BDSM artikelen, erectiepillen of gewoon iets voor de fun?Zoek erotische hulpmiddelen in onze vertrouwde webshop

Machete

Proloog
Ik, Bronno, ik zit in het lichaam van een lieve zwakke overgevoelige ziekelijke onzekere vrouw, die het iedereen naar de zin wil maken, maar zichzelf vergeet, en nu ze minder kan wentelt in schuldgevoel..Ik probeer tot haar door te dringen, dat ze naar mij moet luisteren. Ik ben ’t omgekeerde: egoïstisch, wreed, koud, meedogenloos. Ze blijft echter maar de wereld om haar heen gehoorzamen en luistert niet naar mij. Ze wil mij niet voelen, ze ontkent mij, terwijl ik zo dicht bij haar ben, en in haar hele wezen zit. Ze drukt me weg en leeft alleen maar uit zorg voor anderen, zelfs al doen mensen nog zo lelijk tegen haar en is ze ziek door hun nalatigheid, egoïsme en bruutheid. Zij houdt met iedereen rekening, niemand met haar.. Ze laat zich maar door iedereen overbluffen en blijft de bescheidenheid zelve, zo bang iemand te beschadigen, tot last te zijn. Alle schuld en blaam trekt ze naar zich toe, nooit komt ’t in haar op dat ’t ook aan de ander kan liggen dat ‘zij zo mislukt is’. Haar laatste krachten verspilt ze aan hen. Ik zit machteloos opgesloten in haar verzwakte lichaam dat amper meer adem kan halen, en popel naar buiten te komen, maar het dringt nog steeds niet tot haar door.
Hoe is dit zo gekomen.. Hoe ben ik in haar verzeild geraakt? Daarover gaat dit verhaal.

1. Aanranding
Vrij zweven zonder ergens aan verbonden te zijn. Daar ging ze. In ’t luchtledige, in de oneindige ruimte waar geen weerstand is. Vrijer dan een vis, vrijer dan een vogel gleed Angelina door alles heen, zwevend, lichter dan licht, als door een droomwereld met schitterende vergezichten. Heel even kon ze de machete die haar lichaam had gedood aanraken. Raakte ze het? Had ’t haar geraakt? Wilde ze nog aangeraakt worden, of liever zo ijl zijn dat niets haar meer kon raken? In een vergetelheid raken.
Ze zag nog.. ze zag de contouren van haar moordenaar. Herinneringen gleden voorbij.. De achtervolging, door de man. Haar vlucht door struikgewas, waar ze hoopte te schuilen. Hij had haar gevolgd vanaf het schoolplein. Ze had hem al gezien zodra ze school uit kwam. Een raar figuur. Zijn ogen hadden haar en haar vriendinnetjes continu gevolgd. En toen ze het schoolplein afliep, vrij dicht langs hem heen, zag ze zijn ogen strak op haar gericht. Het had haar kippenvel bezorgd, maar ze had het weggedrukt en proberen vergeten.

Toen ze haar vriendinnetje uitzwaaide bij de splitsing op ’t Kastanjeplein zag ze hem echter weer, in een oude Landrover. Hij haalde haar in en verdween om de hoek. Raar gevoel had ze, maar fietste door, de straat uit. De straat waarin de auto afgeslagen was was leeg. Was ie weg? Ze trapte wat harder. ’t Werd bewolkt. Ging ’t regenen? ’t Was warm. Ze had zin naar ’t bos te gaan, zeker niet in huiswerk. Ze wou avontuur, in de natuur. Ze moest nu linksaf om naar haar huis te fietsen, rechtdoor om naar ’t bos te gaan. Ze ging rechtdoor. Waarom wist ze niet.
En daar was ie weer. De Landrover kwam van rechts en sneed haar haast af, terwijl hij voor haar rechtsaf sloeg haar weg op. Ze wou terugkeren, naar huis. Ze pakte haar mobiel en typte voor zekerheid ’t kenteken in. De auto reed langzaam door. Ze sloeg de eerstvolgende straat linksaf, richting huis. De landrover was verderop, hij zag ’t allicht niet. Ze was al in de buitenwijken van het stadje waar ze woonde. Ze zou over 10 minuten thuis zijn.

