Het levensverhaal van Gerry
Dit ietwat merkwaardige verhaal past in de categorie extreem. Het verhaal is evenwel grotendeels in het echt gebeurd en soms erg extreem. In sommige delen komt weinig seks voor, maar in andere dan weer veel. De namen en locaties zijn gewijzigd omwille van privacy.
Gerry, kort voor Gerard, was een ongelukje. Hij was een nakomertje en werd geboren toen zijn vader al tegen de vijftig liep en moeder vijfenveertig was. Hij had al een broer van negentien en een zus van zeventien bij zijn geboorte. Vader en moeder Vleminckx hadden een kruidenierszaak in de Zuidrand van Antwerpen. De oudste broer was een bolleboos en die ging al naar de universiteit en studeerde voor ingenieur. De zus zat in haar laatste jaar middelbaar en wou daarna voor dokter verder studeren. Twee slimme kinderen dus.
Gerry zelf was van een totaal ander kaliber. Als kleuter werd hij verwend door zowel zijn zus als zijn moeder. Mocht het begrip ADHD toen al uitgevonden zijn geweest, dan had hij zeker dat etiket opgeplakt gekregen. Op driejarige leeftijd hadden de ouders aan de huisarts al aangegeven dat Gerry ‘een heel druk kind’ was, dat nooit kon stilzitten en onvermoeibaar leek, altijd met iets bezig was of ergens aan het prutsen was. De raad van de huisarts was heel simpel. Laat hem veel sporten en geef hem veel bezigheden. Ik denk niet dat rilatine toen al uitgevonden was.
Het gezin woonde toen boven de winkel. Links van de winkel was een garagepoort bomvol spullen voor de winkel, achteraan een koertje waar meestal lege kisten van aardappelen of sla en dergelijke, gestockeerd werden. Als ma of pa in de winkel bezig waren met klanten was Gerry meestal op het koertje achteraan te vinden.
Op een bepaald moment stond mevrouw Peeters in de winkel, vroeg beleg voor bij de boterhammen en dan vroeg ze nog een krop sla. De bak van de sla in de winkel was leeg. Gerry had het gehoord, hij was toen amper vier jaar, kwam uit het garagegedeelte met een hele kist sla aansleuren en hij vroeg heel beleefd : “één krop mevrouw Peeters of twee ?” Van verbazing nam mevrouw Peeters er twee en rekende af bij Maria, de moeder van Gerry. Ondertussen had Gerry de lege plastiek bak uit het rek getrokken en de volle, op twee kroppen na, uit eigen beweging en met een beetje moeite in de plaats gezet. Zelfs Magda was verstomd.
Van toen af, als iets uit de stock moest gehaald worden en Gerry was thuis, dan riep pa Jef, of ma Maria gewoon naar achteren : “Gerry, de tomaten zijn op”. Binnen de minuut kwam Gerry met tomaten aandraven, of aardappelen, of eender wat op dat moment gevraagd werd. Tot verbazing van de klanten en zelfs van de ouders zelf, Gerry liep zoveel als gevraagd werd, over en weer. Hij leek zelfs niet moe te worden en niemand die snapte dat hij het zelfs graag deed. Elk ander kind zou geprotesteerd hebben tegen deze vorm van kinderarbeid, maar Gerry niet, integendeel zelfs, die had de tijd van zijn leven. En dat moest eigenlijk nog beginnen.
In de kleuterklas amuseerde hij zich vooral met schilderen en boetseren, wou altijd doen wat gevraagd werd en hoe meer hij mocht doen, hoe liever voor Gerry.
De wijze raad van de huisarts indachtig, lieten de ouders van Gerry hem al bij de préminiemen aansluiten bij de lokale voetbalploeg, mocht hij twee keer per week gaan zwemmen, later zelfs, zoveel hij wou, hij werd lid van de judoclub in de buurt en hij ging ofwel helpen in de winkel van zijn ouders ofwel nog extra ravotten of voetballen op het pleintje wat verder. Die Gerry leek echt nooit moe te worden.
Vader Jef, brak op een bepaald moment door onvoorzichtigheid zijn pols. Gerry was toen acht. Drie keer per week ging Jef normaal naar de vroegmarkt om groenten en fruit te kopen. Normaal moest je daar tegen ten laatste zes uur zijn, maar dat was nu problematisch want een hele bestelwagen lege dozen en kisten uitladen en nadien terug met koopwaar inladen, leek niet te kunnen met zijn gebroken pols. Spontaan bood Gerry aan om te helpen.
