Eén uur geleden: Voorstel
“Ja, meneer Vile?”
Jim had de auto aan de kant gezet en zich in zijn stoel omgedraaid, zodat hij me kon aankijken.
“Jim … Meester. Ik vind dat ik in elk geval deels verantwoordelijk ben voor Christine’s wangedrag.”
Hij knikte, leek over mijn woorden na te denken.
“Ja, P.D. Ik denk dat jou inderdaad ook blaam treft. Maar ik ben niet jouw meester, noch jouw ouder of adoptie ouder. Ik zal je niet straffen.”
“Maar wat …”
Ik slikte moeizaam. Ook al had ik hier al mee ingestemd, het werd opeens wel heel erg echt, nu ik de woorden ook echt moest uitspreken, hier, ten overstaan van Jim en jou. Echt. En bedreigend.
“… wat als ik aanbied om haar plaats in te nemen?”
Naast me hapte jij verrast naar lucht bij het horen van die woorden. Jim slaagde er in om een zeer overtuigende verbaasde blik te produceren.
“Dus, jij wil geslagen worden?”
Zomaar opeens klonk Jim’s stem anders. Niet langer die warme, gastvrije man. Hij klonk nu kil en streng, net als eerder toen hij jou terecht wees.
“Nee? Alsjeblieft, zeg nee!” snikte jij naast me.
Ik kuste je snel, fluisterde “’t is oké”, en gaf toen Jim antwoord:
“Ik zou niet zeggen dat ik het wil. Maar als dat de prijs is om te voorkomen dat je Christine slaat, dan zal ik die prijs betalen.”
Jim draaide zich weer om. Met zijn blik vooruit, terwijl hij weer invoegde, zei hij:
“Ik zal erover denken.”
“Waarom zei je dat?” zei je, op een beschuldigende, bijna boze toon.
“Ik wil niet dat jij pijn hebt, lieve schat.”
“Maar ik ben er aan gewend. Ik hou ervan. Dat weet je, we hebben erover gechat. Ik kan twaalf zweepslagen verdragen. Ik waar niet of jij dat kan.”
“Het lukt me wel,” zei ik, terwijl ik probeerde het te laten klinken alsof ik het geloofde, “ik hou het wel vol. Voor jou.”
“Dat is zo lief van …”
Je kon je zin niet afmaken. Ik hoorde de brok in je keel, zag de tranen over je wangen stromen. Ik trok je weer tegen me aan, omarmde je, vertelde je dat het goed was.
Uiteindelijk kwamen we op de oprit van een groot huis, net buiten de stad. De garagedeur ging open, en Jim reed naar binnen.
“Je kan nog van gedachten veranderen, P.D.” fluisterde je in mijn oor.
“Dat doe ik niet,” antwoordde ik eigenwijs.
“Waarom niet? Ik ben eraan gewend. Lijfstraffen horen bij de afspraken die ik met Meester heb. Waarom zou je dit doen?”
“Voelt het prettig als hij je afranselt?”
“Het windt me op. Ik kom zo hard klaar, nadat …”
“Je ontwijkt mijn vraag!”
Je leek verrast door mijn scherpe toon. Ik had er direct alweer spijt van.
“Nee, meneer. Het spijt me, meneer. Een afranseling voelt niet prettig. Het doet pijn. Veel pijn.”
Ik knikte.
“Zie je wel? En dat is waarom ik niet van gedachten zal veranderen. Ik wil niet dat jij pijn hebt.”
Je snikte.
“Je bent zo lief. Veel te goed voor mij. Maar ook stom. Lieve sukkel.”
Jim ging ons voor door zijn huis. Hij opende een deur naar een trap naar beneden. Een kelder. Ik kon er niks aan doen, ik moest lachen bij de gedachte hoe cliché dit was.
Onder aan de trap was nog een deur. Een dikke deur, wel tien centimeter, en aan beide kanten was geluiddempend materiaal bevestigd. Ik slikte zwaar. Dit werd nu heel echt, en het was veel enger dan het was geweest tijdens mijn mentale voorbereiding, de afgelopen twee maanden.