Het was vrij rustig, ze was vroeg uit school vandaag. Gym was uitgevallen, laatste lesuur.
Het begon zachtjes te regenen. Ze vergat de landrover en trapte door. Waarom voelde ze ineens of ze zweefde? Ze zag plots heel even zichzelf fietsen, haar vader thuis aan z’n werkbank bezig. Hij was meubelmaker, had veel thuis te doen. Dat was gezellig, dat hij er vaak was. Mam niet, die werkte hele dagen op de bank. Angelina zag haar eigen kamer en zichzelf spelend als klein kind. Daar was ze opgegroeid, altijd in één huis. Het leek even of ze haar wieg zag en toen een donker gat en weer zichzelf, nu zwevend in een donker niets, maar zelf lichtgevend.
En ze voelde hoe ze werd aangeraakt door een stuwende kracht, een soort golf. Ze deinde mee. Was daar licht? Ze kwam ineens in een oerwoud en tussen ’t hoge struikgewas stond daar plots een man, een enge, vrijwel naakte, beschilderde, woest kijkende man, met wild haar en een baard. En hij hief een kapmes op. Wegwezen hier..ze rende, maar haar voeten waren zwaar. Ze viel. Ze stagneerde en voelde niets meer.
Tot ze merkte dat ze was vastgebonden. Handen aan elkaar, voeten aan elkaar. In haar mond een prop bladeren waarin ze bijna stikte. Ze probeerde ’t uit te spuwen. Ze zag niks. Maar voelde toen iets hards, scherps, dat haar aanraakte.

Angstig kwam ze tot haar positieven, en precies op dat moment was hij daar. De man van de landrover. Hij stond pal voor haar, naast z’n geopende portier aan de kant van de weg. Ze kon ‘m niet meer ontwijken. Hij strekte zijn arm uit en ving haar op terwijl ze om dreigde te tuimelen door ’t plots uitzwenken. Hij duwde haar met kracht in zijn auto. Als een stuk vuil werd ze op de passagiersstoel geschoven en toen ze zich verzette kreeg ze een harde klap.
De auto reed weg. De man siste: “Geen beweging of je bent er geweest.” Hij hield een machete tegen haar zij. ’t Grote glimmende mes stak scherp en dreigend uit zijn hand en Angelina was te verlamd van angst om überhaupt te bewegen, te schreeuwen of wat ook te doen.
De auto reed rechtstreeks naar ’t bos. De man keek paar keer grimmig opzij. Z’n ogen namen haar hele lichaam op, en Angelina voelde zich zeer unheimisch. Ze probeerde toch de deur open te trekken, en voelde meteen een lichte steek in haar zij. Ze schreeuwde van pijn. “Geen beweging had ik gezegd!” klonk ’t dreigend.

Angelina kreeg weer ’t gevoel of ze zweefde, alsof ze niet echt in deze auto zat. ’t Leek of ze in een groot veld vol bloemen was en bramen. Ze plukte er één, en prikte zich. Haar hand rood van bramensap en bloed.
Ze zat weer in de auto. Het regende nu hard en de ruitenwissers bewogen met een piep ritmisch heen en weer. Weer die verlammende angst. Ze voelde hoe ze ’t in haar broek deed. Oncontroleerbaar.
De man zei niets. Hij reed nu door een bosweg die ze zo gauw niet herkende. Ze moest overgeven, misselijk van angst als ze was. Ze maakte licht kokhalzende geluiden, maar de man greep haar toen met z’n andere hand bij de keel, ’t stuur loslatend.
“Hou je koest!” dreigde hij. Hij moest ’t stuur goddank weer vastgrijpen, daar ’t hobbelige pad zelfs de 4-wiel aangedreven terreinwagen wat uit z’n koers bracht.