Sceptisch reed Jef met zijn zoon naar de vroegmarkt op een maandag. Gerry stond al om vijf uur naast het bed van de ouders, vol ongeduld om naar de markt te kunnen. Jef kon met zijn linker arm in de plaaster, wel rijden en sturen met de bestelwagen, maar hij kon en mocht niets tillen.
Op de vroegmarkt, sprong Gerry uit de bestelwagen en op instructie van pa Jef, was de bestelwagen snel, helemaal leeg. Alle lege kisten, bakjes en dozen waren uitgeladen. Jef kocht wat hij nodig had voor de winkel en Gerry droeg alles naar de bestelwagen, stapelde alles netjes op mekaar en na zijn laatste aankoop van drie bakjes paprika’s, had Jef amper betaald of de kistjes zaten al in de bestelwagen. Zonder morren of protesteren had Gerry alle aangekochte goederen netjes ingeladen en konden ze huiswaarts keren. De verkoper van de paprika zei nog, al lachend : “Jef, weet je zeker dat die kleine jouw zoon is ?” “Zo’n vriendelijk, gedienstig en sterk ventje, dat kan onmogelijk jouw zoon zijn.” Gerry glom van trots en Jef, wist wel zeker dat het zijn zoon was, Maria was nooit vreemd gegaan, daar was hij rotsvast van overtuigd. Ze werkten immers alle dagen, van ’s morgens tot ’s avonds samen.
Gerry was op tijd terug van de markt om de bestelwagen nog uit te laden vooraleer hij naar school kon vertrekken. Hij had nog tijd over zelfs. Je zou verwachten dat Gerry, na thuiskomst van school als een blok in slaap zou vallen, maar niets is minder waar, hij at vlug wat, maakte snel zijn huiswerk, hielp nog wat in de winkel tot sluitingstijd en ging daarna nog op het koertje spelen tot negen uur, zijn bedtijd. Sindsdien, en lang nadat de pols van Jef genezen was, ging Gerry elke maandag, woensdag en vrijdag mee naar de vroegmarkt. Geen enkele keer, tot aan het pensioen van Jef, jaren later, heeft Gerry een rit naar de markt overgeslagen.
Heel het lager onderwijs van Gerry was voor hem plezier. Hij had van zijn zes tot zijn twaalf de tijd van zijn leven. Voetbal, zwemmen, karate, dat was in de plaats van judo gekomen, wat hij wat saai vond, naar de markt, helpen in de winkel of spelen op het pleintje met zijn vriendjes, alles was leuk voor hem. Wat de leerstof van het lager onderwijs zelf betrof, was er evenwel niets dat hem interesseerde. Hij had geen fluit interesse in schrijven of lezen en nog veel minder in geschiedenis of aardrijkskunde. Het enige vak dat hem kon boeien, was rekenen. Dat zag je trouwens ook in de winkel van zijn ouders, als hij op het oud kassaregister de verschillende aangekochte artikelen van de klant mocht intikken, dan wist hij de uitkomst van de som nog voor hij aan de hendel trok om het rekeningetje af te printen. Steeds was zijn uitkomst juist. Nooit maakte hij een fout naar de klanten toe.
Enkel voor rekenen had hij steeds het maximum van de punten op school, al de rest van de vakken was steeds ‘kantje boordje’, tien of elf op twintig, net niet gebuisd dus.
Hij was een jaar of tien, toen hij voor zijn verjaardag een echt Zwitsers zakmes cadeau kreeg van zijn nonkel Karel, de broer van zijn vader. Dat was zijn favoriete nonkel. In de vakantiemaanden mocht hij altijd een paar weken naar nonkel Karel, die een boerderij had in de buurt van Aarschot. Daar had Gerry altijd de tijd van zijn leven. Hooi of stro laden, met de tractor rijden, de koeien melken, de stallen van mest ruimen, de dieren voederen, allemaal dingen die Gerry bijzonder graag deed. Nonkel Karel zag Gerry graag komen en Gerry deed niet liever.
