(c) 2023, door P.D. Vile
Acht weken geleden: Prijs
Zoem … ding-dong … bzzz
Zoem … ding-dong … bzzz
Zoem … ding-
“Goede avond, met P.D. Vile. Met wie spreek ik?”
“Goede morgen, meneer Vile. Dat was erg gewaagd, om uw telefoonnummer te geven.”
“Gewaagd? Telefoon …? Oh, verdorie! Dan moet u Jim zijn, Christine’s meester.”
“Gewaagd. Of … stom, misschien?”
“Ik weet het niet. Ik vertrouw Christine. Ja, ik vertrouw haar zo veel dat ik haar mijn nummer heb gegeven toen ze zei dat u me wilde spreken. Was dat een vergissing? Was het stom, en niet enkel gewaagd?”
“Vergissing? Misschien. Dat weet ik nog niet. Maar nee, niet stom. Zij is inderdaad te vertrouwen. Ik ben inderdaad Jim. Of, zoals zij me noemt: Meester. Maar dat weet u al. Ze moet echt op u gesteld zijn. Dit is de eerste keer dat ze me vraagt een chat contact te ontmoeten.”
“… Echt? Wauw, wat een eer. Maar ik denk niet dat u alleen maar belt om me dit te vertellen.”
“Nee. Ze vroeg mijn toestemming voor een ontmoeting. Bij ons thuis, of in een hotel. Ik moet u eerst iets vragen.”
“Oké?”
“Meneer Vile, welke prijs wilt u betalen om Christine te neuken?”
(Een lange stilte)
“Het spijt me enorm, Jim. Er is duidelijk sprake van een misverstand. Na alles wat Christine me over je verteld heeft, had ik je niet ingeschat als iemand die haar als een hoertje verhuurt voor snel geld. Je stelt me teleur!”
(Gegrinnik)
“Ik heb niets over geld gezegd, meneer Vile.”
“En ik dacht ook dat ze je al verteld had dat ik haar niet wil ontmoeten om haar te neuken … Wacht, wat? Geen geld? Maar je zei …”
“Maar het is wel zo, toch? Je wil haar wel neuken.”
“Nou …”
“Wees eerlijk, P.D. Ik wordt echt niet boos over een eerlijk antwoord, wat het ook is. Maar als je liegt, weet ik dat ik je niet met Christine kan vertrouwen.”
“Ik zal zeker eerlijk zijn. Ik zocht de juiste woorden. Ja, dat wil ik. Ik wil zeker seks met haar. Maar alleen als ze het zelf wil. Niet omdat ik het vraag. Niet omdat jij het haar opdraagt. Ze moet het zelf willen.”
“Hmm. Ik dacht al dat je dat zou zeggen, na alles wat ze over je heeft verteld. Maar jij weet net zo goed als ik dat ze inderdaad seks met je wil. En daarom wil je ons bezoeken.”
“Nee, dat klopt niet.”
“Ik luister.”
“Ik zal niet ontkennen dat ik er aan denk. Het … maakt het nog beter, zeg maar. Maar dat is niet de reden dat ik haar heb gevraagd of we elkaar kunnen ontmoeten. Het is … Zij en ik chatten veel. Over van alles. Soms erg persoonlijk. Ik weet alles van haar jeugd, de mishandelingen door haar ouders, en het enorme risico dat jij hebt genomen om haar te redden en in jouw huis te laten wonen. En ik heb haar ook alles over mijn leven verteld. Elke keer dat we chatten, raakte ik meer op haar gesteld. En op een dag merkte ik dat ik gewoon verliefd ben. Een onmogelijke liefde, maar toch bleef die groeien met elke chat. Ze is zo’n bijzondere vrouw, zo’n innerlijke kracht, zo’n veerkracht, na alles wat …”
(Een snik)
(Stilte)
“Sorry. Maar dat is dus de reden. Ik hou van haar. Ik wil haar ontmoeten, in het echt, haar aankijken en haar beter leren kennen. En dat zou ik ook willen als ze seks zou weigeren.”
“Maar dat doet ze niet.”
“Ik weet dat ze jou altijd gehoorzaamt. Als jij haar zegt dat het niet mag, dan doet ze het niet.”