Angelina dacht ineens aan haar opa, opa Gert, en z’n papegaaien. Heerlijk vond ze ’t bij hem en z’n volière. Hij maakte altijd grapjes en was net zo vrolijk als z’n vogels. Ze dacht aan Kopie, haar lievelingspapegaai, die ‘kom nou’ zei de hele dag. En ze moest huilen.
De auto stopte. Ze stonden op een smal zandpad dat zeker geen autoweg was.
De man stapte uit, liep naar haar portier, opende ’t en trok haar eruit. Hij sleurde haar aan de pols mee, met z’n andere hand hield hij ’t kapmes vast. Angelina, hoewel nog steeds in doodsangst, kon ineens helder denken. Ze wist dat als ze hier stierf politie haar zou zoeken en de dader gevonden moest worden. Ze had ’t kenteken in haar mobiel staan. Ze moest haar mobiel nu dumpen voor de man ‘m afpakte. Ongemerkt wierp ze ’t onderaan struiken vlakbij.

De man sleurde haar dieper de bossen in. Bij dicht donker struikgewas trok hij haar naar zich toe en begon haar te tongen.
Ze walgde en wou kotsen. Ze gaf ‘m een knietje en rukte zich los, maar hij had haar meteen weer.
“Nog één keer en je bent dood,” dreigde hij met ’t kapmes pal voor haar neus. De man rook naar drank en oude rook, alsof ie kleren aan had die lang in een bruin café waren geweest. Hij scheurde haar bloes los. Ze deinsde achteruit terwijl hij ’t mes over haar blote buik liet gaan.
Hij greep haar bij de schouder. “Hier blijven!” Hij smakte haar tegen een boom en streek zich tegen haar op. Geplet tussen hem en de boom snakte Angelina naar adem. Hij maakte haar broek open en gleed met een hand achterin haar broek over haar billen. Ze voelde de nattigheid van haar broek weer. In de angst vergeten. Ze rook haar eigen urine.
De man leek er geen erg in te hebben. Hij liet even z’n mes los om haar strakke broek naar beneden te trekken. Terwijl hij daarvoor iets zakte zag ze haar kans.
Ze gaf een stoot met haar knie tegen z’n kin. Hij wankelde achteruit en Angelina maakte van het moment gebruik om weg te rennen.Hij greep haar bij haar hiel, maar haar schoen zat los en gleed uit, en ze kon ontsnappen. Ze rende haar benen uit ’t lijf, schampte zich aan takken en prikstruiken, maar lette daar geen seconde op. Z’n hijgende adem was vlak achter haar.
Niet nadenken, rennen. Als een gek, en schreeuwen. Maar ’t was er doodstil. Ze waren ver van de gebaande paden had ze al gemerkt.

Er ontstond iets afstand, z’n gehijg klonk verder. ’t Geritsel van z’n voetstappen ook.
Iets verderop was weer dichter struikgewas. Ze vluchtte erheen, misschien kon ze zich verstoppen. Het was nog steeds aan het regenen. Ze voelde er echter niks van, alleen maar haar eigen angstzweet.
Ze schoot tussen 2 struiken door, maar zag nog niks om te schuilen. En daar was de boomstronk.. Ze zag ‘m te laat en viel.
Nog amper overeind gekomen hoorde ze zijn gehijg pal achter zich en voelde ’t mes haar rug openrijten. Een scherpe pijn doorkliefde haar. 2 Seconden later voelde ze zijn hand over haar mond slaan en de andere arm stevig om haar taille, ’t mes in de hand en zijn stem in haar oor: “Nu meewerken en geen kik meer anders is ’t met je gedaan.”