Ik liep naar binnen, terwijl Jim de lichten aan deed. Een grote, vierkante kamer. Een bed in het midden, hoger dan een normaal bed, met aan elke hoek een paar handboeien. Aan de muur rechts hing een groot rek, gevuld met dozijnen gevaarlijk uitziende martelwerktuigen. Aan de linkerkant stonden een klein tafeltje en één stoel.
“Christine, lieverd, wees een schat en maak een cocktail voor me?”
Je onderbrak je gesnik.
“Het gebruikelijke, Meester?”
“Ja, graag. En neem ook zelf iets te drinken.”
Je veegde opnieuw de tranen van je gezicht, en verliet toen de kelder.
“Wel, P.D., ik moet toegeven dat ik onder de indruk ben.”
“Waarom? We hebben dit besproken. Ik heb ja gezegd. Wat had je verwacht?”
“Dat weet ik eigenlijk niet. Maar het zou me niet verrast hebben als je was teruggekrabbeld, vooral nu je alles hier ziet.”
Zijn gebaar omvatte het bed, het koude witte licht, en het rek aan de muur, met zijn werktuigen van pijn.
“Ik moet toegeven,” antwoordde ik, moeizaam slikkend, “dat dit me echt angst aanjaagt, nu het zo echt wordt.”
Jim knikte. En toen verraste hij me.
“Nou, we hoeven dit niet te doen.”
“Hè? Wat …”
“Toen ik je vroeg welke prijs je bereid bent te betalen … ik wilde weten hoe ver je zou gaan. Ik moest weten hoe veel je voor Christine overhebt. Maar het was nooit mijn bedoeling dat je deze prijs ook echt zou betalen. Nu je hier bent, en niet bent terug gekrabbeld … dat is genoeg voor mij. Nu weet ik dat je echt zoveel van haar houdt als zij zegt. Dat is alles wat ik moet weten. We kunnen nu stoppen.”
Ik knikte. Deed mijn mond al open, klaar om Jim te bedanken. Maar toen bedacht ik iets.
“Maar … als we nu stoppen … Wat is de consequentie? Gaat de straf dan weer terug naar Christine?”
Jim keek verrast.
“Je bent een slimme man, P.D. Je begrijpt dit beter dan de meesten. Ja, het gaat terug naar haar. Als ik eenmaal een bestraffing beloof, dan kom ik daar nooit op terug.”
“Dat dacht ik al,” zei ik. Toen zuchtte ik, en vervolgde: “Dan ben ik bang dat we door moeten gaan met onze afspraak. Ik neem de afranseling over. Christine zal geen pijn lijden zo lang ik hier ben.”
Deze keer was Jim’s verrassing echt, niet gespeeld zoals eerder.
“Echt waar? Weet je dat zeker, P.D.? Ik moetje er aan herinneren dat ik een sadist ben. Ik beleef er plezier aan om pijn te doen. Ik neem aan dat Christine dat heeft verteld. Dus als ik jou sla, dan hou ik me niet in. Het zal vreselijk pijn doen. Het zal je huid kapot maken. Je zal nog zeker twee weken littekens hebben. Ik zorg ervoor dat je die op plekken krijgt die je kan bedekken. Maar het gaat pijn doen, op een manier die je nog niet kent.”
Opeens voelde mijn keel heel droog. Maar, al was het met een piepstem, ik wist mijn antwoord uit te brengen:
“Ja, ik weet het zeker.”
“Oké, goed dan. Je hebt je keuze gemaakt. Vanaf nu, tot de bestraffing klaar is, ben ik jouw dom, en ben jij mijn slaaf. Vanaf nu noem je me Meester.”
“Goed, Jim … Meester Jim, bedoel ik.”
De deur ging open en jij kwam weer binnen, met een cocktail en een glas cola met twee ijsklontjes. Je zette ze beide op het tafeltje.
Jim begon rustig zijn shirt los te knopen.
“Lieverd, wees eens een schat, en help meneer Vile uitkleden. En jij moet ook uit de kleren. Je kent mijn regel: niemand draagt kleren tijdens straffen.”
“Ja, Meester.”
Je wendde je naar mij en knoopte mijn shirt los.
“Ik had er zoveel zin in om je uit te kleden,” fluisterde je, “maar niet zo.”