Met het Zwitsers zakmes was Gerry dolblij. Hij had op het speelplein in de buurt een stuk tak van een boom gevonden, dat mee naar huis genomen en op het koertje achteraan zat hij tot hij moest gaan slapen, met zijn zakmes in de tak te kerven. Dagen na mekaar, bij elk vrij moment, bewerkte hij het hout. Uiteindelijk had hij er een wandelstok uit gekerfd. Kaarsrecht, met een handvat en op de kop ervan had hij het gelaat gekerfd van Panoramix, de druïde uit de verhalen van Asterix en Obelix. Die wandelstok deed hij cadeau aan zijn nonkel Marcel. Die was al lang op pensioen en de oudere broer van zijn moeder en getrouwd met Magda.
Nonkel Marcel was al een eind in de zestig, slecht te been en die woonde in de regio Boom. Hij had voor een prikje in zijn jongere jaren een oud magazijn van een voormalige steenbakkerij overgenomen, had in dat magazijn een klein fabriekje van pantoffels gehad met een dertigtal stiksters die de pantoffels maakten op lawaaierige machines. Hij had goed geld verdient, maar kreeg zijn zaak niet verkocht toen hij op pensioen ging en had dan maar de boel gesloten. Het magazijn stond nog nokvol oude stikmachines en rommel en hij woonde met zijn Magda in een appartement, op de eerste verdieping vooraan in het fabriekspand. Op het gelijkvloers waren de voormalige burelen.
Omwille van de verjaardag van nonkel Marcel, gingen Jef, Maria en Gerry in de bestelwagen naar Marcel en Magda toe op een zondag. Bij aankomst had Gerry met het meest vriendelijke en vrolijke gezicht tegen zijn nonkel gezegd : “nonkel ik heb een verjaardagscadeau voor jou” en hij had de wandelstok overhandigd. Marcel, de voormalige fabrieksdirecteur zei direct : “maar jongen toch, daar had jij je spaarcentjes toch niet moeten aan uitgeven”. Waarop Gerry zei : “deed ik niet nonkel, ik heb die wandelstok zelf gemaakt.” Marcel was sprakeloos en kreeg er zowaar de tranen van in de ogen. Jef, Maria en Gerry glommen van trots en Magda had Gerry’s hoofd tussen haar dikke borsten getrokken en hem half doodgeknuffeld. Dat had Gerry, ook al kon hij bijna niet ademen, bijzonder aangenaam gevonden.
Alhoewel kruidenierszaken in die tijd, door de opkomst van de supermarkten, ten dode opgeschreven waren, draaide de zaak van Jef en Maria toch heel goed. Het viel wel op dat als Gerry na school of op zaterdag mee de bediening in de winkel deed, er plots veel meer volk in de winkel kwam kopen. Op zaterdag was er zelfs dikwijls ‘file’ en moest er soms aangeschoven worden.
De blonde krollenbol met het altijd vrolijke en vriendelijke gezichtje, zei dan bijvoorbeeld : “dag mevrouw Smolders, blij u te zien, wat kan ik voor u doen mevrouw ?” De meestal ietwat corpulentere en oudere dames smolten zowat voor zijn jongensachtige charme. Als hij dan nog tussendoor zei dat de dame in kwestie een mooie jurk aan had, of dat haar haar wel heel mooi lag, dan vielen de dames bijna flauw van het zalige gevoel dat die kleine complimentjes hen gaven. Gerry zag of voelde wel het effect van zijn woorden op die dames en herinnerde zich nog de tranen van nonkel Marcel toen die zijn wandelstok kreeg, dus begon Gerry zich te bekwamen in het subtiel uitdelen van complimentjes en het rondstrooien van zijn onschuldige charme.