Zonder verder verzet liet ze zich op haar rug kwakken. Verdoofd van pijn merkte ze amper meer dat hij haar uitkleedde, haar bij haar middel naar zich toe trok en onstuimig zijn mond aan de hare opdrong. Dat hij in haar nauwte drong, en haar nam met harde onbeheerste stoten.
Ze nam ’t niet meer waar, was er niet bij. Ze zweefde, voelde zich een elfje met vleugels dat hoog in de boom waar ze onder lag fladderde en de ruwe betastingen door de man gadesloeg, als was ’t een nare film, een boze droom, een verloren computerspel. Haar avatar was uitgeschakeld, game over.
Ze zag haar hand vol bloed, of was ’t bramensap? Ze zag de man klaarkomen, daarbij het mes loslatend. Ze zag haar bebloede hand naar ’t ding tasten. Het vastgrijpen bij ’t lemmet en met haar laatste kracht voluit in zijn zij steken. Hij schreeuwde, wankelde, viel opzij, greep naar ’t mes, trok ’t met een harde krijs uit z’n zij en nog voor Angelina kon bewegen hief hij z’n arm en stak ’t ding recht in haar hart.
De rest was zwart, wazig.

2. Aanraking
Ze zag iets liggen, bewoog hij? Ze wou er ver vandaan, ver weg zweven, nooit meer enige aanraking, vrij, vrij door ’t luchtledige niets. Opgaan in alles, als was ze alles, overal tegelijk.
Zacht zweefde ze van het bos door de landerijen naar haar huis: haar ouders, Pap in de tuin. Heel even, ja heel even kon ze hem zacht aanraken, zou hij ’t voelen? Een windvlaag, een zwoel briesje, het net iets nattere regendropje? Ze voelde zijn tranen die zouden komen. Huil niet Pap, ik ben hier overal. Haar zusje, ook nietsvermoedend aan haar blokfluit, pogend iets van de moeilijke noten te volgen, licht raakte ze haar ook.
En waar was Mam? O daar, in de auto, op weg naar huis. Mama!! riep ze, en ze huilde.. Haar traan viel tussen de druppels op de voorruit. Mammaaaa!!! en toen was ze bij Opa en de papegaaien, en bij Lena, haar vriendinnetje die ze als laatste had gezien, en toen…heel licht vloog ze over bergen, zweefde tussen meeuwen over zee.
Waar ging ze heen? Nergens. Nergens heen. Ze viel uiteen. In 10000en zandkorrels over de zee, zwevend door de lucht, drijvend op de golven, zinkend in de diepe bodem, steeds dieper en dieper, oeroude lagen doorzakkend, zwevend in ’t diepste der aarde. Was daar licht? Warmte..heel even voelde ze een warme aanraking van de zon, een verlangen losmakend.. Verlangen naar licht, warmte, leven.. aanraking, badend in licht, warmte, water, bloed, warm warm bloed. Zachte aanraking van vlees rond haar. Zacht getik, geklop, ritmisch, monotoon, levend.

Ze dompelde in ’t warme omhulsel dat meegaf, ze gaf zich over aan een weldaad, ongekend, ongeremd, vol energie, sprankelend, licht en veilig. ’t Oerei, vrij en toch beschermd. Intens genot, zaligheid, een reusachtig ei vol energie, alles wat ze nodig had was daar, om te groeien, groeien tot een Angelina, omdat ze vleugels had, een engel was, een angel, in paradise.
Wie had haar toch gered? Haar hier gebracht? Ongebonden aan wat dan ook? Verbonden met slechts licht, warmte, gelukzaligheid.. Ze zag de machete..de machete die haar los had gesneden van aardse banden , alles doorgesneden. Vaag, en toen was alles weg.