“Geen zorgen,” glimlachte ik, terwijl jij mijn shirt van mijn lijf liet glijden, “we hebben nog altijd de hele rest van het weekend.”
Je wilde verder gaan met mijn broek, maar ik hield je tegen.
“Mag ik jou eerst uitkleden? Ik wil je zo graag zien!”
Je knikte en bleef stil staan, handen naast je lijf. Ik kuste je lippen, en pakte toen de zoom van je blouse. Met nog altijd drie knoopjes los, hoefde je enkel je armen op te tillen, en toen kon ik je blouse over je hoofd tillen. Mijn eerste rechtstreekse blik op je borsten, zoveel beter dan al die korte blikken die je me al gegund had. Twee fraaie, peervormige bollen, die trots overeind stonden in hun jeugdige stevigheid, totaal niet gehinderd door de zwaartekracht. Ze werden versierd door twee prachtige ronde, roodachtige tepelhoven, elk met een klein, puntig tepeltje in het midden.
Ze zijn prachtig,” fluisterde ik.
“Echt waar? Ik dacht dat jij meer van kleinere tietjes houdt?”
“Dat is waar. Als ik naar willekeurige vrouwen kijk, dan heb ik een voorkeur voor kleine tietjes. Maar jij bent geen willekeurige vrouw. Jij bent jij. Je bent Christine. Ik hou van je. En deze borsten? …” ik raakte elk van beide even aan met het puntje van mijn wijsvinger “… zijn absoluut perfect, omdat ze de jouwe zijn.”
Ik vond het knoopje van je rok, maakte hem los, en toen viel je rok op de grond. Ik was niet eens verbaasd dat ik geen ondergoed zag. Je venusheuvel was glad, volmaakt geschoren. Je labia waren zichtbaar, en ik merkte dat ze helemaal glansden van hoe vochtig je al was.
Ik wilde iets zeggen, maar ik kon enkel een tevreden zucht uitbrengen.
Je knielde gehaast voor me, knoopte mijn broek los, en stroopte hem toen naar beneden. Ik stond nu in alleen mijn zwarte boxershort, die er totaal niet in slaagde om mijn obscene bult te verbergen
“Is dat allemaal voor mij, P.D.?” kirde je, terwijl je met je hand zachtjes over de stof van mijn onderbroek aaide, over de contour van mijn pik.
“Ja, helemaal voor jou. Wil je hem zien?”
Je knikte, en trok snel mijn onderbroek naar beneden, waardoor mijn kloppende erectie tevoorschijn sprong.
“Hij is zo mooi,” fluisterde je, terwijl je hand zachtjes mijn lengte streelde.
“Je hebt vast al wel grotere gezien,” zei ik, “Hardere. Betere.”
“Dat is waar,” knik je, “maar die zaten niet aan jou vast.”
Jim schraapte zijn keel om ons te onderbreken.
“Het spijt me, tortelduifjes. Daar is straks nog meer dan genoeg tijd voor. Op dit moment moet ik iemand afranselen.”
Je gezicht betrok direct, en mijn pik kromp ineen. Heel eventjes was het alleen jij en ik geweest, de wereld vergeten. Maar Jim herinnerde ons aan de wreedheid die vóór ons lag. Voor mij.
Ik moest op het bed gaan liggen, en Jim sloot twee van de boeien, die aan de hoeken van het bed vastzaten, om mijn enkels. Toen trok hij aan een touw, waardoor mijn benen helemaal werden uitgerekt.
“Linkerarm,” commandeerde hij, en gehoorzaam tilde ik hem op en bood mijn pols aan, zodat hij die kon boeien, en aan het touw trekken om mijn arm ook uit te rekken. Met nog maar één vrije hand lag ik al compleet vast op mijn plek. Zelfs al had ik gewild, het was nu onmogelijk om nog te ontsnappen.
“Bloemkool,” zei Jim toen.
“Hè? Wat?”
“Bloemkool. Dat is je stopwoord.”
“Stopwoord, Meester Jim?”