Op jonge leeftijd was er nog niets op seksueel vlak gebeurd in het leven van Gerry. Hij had wel eens op een nacht, toen hij moest gaan plassen, door het sleutelgat van de slaapkamerdeur van zijn ouders staan kijken, want hij had daar rare geluiden gehoord. Hij had gezien dat zijn vader languit bovenop zijn moeder lag en dat zijn kont omhoog kwam en weer naar beneden ging, dat hij na een tijdje zijn moeder op handen en knieën op het bed deed zitten, dan zag hij met verbazing, de stijve lul van zijn vader, langs achter in zijn moeder schuiven en een aantal keer in en uit zijn moeder schuiven, maar dat was blijkbaar wat vermoeiend, dus na een aantal bewegingen rolde zijn vader op de rug op het bed, met zijn stijve pik omhoog, ma ging schrijlings over die pik zitten, hij zag voor de eerste keer een blote kut en zag de piemel van zijn vader daarin verdwijnen. Ma begon als het ware, op haar knieën zittend te dansen bovenop pa. De geluiden vermeerderden. Hij zag de borsten van zijn ma alle richtingen uit vliegen. In zijn ogen waren dat heel dikke meloenen. Na nog wat harder gekreund, zowel van pa als van ma zeeg ma over pa heen en ze kusten mekaar. Zeker wist Gerry het niet, maar hij vermoedde dat hij getuige geweest was van geneukt tussen twee mensen. Hij had het wat raar en zelfs een beetje vies gevonden, opgewonden werd hij er helemaal niet van. Dan zag hij zijn moeder van het bed afkomen richting deur en als de bliksem was hij naar zijn kamer verdwenen, zonder betrapt te zijn geweest.
Een andere ervaring was geweest toen hij, een paar maanden na dat ouderlijk gebeuren, iets verkeerd gegeten had. Hij kreeg diarree, lag op zijn bed met krampen en ineens moest hij gaan. Hij schoot uit zijn slaapkamer en zo snel hij kon ging hij op de pot zitten in de badkamer. Geen tijd om nog naar het wc beneden achter de winkel te hollen, waar hij normaal altijd ging.
Wat hij, niet door had, was dat zijn zus thuis was, rond de vijfentwintig en die stond onder de douche. De glazen douchedeur was helemaal bedampt. Maar zijn zus stond op minder dan één meter afstand, volledig in haar blootje. Die had natuurlijk gehoord dat er hij binnen gekomen was, stak haar hoofd buiten de douche en zei bars :”Gerry, wat doe je hier, je ziet toch dat ik aan het douchen ben !” “Sorry” zei hij, “maar ik heb diarree en kan niet langer wachten, ik zal niet kijken, maar wees niet boos aub”. Demonstratief zette hij zijn linker hand als een oogklep tegen zijn hoofd. Zijn zus keek hem meewarig aan en zei : “is al goed, maar niet kijken hé, ik blijf hier douchen tot jij weg bent” en ze sloot de douchedeur. Gerry deed zijn gevoeg, maar ondertussen, deed hij zijn gestrekte vingers wel een beetje uit mekaar om door het spleetje naar zijn zus te kijken. Ondanks de damp, zag hij haar grotendeels naakt staan, en hij vond de aanblik eigenlijk wel mooi. Hij kon natuurlijk niet eeuwig blijven zitten, dus kroop hij iets later terug in zijn bed. De krampen waren grotendeels verdwenen.
De volgende ochtend, bij het ontbijt, fluisterde hij naar zijn zus, zonder dat pa of ma het konden horen en met een gemaakt verlegen en schuldig gelaat : “nog eens sorry zus, maar het was echt overmacht, ik zou nooit op tijd beneden geraakt zijn, maar ik heb niet gekeken”. “Och, trek het je niet aan lieverd, je zult als je groter bent wel meer naakte dames gaan zien” en ze lachte. Het voorval werd vergeten.
Een jaar later, ging zijn broer verhuizen. Die was ondertussen afgestudeerd als ingenieur, had werk gevonden bij een multinational in het Brusselse en had ondertussen een lief waarmee het echt serieus leek te zijn. Dus tijd om op eigen benen te gaan staan. Pa zou het vervoer van de spullen uit zijn kamer op de tweede verdieping naar het gehuurde appartement van zijn broer doen met de bestelwagen. Broer had al zijn spullen in bananendozen gestoken en Gerry was er snel bij om al die dozen van het tweede naar de bestelwagen te dragen. Dat waren wel een boel trappen, maar pa had die zolderkamer eigenlijk als nieuwe kamer aan Gerry beloofd. Tientallen keren holde Gerry van aan de bestelwagen tot op het tweede en kwam terug naar beneden met een volle doos.