3. Verband
In ’t bos klonken sirenes. Politie-auto’s, agenten en honden doordrongen ’t bos.
“Ik heb ‘m !” riep een mannenstem.. De telefoon was gelokaliseerd. Het verband met de landrover verderop was snel gelegd. De honden snoven bloed en het spoor was al gauw gevonden. In een dichte struik lag een man, zwaar gewond, bewusteloos, zo leek.
Hij zweefde echter ook, in een duister macaber geheel. Hij voelde zich dronken, dacht te dromen.. Zag een meisje, met een mes. Een groot kapmes. Ze zat vol bloed. Haar bloes was los, in haar blote buik gaapte een groot bloedend gat. Haar bloedende hand hief ’t mes op en kwam dreigend op ‘m af. Haar ogen wild, woest, maar toch ook.. mededogend, vol smart en barmhartigheid. Het mes bevrijdde hem uit de angstige droom.

Hij werd wakker in een hel verlichte kamer met een snijdende pijn in z’n zij.
Een jongedame boog over ‘m heen en hij schrok.. was zij ’t? Met ’t mes? Wat had ze in haar hand? Hij schreeuwde en wilde wegrennen. Razendsnel vloog de hand van de vrouw naar zijn arm, en hij voelde een harde prik. De aanraking deed pijn in z’n arm. Hij wou ’t uitschreeuwen maar het werd weer zwart. “Nog één met een dosis diprivan!” hoorde hij een mannenstem nog. Weer een prik maar hij was al te ver weg.

Weer zweefde hij door een duister bos. De bomen staarden hem aan. Wat heb je gedaan, wat heb je gedaan! riepen ze. En ze bogen allemaal naar één open plek te midden van hen. Daar lag een jong meisje, vastgebonden aan handen en voeten. Een groot kapmes stak in haar hart. Hij wou wegrennen. Maar z’n voeten leken vastgebonden, hij kon niet meer zweven of überhaupt bewegen.
Hij stond aan de grond genageld en keek naar ’t meisje, de onschuld zelve, zo puur en onbedorven. De puurheid van haar blanke huid, haar gesloten ogen, haar blonde krullen die over de aarde golfden.. Het was of hij iets terugvond, wat niet meer van hem was. Hij zag het, maar had het vermoord. Hij wist dat hij het zelf had gedaan. Hij had haar gedood, de onschuld, de zuiverheid. De liefde, de warmte, de gelukzaligheid. Het was kil in hem, hard koud kil. Hij rilde, was bang. Zocht een uitweg maar het ging niet. De bomen leken dichterbij te komen, hem dreigend te omknellen. Dicht struikgewas overal om hem heen. Hij zocht zijn machete, maar ’t was er niet. ’t Was bij ’t vastgebonden meisje.
Hij moest ’t hebben. Hij moest haar los snijden, maar de struiken hielden hem gevangen. Hij rukte maar kwam niet los. Met een schreeuw werd hij wakker, woelend en draaiend, maar hij lag vastgebonden.

Er kwam weer een vrouw, in een wit pak. “We moesten je vastbinden, voor je eigen veiligheid..je zou vallen van het bed.. Je wond moet genezen,” zo verontschuldigde ze.
Hij begreep dat hij in een ziekenhuis was. Hij moest naar de wc maar kon niet praten. Hij probeerde duidelijk te maken wat hij wou. Ze begreep hem niet.
“Rustig nou maar, je bent dizzy van de pijnstillers en slaapmiddelen,” suste de verpleegster.
Hij voelde ’t bed nat worden. Wat een vernedering. De verpleegster rook het en verschoonde hem. Hij wou dat hij weer bewusteloos raakte, maar de pijn hield ‘m bij zinnen. Het was donker buiten.
Hoe lang was ik bewusteloos, vroeg hij zich af. Hij was te slap en moe na te denken. Zakte weer weg en zweefde weer in een duisternis. Machetes zweefden om hem heen en kwamen op hem af.