“Basis BDSM. Ik zal nooit een sub slaan zonder een stopwoord. Als het je teveel wordt, als je het niet meer aan kan, zeg dan gewoon bloemkool. Dan stop ik, direct. Zonder verwijten. Niets om je voor te schamen. Iedereen heeft zijn of haar eigen grens van wat ze aan kunnen, en je ontdekt die grens pas als je er overheen probeert te gaan. Dus, niet vergeten: bloemkool.”
Ik knikte.
“Maar in deze nogal ongewone situatie, voeg ik een nogal ongewone regel toe. Je stopwoord is niet gratis. Als je me stopt voordat ik klaar ben, dan krijgt Christine alle resterende slagen, …”
Jim liet een dreigende pauze vallen,
“… dubbel!”
Ik hoorde iemand scherp inademen, maar wist niet zeker of jij het was of ik. Waarschijnlijk wij allebei.
“Dus, je kan maar beter hopen dat je in elk geval tot de helft komt, meneer Vile. Anders maak je het uiteindelijk alleen maar erger voor haar.”
Ik voelde een hand op mijn wang. Ik keek opzij. Jij was het. Wie anders.
“Je mag het gewoon direct zeggen, P.D. Ik vind het niet erg. Ik kan 24 slagen aan. Dat heb ik eerder gehad. Het is zwaar, maar ik kom er overheen.”
“Ik weet dat je dat kan, lieverd. Maar deze keer niet. Jij zal geen pijn lijden zo lang ik hier ben.”
“Goed dan, meneer Vile. Je hebt gekozen. Tijd om de prijs te betalen. Rechterhand, graag?”
Heden: Laatste
“Ik bewonder je doorzettingsvermogen. Je bent maar een klein lulletje, maar dan toch wel een dapper klein lulletje. Of, misschien moet ik zeggen, stom?”
“Waarschijnlijk beide, Meester Jim,” probeer ik te grappen.
Hij lacht niet, en jij ook niet.
“Ik waarschuw je, Vile. Deze laatste zes zullen extra pijnlijk zijn. Ik ga nu richten op de wonden die ik al heb gemaakt. En ik mis nooit. Dus deze gaan nog meer pijn doen.”
Ik sluit mijn ogen weer. Ik zucht. Nog pijnlijker? Heeft hij me nog niet genoeg pijn gedaan? Wie is deze man, is hij zelfs een man, of toch een monster?
En dan hoor ik jou. Een jammerend geluid ontsnapt aan je mond. Angst? Shock? Of … opwinding?
Dan is zijn stem weer warm, hij klinkt nu als een vorst die een onderdaan een gunst verleent.
“En omdat je het al zo goed hebt volgehouden, allemaal voor je geliefde Christine, mag zij je nu helpen.”
“Echt?” vraag jij, hoopvol.
“Deze worm leek voor mijn pauze al moeite te hebben met praten. Ik vrees dat dat niet beter zal worden. Als jij ervoor kiest namens hem te tellen en te bedanken, dan zal ik dat accepteren.”
Er stroomde een golf van dankbaarheid door me heen. En toen schuldgevoel, omdat ik me besefte dat ik vlak daarvoor deze aardige man nog als monster had gezien. Hoe had ik me zo kunnen vergissen?
“Maar je gaat mij ook helpen, liefste. Ik heb nog niet eerder de kans gehad om jouw straf uit te delen, terwijl je hier naast me staat, en mij kan helpen. Maak het maar extra speciaal voor mij.”
“Ja, Meester,” fluister je.
Je kijkt me verontschuldigend aan, en ik probeer mijn gezicht in een bemoedigende glimlach te wringen, als jouw hand Jim’s pik grijpt, en je hem aftrekt. Je andere hand is alweer in je eigen kruis, terwijl je ogen zich richten op de zweep die Jim van de tafel oppakt.
SMAK!!!
Direct is het terug. Dat gevoel dat ik nu ken, maar waar ik nooit aan zal wennen. Mijn been, die schroeiende pijn in mijn been, is weer het enige dat ik voel. Tot de wereld langzaam terug komt, en ik vaag jouw stem hoor.
“Elf. Bedankt, Meester.”
“Brave meid,” antwoordt Jim, zwaar hijgend.
SMAK!!!
