral, nooit opgeven”.

Marie-Claire reageerde door te zeggen : “zou ze niet beter blijven liggen en rusten, het lijkt me niet verstandig om de dingen te forceren”. Ik zei : “als de arts zegt dat ze mag revalideren, dan lijkt me dat ok en ze zal tegen het einde van deze week al wel het gevoel hebben dat ze voor heel haar leven genoeg gerust heeft”. Ik lachte, Elise ook en Marie-Claire, keek weer sip.

Ik liet mama en dochter alleen, en toen ik buiten ging, hoorde ik de mama zeggen : “kindje toch, je moet zo niet luisteren naar die man, blijf rustig liggen in je bedje”. Elise zei daarop : “ik luister naar de dokter mama, meer niet”. Dan ging ik verder weg en kon niets meer horen.

Elke dag van de week, ging ik kort na de middag langs en ’s avonds. Telkens gaf ik Elise een kus op het voorhoofd, bij het binnenkomen en bij het buitengaan. Als de mama toekwam, zoals gebruikelijk met een taxi, en ze kwam de kamer binnen, dan ging ik meestal een minuut of twee later gewoon door. Wat mij opviel, was dat Marie-Claire haar dochter als een kleuter behandelde en niet als een jonge vrouw.

Op een bepaalde avond, de mama kon toen niet langs komen om onduidelijke reden, vroeg Elise me : “Rick, jij hebt vier kinderen, twee jongens en twee meisjes, en die hebben op hun beurt ondertussen al kinderen, daarvoor is seks nodig, hoe hebben die dat gedaan ?” Ik snapte de vraag niet direct maar Elise zei : “hoeveel vrijen die met hun partner ?”

Ik antwoordde daarop : “Elise, iedereen is verschillend, maar volgens mij, is het ook ietwat genetisch bepaald”. “Mijn vrouw en ik, wij doen al lang niets meer met mekaar, gewoon omdat zij veel eeuuh ‘koeler’ is op dat vlak dan ik”. “Het is merkwaardig, maar mijn twee oudste kinderen, de oudste is een jongen en daarna komt een meisje, die twee trekken hard op mijn vrouw, van hen weet ik dat seks niet echt belangrijk is in hun leven en die doen het hooguit één of twee keer per maand”. “De derde is een jongen, erg sportief en die heeft meer mijn natuur en daarvan weet ik dat die het toch twee keer per week, minimaal doet”. “De jongste, Julie, is helemaal de vrouwelijke versie van mezelf en die doet het alle dagen minimaal één keer en soms zelfs drie, vier keer op één dag”. Alle vier mijn kinderen zijn erg gelukkig op hun manier, maar ik weet met zekerheid dat de jongste het meest gelukkig is van alle vier”. “Julie is trouwens ondertussen mama van twee jongens en twee meisjes”.

“Waouw, vier keer per dag ?” zei Elise met verbazing. Ik knikte. “Tja” zei ze, “ik denk dat daar het probleem van mijn papa lag, ik herinner me niet veel van hem, maar één ding weet ik nog en dat is toen hij het huis verliet, toen riep hij tegen mijn mama : “Marie-Claire, ik zie je doodgraag en mijn dochter ook, maar jij bent gewoon een frigide, omhooggevallen koude trut”. “Telkens ik wil vrijen, is dat voor jou te veel, ik wil zo niet verder en dus heb ik besloten, met pijn in het hart, een punt achter onze relatie te zetten, ik ga met Carole samen wonen daar kan in tenminste alle dagen mee vrijen”. “Mijn mama had daarop geroepen dat hij een seksmaniak was”. “Nadien is mijn papa met Carole, zijn vroegere secretaresse, naar Los Angeles verhuisd in de VS en ik heb hem nooit meer gezien”. Ze snikte.

Vervolg in deel 2
Voor commentaar op dit waargebeurde verhaal, enkel namen en locaties zijn aangepast ; stuur een berichtje naar rickdanvers@yahoo.com of hier op de site. Alle eventueel crimineel interpreteerbare feiten zijn vanzelfsprekend compleet verzonnen. Elke gelijkenis met personen of gebeurtenissen in dit verhaal, berusten louter op toeval. Tevens is dit verhaal enkel bedoeld voor de Gertibaldi site, enkel te kopiëren of te vertalen, mits voorafgaande, schriftelijke toestemming van de auteur.

Sensuele groeten,
Rick

Wat vond je van dit verhaal?

(Alleen leden kunnen stemmen)

Aantal stemmen: . Gemiddeld cijfer:

Nog geen cijfer, ben jij de eerste ?

Geschreven door Rickdanvers

Carpe Diem, iets ouder, genietend van het leven, met zoveel mogelijk passie. Ondanks het ouder worden, verminderd de passie en gulzigheid naar seks niet, eerder integendeel zelfs. Ik hoop dat jullie, lezers echt kunnen genieten van mijn verhalen. Die zijn meestal geen pure porno van begin tot eind, maar eerder volledige verhalen met nogal wat achtergrond. Geniet er van !

Dit verhaal is 20472 keer gelezen.
Reageren? Leuk! Houd het aub on topic en netjes, dankjewel!

5 gedachten over “Moeder en dochter 1”

Plaats een reactie