Hij kon niet zelf koers houden, hij werd voortgedreven. Hij rilde van angst en kou. De messen sneden hem, in de zij, hij voelde de stekende pijn. Ging dit ooit voorbij?
Losgesneden van alles wat hij ooit liefhad. Was dat er ooit? Was het er ooit, verbinding met iets? Hij herinnerde ’t zich niet. Hij had ’t gezien, in dat meisje. Met haar mooie blonde krullen, zo puur. Hij wou haar verslinden om haar schoonheid op te slokken, aan hem te verbinden, zodat hij haar werd. Hij moest haar vinden, aan haar verbinden voor altijd, om één te worden met haar lijf en ziel. Haar onzichtbare vleugels, die haar zo ongrijpbaar maakten, hadden iets magisch. Een magische vrijheid.
Hij zag haar licht .. hij probeerde erachteraan te gaan.. Ja hij kwam dichterbij haar..naderde haar vlakbij.. hij greep naar haar. Maar ze verdween.. in ’t niets opgelost. Slechts leegte hield hij vast. Er was geen verband meer.
Radeloos was hij. Hevig verlangend naar dat lichtje, dat zachte, schone, kwam hij weer bij. ’t Was donker in de kamer nu.

4. Reïncarnering
Slechts flauw licht door ’t raampje vanaf de gang verlichtte de kamer. De ramen waren verduisterd met lamellen. Hij voelde de pijn weer, zij ’t iets minder hevig. Was alles een droom? Of had hij een meisje vermoord? Was ze wel dood? Wat was er gebeurd?
Hij herinnerde haar, op haar fiets, wat had hij naar haar verlangd. Niets kon hem tegenhouden, hij moest haar hebben.. meteen. Het was ’t meisje van z’n dromen. Steeds terugkerende dromen van een meisje in een bos dat plots voor hem stond, waarnaar hij had gehunkerd. Hij had haar gebruikt en ze had hem met genot vervuld.
Naakt stond hij in ’t dichte bos. Zij voor hem vastgebonden met bladeren in haar mond. Haar zalige naakte lichaam vervulde hem met begeerte en lust.. Hongerig had hij haar gekust, haar met z’n tong geproefd. Zalig was ze. Hij had haar verslonden met z’n tong.. Ja dat had hij. Hij had haar opgegeten, helemaal. Dat had hij gedaan, haar verslonden en naar binnen geslokt, wat hem warm van binnen had gemaakt. Ze zat in hem, voor altijd verweven met hem. Ze kon niet meer van hem loskomen. Ze zat met haar naakte schoonheid in zijn verharde, al niet zo jonge, lijf meer. Ze had hem verjongd en nieuwe kracht gegeven. Hij genoot van haar warmte in zijn lijf, o wat was ze zacht. Ze smolt in zijn bloed. Ze was hem..hij was haar. Hij had haar gestoken en zij hem in een poging los van elkaar te komen, maar dat waren ze niet. Hij zat in haar warmte en zij in zijn kilte, die door haar was verwarmd en verlicht.

Licht voelde hij zich worden. Licht, zwevend met vleugels. Haar ziel nam hem op, streek zacht tegen zijn wang, haar aanraking wond hem op..O meer wou hij, meer. Hij wilde haar kussen, maar z’n ballen krompen ineens ineen van pijn. O, waarom was zij zo onbenaderbaar? Waar was ze nu weer heen? Met haar vleugels weggevlogen..hem in de kou latend.. Hij zou haar blijven zoeken, ze kon niet weg zijn, hij had haar opgegeten, verteerd. Zijn hele lichaam had haar opgenomen, in elke cel; elke zenuw voelde haar, hij verzwolg haar.
En toch was ze er niet. Hij betastte zichzelf om haar te voelen. Waar zat ze? In zijn benen, zijn armen? Zijn buik, zijn zij..daar zat ze in de pijn. In de snijdende pijn waar ze zich had losgesneden en uit zijn lijf had willen ontsnappen, maar hij had haar gedood en opgeslokt..en zo tot leven gebracht in zijn lijf. Hij kon haar voelen, haar borsten prikkelden zijn tepels, haar zachte handen betastten nu zijn lijf..dat helaas strak in verband zat. Zijn lendenen waren vrij..het zachte hand gleed naar zijn ballen. Het ei waarin zij zat..Ja, daar zat zij..verlangend naar hem zoals hij naar haar verlangde. Hij zou haar vangen en inslikken, keer op keer. Hij voelde haar stromen, door zijn ballen, zijn lid..ja..daar kwam ze..ze kwam naar hem..Hij ving haar, zoog haar op dronken van genot. Vredig sliep hij in.