Bij doos vijftien of twintig, dat had hij niet geteld, moest hij toch even uithijgen op de eerste verdieping. Het was een heel zware doos. Gerry kon het niet laten en keek even in de doos. Die zat vol boeken. Tussen de boeken zat hier en daar een tijdschrift. Dat bleken pornoboekjes te zijn, stijl Candy. Eéntje pikte hij er uit, smeet het snel onder zijn matras en liep verder met de volle doos. ‘Voor later’ dacht Gerry bij zichzelf. Die avond, na een succesvolle verhuis, keek hij voor het slapengaan even in het boekje dat hij gepikt had. Allemaal blote dames, net zo mooi als zijn zus en allemaal blote venten met joekels van piemels. Opwinden deed het hem niet, maar hij was toch verbaasd over het formaat van die piemels. Die leken erg op die van zijn vader, maar waren groter. Hij wist, door de gemeenschappelijke douches na het voetbal, dat zijn piemeltje ongeveer hetzelfde formaat had als zijn medespelers, maar zo’n joekels, dat was toch speciaal. Hij verstopte het boekje zodat zijn moeder het nooit kon vinden. De verhuis van zijn slaapkamer op het eerste naar die van zijn broer op het tweede, ongeveer een week of twee na een grondige poetsbeurt vooraf, deed hij op zijn eentje, en dat met inbegrip van de poetsbeurt. Ma kreeg zijn kamer als kleedkamer en naaikamertje.
Op twaalfjarige leeftijd, werden de ouders van Gerry, die toen in het laatste jaar lager onderwijs zat, naar school ontboden. Er moest gepraat worden over de studiekeuze. Zijn leraar van het zesde studiejaar, samen met iemand van het Centrum voor Leerlingenbegeleiding, ontvingen hen. Conclusie was, dat Gerry zeker niet dom of lui was, ook al waren zijn studieresultaten op wiskunde na, allemaal lamentabel, maar de begeleider hanteerde de term : ‘intellectueel lui’ en hij zei, dat middelbaar voor Gerry niet was weggelegd. Een verandering naar een technische school, waar hij iets met zijn handen kon doen, leek aangewezen. Gerry knikte bevestigend en zijn ouders ook, al hadden die liever nog een dokter in de familie gezien. Gerry kon kiezen, metaal, hout, loodgieterij, automechanica of elektronica. Gerry koos voor metaal.
Draaien en frezen waren zowat de hoofdtaken, maar dat vond Gerry al snel saai. Lassen daarentegen, dat vond hij leuk. Hij kon dat al snel als de beste. Maar op het einde van het eerste jaar, gingen alle studenten met een werkstuk naar huis. Gerry had een bureaulamp in mekaar gelast, maar dan zag hij dat de leerlingen van de afdeling ‘hout’ met een stoel of een ander meubelstuk naar huis gingen en hij vond dat prachtig. Na wat discussie met zijn pa, mocht hij toch het tweede jaar in de afdeling ‘hout’ aanvatten. Daar had hij de tijd van zijn leven. Alles wat men hem vroeg te maken, deed hij met enthousiasme. Niets was te veel en als het einde van een schooldag er was, dan vond Gerry het zonde dat hij al naar huis moest.
Het tweemaal per week gaan zwemmen, had Gerry ondertussen omgewisseld voor Thai Boksen. Hij blonk ook daarin uit door zijn gedrevenheid en taaiheid.
Op zijn twaalfde, eerder per toeval, ontdekte hij het masturberen. Op zijn kamertje ’s avonds, bij het rommelen tussen zijn spullen, botste hij toevallig op het pornoboekje van zijn broer. Hij bekeek het even, wou het terug wegleggen, maar bij het zien van al die blote dames die ofwel aan een piemel aan het zuigen waren of er ééntje in hun kut of kont hadden zitten, begon er plotseling leven in zijn eigen piemel te komen. Hij keek er verbaasd naar. Gerry nam met één hand zijn half stijve piemel ter hand, keek verder in het boekje en zijn piemel groeide tot het grootst mogelijke formaat. Door met zijn hand wat te strelen werd het aangename gevoel sterker en sterker en na een paar minuten spoot er wit spul uit. Het gevoel was zalig.
Van die dag af, deed Gerry elke avond een nieuw ritueel. Elke avond, gebruik makende van het boekje en zijn zelfgemaakte leeslamp spoot hij sperma over zijn buik. Na een paar weken, als hij voelde te gaan klaarkomen, hield hij op of knelde zijn pik zelfs wat af om het leuke gevoel wat af te remmen, bleef wel verder in het boekje kijken om na een paar minuten nog wat meer te rukken, dan weer te stoppen en zo zijn klaarkomen zo lang mogelijk uit te stellen. Zonder het te beseffen was Gerry zijn zelfbeheersing hiermee maximaal aan het trainen.