Mijn brein schakelt weer uit. De wereld verkleint, verdwijnt. Het wordt zwart voor mijn ogen, ik voel me alsof ik wegdrijf, maar dan wordt ik terug gerukt, terug naar die afgrijselijke pijn.
SMAK!!!
De hallucinaties zijn terug. Mijn lijf voelt warm. Ik zie een rood vlekje in mijn ooghoek. Maar verder niets, want de rest van de wereld is alleen maar pijn.
SMAK!!!
En dan wordt de wereld zwart.
Pijn. Zo veel pijn.
De wereld keert terug. Mijn benen staan in brand. Mijn voorhoofd voelt koel. Een koele lap. Een warme hand streelt mijn haren. Een zachte stem, fluisterend, snikkend.
Ik open mijn ogen.
“Niet …,” breng ik met uiterste moeite uit.
“Sssttt,” zeg je, en legt je vinger op mijn lippen.
Maar ik wil het zeggen. Ik worstel. Maar dan lukt het.
“… huilen.”
Je slikt, en probeert door je tranen te glimlachen.
Ik kijk op, en ik zie dat Meester naar ons kijkt. Zijn pik is niet meer stijf. Nu pas voel ik de afkoelende nattigheid op mijn been. Ik kan mijn hoofd niet ver genoeg bewegen om het te zien, maar ik weet dat dat zijn sperma moet zijn. Hij moet zijn klaargekomen terwijl hij me mishandelde, en terwijl jij hem aftrok. Maar is het jouw hand waar hij door klaarkwam? Of kwam deze wrede hufter klaar van puur plezier, door de pijn die hij me toebrengt?
Hij heeft de zweep nog vast. Streelt hem liefdevol, liefkoost de bebloede staart, met een blik van gelukzaligheid in zijn gezicht als hij naar mijn benen kijkt, alsof hij op zoek is naar de beste plaatsen voor de laatste klappen.
“Nog twee, meneer Vile. Ben je er klaar voor?”
Je leunt naar me toe. Je omhelst me, en fluistert dan in mijn oor:
“Nog maar twee, P.D. Als je nu het stopwoord zegt, dan hoef ik er maar vier. Voor mij is dat een kleinigheid.”
Ik grimas, als mijn poging tot een glimlach totaal mislukt.
“Zeker … niet,” antwoord ik.
“Hij is een hardnekkige man,” hoor ik Meester zeggen. Het kost moeite om te focussen, zijn stem komt van ver, dan weer van dichtbij. Mijn ogen weigeren open te blijven. Mijn geest wil zich uitschakelen.
“Ik heb hem genoeg kansen gegeven. Ik heb hem gezegd dat we de afspraak konden stoppen. Maar hij …”
Ik hoor je naar adem snakken, en dan val je Meester in de rede.
“Wat? Afspraak? Was dit allemaal afgesproken?”
“Hij heeft niet … hij heeft het je niet verteld?”
“Wat verteld?”
Ik wil me focussen. Wil de conversatie horen. Maar mijn geest glipt weer weg, als ik ergens in de verte hoor hoe Meester je uitlegt dat ik, als prijs voor deze ontmoeting, akkoord moest gaan met een afranseling. Hoe hij vertelt dat we hebben afgesproken dat hij redenen zou vinden om je te straffen, en dat ik dan zou aanbieden je plaats in te nemen.
Jullie stemmen in de verte, terwijl het is alsof ik zweef. Jouw stem. Meester’s stem, Beide zijn ver weg. Mijn benen doen nog pijn, maar dat doet er nu niet meer toe, zo lang ik maar kan blijven drijven in mijn eigen kleine wereldje.
Maar dan … iets is niet goed! De signalen bereiken mijn brein langzaam, maar ze komen er wel. Uiteindelijk. Iets met jou. Je huilt. En deze keer zijn het geen tranen van blijdschap.
Mijn geest is direct weer in het hier en nu. Ik probeer de situatie in te schatten. Wat heb ik gemist?
“… dacht dat hij het voor mij deed. Ik dacht dat het …”
“Maar hij deed het ook voor jou, schat.”
“Niet waar. Dat zei je net. Dat hele vrijwillig overnemen, dat was maar alsof. Hij had me gewoon kunnen zeggen dat jij hem wilde afranselen. Maar nee, hij moest zo nodig doen alsof het mijn fout was, zodat hij de held kon uithangen.”