5. Bezield en verenigd
Zijn ziel vervuld met haar liefde leefde door alles heen, zonder besef. ’t Leven ging langs hem heen. De rechtszaak, ’t vonnis, de opsluiting, ’t deed ‘m niets, want hij voelde haar, rook haar amandelgeur. De woede van de familie, de schreeuwende bewakers. Het was bedrieglijk. Echt was zij, ìn hem. Hij was vervuld met haar warmte, dag en nacht, elke seconde, en glimlachte slechts ten antwoord op welke vraag hem ook gesteld werd. Praten kon hij nooit meer, en wou hij ook nooit meer. Hij at, hij sliep, hij sportte, deed wat hem werd opgedragen, het maakte hem allemaal niets uit. Hij voelde bij alles wat hij deed HAAR.. Zijn engeltje…

EINDE en ONEINDE, eeuwig BEGIN.

Epiloog
En zo is ’t gegaan. En nu leef ik in haar als straf voor mijn zonden, in haar tere verouderde lijf, die zo wordt aangevallen en verkracht door deze harde wereld vol lawaai, stank, pijn en stress .
Ik wil haar nu beschermen, ik Bronno, maar ze voelt mij nog steeds niet, ’t lukt me niet door haar heen te breken. Ze drijft steeds verder van mij in haar angst voor de hard- en wreedheid van dit bestaan. Ik wil haar leiden naar ’t goede, naar mij. Maar ze is zo verzwakt. Ik wil haar kracht geven waaruit ze kan putten, maar ze laat zich door de wereld uitputten.
Ik wil haar zeggen: laat je angsten los, ga er tegenaan, pak ’t aan. Laat je niet telkens weer slaan..gooi alles terug in z’n eigen baan. Met mij lukt’t, als ze zich maar verbindt met mij, ik de moordenaar, verkrachter, kille gewetenloze vieze schurk. Kannibaal die alles verslindt en tot zich neemt en met de machete de hardnekkigste struik met geweld doormidden klieft.. Ik weet dat ze in haar diepste en ranzigste geheimen aan mij denkt en mij wil zijn. Ik laat haar nooit los en zij mij niet. Ze hoeft zich maar aan mij over te geven, naar mij terug te keren, mij in haar leven te laten.. Samen zijn we heel..compleet. Samen versmolten tot één vlees, onzichtbaar, maar volledig verweven met en in elkaar. ’t Lieve aardige meisje opgeslokt door mij, vermoord. Ik dood haar, haar ziel, en neem het roer over, volledig, opdat mijn ziel kan herrijzen en haar lichaam, het prachtbeest dat zij is, de gazelle, wordt gered.

Wat vond je van dit verhaal?

(Alleen leden kunnen stemmen)

Aantal stemmen: . Gemiddeld cijfer:

Nog geen cijfer, ben jij de eerste ?

Geschreven door Narcis

Ik ben bezeten van schrijven, seks en lezen. Heb m'n repertoire op onderstaande website gezet en paar op opwindend.net (https://www.opwindend.net/?Profiel=Narcis). Het meeste is homo of bi, over vele veroveringen, seksfeesten, orgieën, SM, travestie, hermafrodieten enz. Hier en daar een vleugje romantiek en wat gefilosofeer.
Hier op gertibaldi heb ik paar hetero verhalen geplaatst. hoop dat je er plezier van hebt.

Dit verhaal is 7224 keer gelezen.
Reageren? Leuk! Houd het aub on topic en netjes, dankjewel!

Plaats een reactie