Op zijn dertiende gebeurde iets totaal onbegrijpelijks. Het zou een keerpunt in zijn leven betekenen. Maar Gerry werd verliefd, smoorverliefd nog wel. Het meisje in kwestie was een beeldschone blondine, die naar de school twee straten voorbij die van hem stond, ging. Ze noemde Margot Tielemans. Lange benen, mooi figuur, lange blonde haren meestal los of in een lange paardenstaart die tot aan haar kontje reikte. Gerry wist niet waar hij het had, op school zat hij van haar te dromen, ’s avonds had hij het boekje van zijn broer niet meer nodig, hij zag in gedachten haar bovenop zijn harde pik zitten, net zoals hij zijn moeder ooit had zien zitten op zijn vader, al dansend van geilheid. Hij moest maar aan Margot denken en zijn piemel groeide.
De moeder van Margot kwam bij hen op de winkel en Gerry was supervriendelijk tegen haar. Maar naar Margot toe, wist hij niet wat doen. Op een dag kwam zijn zus op bezoek. Die zat nog aan de universiteit en deed een specialisatie na haar doktersstudies. Ze ging voor chirurg. Als niemand het zag, vroeg hij haar of hij haar iets mocht vragen. Ze gingen naar zijn kamer en toen vertelde Gerry dat hij verliefd was op een meisje en hoe hij het moest aanpakken om er voor te zorgen dat ze zijn lief werd.
Gerry’s zus was zo vertederd, dat ze Gerry eerst feliciteerde en dan een dikke knuffel gaf. Gerry vond dat wel leuk, maar had toch liever een knuffel van Margot gekregen.
Gerry’s zus had hem de raad gegeven om een briefje te schrijven met daarop wat hij voor Margot voelde, en dat hij dolgraag zou willen dat Margot zijn meisje zou worden. Dan moest hij het briefje in een enveloppe steken, toeplakken en best via een vriendin van Margot aan haar laten bezorgen.
Gerry deed wat gezegd was op een vrijdag na school. Hij zag vanuit de verte dat een vriendinnetje van Margot haar het briefje dat hij haar gegeven had, overhandigde, maar de hele troep meisjes ging een andere richting uit en Margot had het briefje in haar tas gestoken zonder het direct te lezen. De dag erna, zaterdag had hij gehoopt dat ze naar de winkel zou komen. Hij was er heel de dag, maar geen Margot.
Maandag, na school, stond Margot op de hoek van de straat van zijn school, met twee andere meisjes. Hij had het wat laat gezien en wandelde al in die richting, nu kon hij moeilijk nog omkeren. Ter hoogte van Margot en haar vriendinnen gekomen, zei Margot tegen haar vriendinnen : “kijk wie we daar hebben, Gerry”. De toon van haar stem was spottend en half lachend. Dan zei ze : “die grapjas denkt dat hij me kan krijgen”. En ze lachten alle drie. Dan zei ze rechtstreeks tegen Gerry : “jij stomme kabouter, moet mij geen briefjes schrijven, jij denkt toch niet dat ik met een domme kloot als jij iets zou beginnen ?!” “Jij bent veel te klein en te dom voor mij sukkel”. “Laat me gerust of het zal je beste dag niet zijn !” Had ze hem nog nageroepen. Gerry kreeg tranen in de ogen.
Thuis gekomen, ging hij direct naar zijn kamer, voor één keer geen hulp in de winkel, geen huiswerk, zelfs geen afrukbeurt voor het slapen gaan. Hij lag gewoon op zijn bed te wenen. Zij droomvrouw, had zijn dromen aan stukken geslagen.
Margot zelf was zich van geen kwaad bewust, maar ze had gewoon de wijze raad van haar ouders opgevolgd. Die hadden haar gezegd dat als ze een lief wou, ze een zo slim mogelijke jongen moest kiezen, die het qua studies ver zou brengen, daarna een goeie job zou krijgen en dus veel geld verdienen, zodat Margot een rijkluis leventje zou kunnen leiden. Dat was de echte reden waarom ze met zo’n domme pummel als Gerry niets wou beginnen. In werkelijkheid vond ze Gerry eigenlijk sympathiek en altijd vriendelijk, maar ze had zijn tranen nadien wel niet gezien.