Opeens grinnikte Jim.
“Sorry, schatje, maar die eer gun ik hem niet. Dat was allemaal mijn idee.”
“Jouw id…”
Opeens was je assertieve zelf weer weg, direct was het gehoorzame konijntje er weer.
“Zodoende. Ik begrijp het, Meester.”
“Maar ik … had toch …,” zucht ik, al moe van deze woorden, maar ik worstel om de energie te vinden om door te gaan. “… niet … ja … moeten zeggen. Het … was gemeen.”
“En in zijn verdediging,,” legde Jim uit, “P.D. zei al na twintig seconden ja toen ik hem vertelde dat ik hem wilde afranselen, maar ik moest wel vijf minuten op hem inpraten voordat hij accepteerde dat ik het beslist op deze manier wilde.”
“En dan nog iets,” voegde Jim toe, “iets anders dat je nog niet weet. Zonet, toen je mijn cocktail maakte, bood ik P.D. aan om het af te blazen. Dat het voor mij genoeg was om te weten dat hij bereid was om de prijs te betalen, als bewijs van zijn liefde voor hou. Ik was nooit van plan deze prijs daadwerkelijk te innen.”
“Maar dan … waarom dan dit?”
“Hij realiseerde zich dat de straf dan weer naar jou zou gaan. En die gedachte kon hij niet verdragen. Hij liet zich liever bijna dood slaan door mij, dan toe te laten dat ik jou pijn zou doen.”
En dan voel ik je warme lijf, als je jezelf op me werpt. Armen om mijn hals. Tranen stromen, je stem snikt, je stamelt onsamenhangende woorden.
Ik wou dat ik je op je rug kon kloppen, maar mijn handen zitten vast. Ik wil troostende woorden zeggen, maar mijn stem laat me in de steek. En dus lig ik daar maar, mijn borst nat van jouw tranen, je haren die mijn schouders kietelen, mijn hart vervuld van liefde voor jou … en mijn benen doen nog altijd verschrikkelijk pijn.
Uiteindelijk, na wat eeuwen lijkt te duren, hoor ik hoe Meester zijn keel schraapt.
“Ga aan de kant, liefste. Laat me dit afmaken. Daarna kan je voor hem zorgen en hem weer beter maken. Dan is hij de jouwe, en jij de zijne, voor de rest van zijn verblijf hier.”
Je gaat aan de kant, en ik voel opeens de koude lucht als de koele lucht in contact komt met mijn borst, nat van jouw tranen.
SMAK!!!
Ik zweef weer boven mijn lijf. En toch voel ik nog steeds de pijn in mijn been. Mijn rechterbeen, waar ik nu meerdere strepen zie, vuurrood, van mijn eigen bloed. Dan mijn linkerbeen, net zo toegetakeld, haast net zo pijnlijk.
“Bedankt, Meester, vijftien,” hoor ik ergens in de verte,
SMAK!!!
En ik wordt weer terug gerukt in mijn linkerbeen, en dan in de rest van mijn lijf, dat nu enkel nog maar een hel van pijn is.
“Bedankt, Meester. Dat was zestien.”
“Goed gedaan. Brave meid. En brave jongen. Je mag hem nu laten klaarkomen.”
Ik open mijn ogen, en zie dat je op mijn kruis af duikt, mijn kloppende lul in je mond neemt, en begint te pijpen. Zelfs nog voordat je hem volledig in je mond hebt, begin ik al te schokken en te spuiten.
Mijn hele lijf siddert, de pijn in mijn benen is ondraaglijk, en toch, toch explodeert mijn pik op dat moment, in het beste orgasme dat ik ooit heb gehad, als ik straal na straal van mijn zaad je dorstige mond in pomp, en jij slikt het allemaal, je laat geen druppel verloren gaan.
“Wauw. Holy shit! Dat was …”
Ik hoor iemand grinniken. Jim. En dan verdwijnt de wereld.
Epiloog: Beloning
Langzaam keer ik terug naar de wereld. In gedachten inspecteer ik mijn lijf, maar het lijkt alsof enkel mijn benen bestaan. De rest voel ik niet, ik voel alleen de intense pijngolven die mijn benen naar mijn brein sturen.