De volgende dag zei Gerry tegen zichzelf : ‘Gerry jong, die trut verdient jou niet, ze wil jou niet, dus laat het voorlopig zo’. ‘Als je ze niet uit je hoofd kunt zetten, dan geef je haar ten gepaste tijden een goed pak slaag’. ‘Maar nu niet en al zeker niet voor getuigen’. Gerry werd terug zijn vriendelijke en behulpzame zelf en vergat Margot grotendeels. De overtuiging dat hij haar ooit zou betaald zetten voor haar gedrag, stond geregistreerd.
Twee dagen later, de woensdag, stond Margot op dezelfde hoek van de straat, nogal demonstratief te tongen met een jongen van het college. Die volgde daar de Latijnse afdeling, was dus een slimmerik en hij zat tevens in een rugbyploeg en was het stereotype van wat de ouders van Margot voor ogen hadden.
Als Gerry ter hoogte van het koppel kwam draaide die zich om. Gerry dacht dat hij Steven noemde en dat zijn ouders ook bij hen op de winkel kwamen. Steven vroeg aan Margot : “is hij het ?” Margot knikte. “Wel kleine scheet, denk jij dat jij Margot kunt krijgen of van mij afpakken ?” zei hij dreigend. Gerry mompelde wat en wou doorlopen met gebogen hoofd.
Twee meter voorbij de plaats waar die twee stonden, voelde hij ineens een hand op zijn schouder die hem terug omdraaide. “Wel, ik heb je niet verstaan kleine klootzak !” riep Steven. Gerry keek Steven aan, die was wel zeker een kop groter dan Gerry en een jaar of twee ouder, hij keek naar Margot, die glimlachte omwille van de situatie. “Laat me los” zei Gerry zachtjes. “Hahahaha” lachte Steven. Gerry haalde uit met één gebalde vuist en sloeg keihard op de onderkant van het borstbeen van Steven. Die vloog een paar meter achteruit en botste zo tegen de geschrokken Margot. Beiden belanden dan met hun hoofd achterwaarts tegen de gevel waarvoor ze stonden. Gerry had zich al omgekeerd en vervolgde zijn weg naar huis.
Onderweg zei hij tegen zichzelf : ‘ik ben niet klein’, hij zou later één meter achtenzeventig worden en hij wist dat hij ergens in het midden tussen de kleinste en de grootste van zijn klas zat, qua lengte.
De volgende dag, moest hij bij de directeur komen, mocht hij zijn zeg doen, maar werd hij toch voor drie dagen van school gestuurd. Dat vond Gerry bijzonder oneerlijk. De naam van Steven De Jong, zijn belager stond bij die van Margot in zijn geheugen geregistreerd. Dat Steven en Margot, beiden een hersenschudding aan het gebeuren hadden over gehouden, kwam Gerry maar veel later te weten. Hij had dan wel, nadat hij precies verteld had wat er gebeurd was, van zijn moeder een stevige uitbrander gekregen, maar dat was snel voorbij want Gerry hielp drie dagen lang in de winkel. Zijn vader had zelfs op een moment dat zijn moeder niet in de buurt was gefluisterd : “goed dat jij je niet laat doen jongen, maar vertel niemand dat ik je dit zei”.
Moeder had op het einde van de drie dagen gezegd tegen Gerry : “vergeet die Margot jongen, dat is een ‘golddigger’ die zou je nooit gelukkig kunnen maken, kijk maar uit naar een beter meisje voor jou”. Gerry had geknikt en genoten van de knuffel die zijn ma hem vervolgens gaf.
Wat Gerry niet wist, dat is dat Steven in de rugbyploeg waar hij speelde, het gebeuren verteld had, iets mooier voor hem dan in werkelijkheid, maar dat hij Gerry wou terug pakken. De meeste van zijn medespelers wisten wel wie Gerry was en ééntje had zelfs gezegd dat het niet verstandig was, die aan te pakken. Die wist dat Gerry al over een zwarte gordel karate beschikte en dat hij zowat de beste van de Thai boksclub was, waar Gerry lid van was.