Maar de pijn is gemengd. Het is niet meer alleen dat brandende gevoel, ik voel ook iets koels. Koud, zelfs. Er trekt een siddering door mijn lijf, waardoor nog een golf van pijn losbarst.
Het kost me alle kracht die ik kan opbrengen, maar uiteindelijk krijg ik mijn ogen open, en kijk om me heen.
We zijn nog in de kelder, en ik lig nog op het bed. Maar mijn polsen en enkels zijn nu los. Een zachte deken ligt over mijn bovenlijf, en toch heb ik het koud. Weer een huivering, weer een golf van pijn.
Ik zie Meester Jim nergens, maar ik zie jou wel. Je bent iets aan het doen bij mijn benen.
Er ontsnapt een kreun uit mijn mond, en je kijkt op. Je glimlacht als je me ziet. Dan laat je je handen zien. In de ene heb je een pot, de andere is bedekt met een witte zalf.
“Geen idee wat dit is,” leg je uit, “maar Meester verzorgt hier altijd mijn wonden mee. Het verlicht de pijn en laat ze sneller genezen.”
Ik glimlach je toe. Althans, ik denk dat ik dat doe. Ik probeer het in elk geval. En dan leun ik achterover en ontspan me. Dwars door de pijnscheuten heen, steeds als je mijn littekens raakt, geniet ik van de koele warmte van je handen.
Je draait het deksel op de pot en veegt dan je handen schoon aan de natte doek waar je eerder mijn voorhoofd mee depte.
“Hier, drink iets.”
Je biedt me een glas cola aan. Twee kleine bijna gesmolten klontjes verraden dat dit de cola is die je voor jezelf had gehaald, maar kennelijk niet hebt gedronken. Ik glimlach weer, neem dan dankbaar het rietje dat je voor mijn mond houdt tussen mijn lippen, en zuig.
“Denk je dat je kan lopen?” vraag je.
Ik haal mijn schouders op, en heb direct spijt van die beweging.
“We kunnen hier slapen. Maar mijn kamer is fijner.”
“Help … me overeind,” fluister ik, opeens vastbesloten om deze martelkelder zo snel als ik kan te verlaten.
Je helpt me overeind. En dan ondersteun je me, terwijl ik probeer op mijn papbenen te staan. Met elke beweging schieten nieuwe golven van pijn door mijn lijf. Maar met mijn arm over jouw schouder, en jouw armen stevig on mijn bovenlijf, weten we uiteindelijk de trap op te komen, en in de woonkamer.
Jim werpt ons een warme glimlacht toe als hij ons ziet.
“Ah, hij is weer wakker. Goed zo! Nou, P.D., ik moet toegeven dat je dat echt goed hebt gedaan. Ik had niet verwacht dat je het tot het einde zou volhouden.”
“Eerlijk gezegd,” geef ik toe, nog nahijgend van de moeite die het me heeft gekost om de trap te beklimmen, “was het haast niet te verdragen. En ik zal nooit begrijpen waarom Christine zich hieraan onderwerpt en ervan geniet. Maar één ding was nog minder te verdragen.”
“De gedachte dat ik Christine zou mishandelen zoals ik dat bij jou deed,” maakt Jim af.
Ik knik.
Ik hoor links van me een snikje, zie Jim een wenkbrauw optrekken, en dan slik jij je tranen weg.
“Maar goed, goed gedaan. Ik heb zomaar het idee dat Christine nu niets liever wil dan jou belonen. Dus, ga met haar mee, en claim haar.”
Ik grinnik, en heb direct weer spijt.
“Ik weet niet of ik nog in staat ben om wat dan ook te claimen, Jim.”
Je glimlacht, en geeft me een zoen.
“Waarom denk je dat Meester heeft gekozen voor de voorkant van je dijbenen? Zo kan je op je rug liggen, en mij het werk laten doen. Het enige dat jij moet doen is hem weer overeind krijgen.”
En dan streel je liefdevol mijn pik.
“En ook daarmee kan ik je helpen.”
(c) 2023, door P.D. Vile