Toch had Steven vier van zijn medespelers, door ze wat onder druk te zetten, kunnen overtuigen om Gerry aan te pakken. Drie weken later was het zo ver. Gerry kwam op een vrijdagavond van de karate les en wandelde via een parkje naar huis. Plots, uit de bosjes sprongen vier kerels, allemaal van het formaat van Steven en Steven zelf tevoorschijn. Die zei : “zo kleine homo, wij zullen je eens een lesje leren”. Twee omklemden elk een arm van Gerry, de twee anderen probeerden hem te raken waar ze konden, zonder zelf geraakt te worden door de in het wilde weg stampende voeten van Gerry. Hij kreeg in elk geval een heel groot pak slaag. Verschillende slagen op zijn gelaat, boksen in zijn maag en op zijn borstkas. Na een paar minuten verslapte Gerry en hing tussen twee van zijn belagers. Die lieten hem vallen en alle vier begonnen ze tegen zijn lichaam te stampen. Steven stond op twee meter te lachen. Gerry hield zich gekromd stil en bewoog niet meer. Na een minuut of zo stopten ze en zei Steven, “voilà, dat zal hem leren”.
Wat ze niet wisten is dat Gerry geleerd had slagen te incasseren en zich moedwillig had laten verslappen. Twee van de kerels liepen dan weg in de ene richting, Steven met de twee anderen in de andere richting. Volledig bebloed, kwam Gerry terug recht en liep hij zo snel hij kon, in de richting van de eerste twee, gaf de éne een mep, op de schouder, die ging neer, draaide zich naar de andere en gaf die een karatestamp met zijn voet recht op zijn solar plexus, die ging ook neer, gaf dan de eerste een paar boksen op zijn ribbenkast waardoor er vier ribben braken. Het sleutelbeen van die kerel was al bij de eerste slag gebroken. Hij keerde zich terug naar de tweede. Die lag te kermen met zijn armen over zijn buik. Die kreeg nog een ferme stamp tegen de familiejuwelen.
De twee anderen, met Steven kwamen aangerend om te kijken wat er gebeurd was, maar Gerry vloog hen aan, gaf Steven een kopstoot die zijn neus brak, sloeg met de kant van zijn hand op het strottenhoofd van één van de twee, de andere kon nog een boks in de nierstreek van Gerry geven, maar die draaide zich om, greep de arm in kwestie vast, draaide die uit de kom en gaf een slag op het jukbeen van die kerel. Resultaat, die vent zijn kaak was gebroken. Gerry zag ze alle vijf liggen kermen, draaide zich om en ging naar huis.
Hij ging thuis binnen via de garagepoort, hoopte dat zijn zus thuis was en hij had geluk. Die was er. “Wat is er met jou gebeurd ?” vroeg die en ze keek bezorgd naar de van kop tot teen bebloede Gerry. Hij vertelde haar het hele verhaal terwijl zijn zus zijn gekloven wenkbrauw en verschillende schaafwonden, verzorgde. Hij had nog wel een dik oog, daar legde ze een zak ijs op, dan onderzocht ze de rest van zijn lichaam, ze was per slot van rekening dokter en ze was verbaasd dat Gerry niets gebroken had, enkel wat schaafwonden en bloeduitstortingen.
Pa gaf geen commentaar aan de eettafel ’s avonds, ma was bezorgd maar zus stelde haar gerust. Gerry zei : “ze zullen mij niet meer lastig vallen”. Ma schrok, maar Gerry zei rustig : “maak je niet ongerust ma, ik heb ze niet dood geklopt”. Er werd niet meer over gesproken.
De maandag erna, ging Gerry met een paar pleisters en een dik oog naar school. Dat Gerry aangevallen was door vijf leden van de rugby ploeg, maar dat hij ze alle vijf met nogal wat kwetsuren had laten liggen kermen, ging rond als een lopend vuurtje. Niemand heeft commentaar gegeven en niemand heeft Gerry nog durven lastig vallen, in de paar jaar die volgden zag hij Margot of de andere vijf niet meer, maar hun namen stonden in Gerry’s geheugen gegrift.
Voor commentaar op dit waargebeurde verhaal, enkel namen en locaties zijn aangepast ; stuur een berichtje naar rickdanvers@yahoo.com of hier op de site. Alle eventueel crimineel interpreteerbare feiten zijn vanzelfsprekend compleet verzonnen. Elke gelijkenis met personen of gebeurtenissen in dit verhaal, berusten louter op toeval. Tevens is dit verhaal enkel bedoeld voor de Gertibaldi site, enkel te kopiëren of te vertalen, mits voorafgaande, schriftelijke toestemming van de auteur.
Sensuele groeten,
Rick
Vervolg in deel 2