“In jouw geval weet ik niet eens zeker of ze zich aan die opdracht zou houden. Maar geen zorgen, ik zou haar nooit verbieden om seks te hebben met een man van wie ze houdt. Ik ben haar dom, niet haar eigenaar. Ik hou van haar. Ik wil dat ze geniet van het leven, en haar lichaam is van haar, om te delen met wie ze dat wil. Ik waak alleen over haar veiligheid.”
“Ja, dat weet ik. Jouw relatie met haar heeft een boel aspecten die ik niet begrijp, zelfs niet na vele uren chatten. Maar het is mij duidelijk dat jij minstens zoveel van haar houdt als ik.”
“Ik geloof je. Je klinkt oprecht, P.D. Ik denk dat ik je kan vertrouwen.”
“Dat is dan een ja?”
“Nou, je hebt nog steeds mijn vraag niet beantwoord. Welke prijs wil je betalen zodat je haar kan neuken? Of, liever gezegd, haar kan ontmoeten en dan ook neuken?”
“Betalen? Hoeveel? Ik bedoel, ik weet het niet. Hoeveel wil je dan?”
“Zoals ik al zei, P.D., niet elke betaling gaat over geld. Ik dacht aan iets anders.”
“Wat dan?”
“Ik moet nu gaan. Ik bel je morgen weer om het uit te leggen. Maar in de tussentijd kan jij er alvast over na gaan denken welke prijs je bereid bent te betalen. Tot ziens, meneer Vile.”
Heden: Pijn
Ik voel nog altijd je speeksel op mijn lul, die koel aanvoelt nu de lucht er weer bij kan.
Maar mijn aandacht gaat naar Jim, die zich nu naar mij wendt. Vanuit mijn liggende positie ziet hij er dreigend uit, zoals hij boven mijn weerloze lichaam uittorent. Hij heeft de zweep in zijn rechterhand. Zijn andere hand pakt losjes het touw beet, en dan trekt hij aan de zweep, waardoor die door de vingers van zijn linkerhand glijdt. Hij herhaalt die handeling, met een uitdrukking van pure lust op zijn gezicht.
Terwijl hij achteloos doorgaat met het touw van de zweep liefdevol door zijn vingers te trekken, glijden zijn ogen over mijn lijf, bestuderen elke centimeter. Op zoek, neem ik aan, naar de meest gevoelige plek.
SMAK!!!
Ik registreer het krakende geluid van de zweep op hetzelfde moment dat ik de plotselinge beweging van zijn rechterhand zie. Het geluid klinkt nu anders. Net zo hard, maar met een ziekmakende natte onderklank.
En net als ik me besef dat ik pijn zou moeten voelen, komt een afgrijselijk brandend gevoel vanuit mijn rechter bovenbeen aan in mijn hoofd. Mijn brein schakelt uit, mijn hele wezen is enkel die plek op mijn dij. Maar dan hoor ik iemand schreeuwen, krijsen. En besef me dat ik dat ben.
Ik merk dat mijn handen en enkels aan de boeien rukken die me aan het bed kluisteren. Voel de spieren in mijn lijf vechten tegen de stoffen banden, in een poging me los te vechten van hun strakke omklemming. En hoor dan hoe mijn kreten van pijn overgaan in snikken als ik me besef dat dit nog maar de eerste van dertien is.
“Zeg het hem, Christine,” hoor ik Jim zeggen, ergens ver weg.
En dan hoor ik jouw stem, zo zoet, muziek in mijn oren, maar niet genoeg om me die enorme stekende pijn in mijn been te laten vergeten.
“Je moet hem bedanken, P.D. En tellen. Je moet de slagen hardop meetellen, of hij begint weer bij één.”
Ik knik, terwijl ik probeer mijn gejammer onder controle te krijgen. Adem in. Adem uit. Jammer. Adem in.
“Neem de tijd. We hebben de hele dag.”
Ik weet niet of Jim serieus of sarcastisch is. Ik neem het risico maar niet.
“Bedankt, Jim,” grom ik, “dat was één.”
Even is het stil. Dan een diepe, teleurgestelde zucht.
“Niet goed!” merkt Jim op, “dus dat maakt veertien.”
“Niet eerlijk!” roep jij, terwijl je jezelf met moeite weerhoudt om overeind te springen, “dat wist hij niet, je hebt het niet verteld!”
“Nee, schat, jij hebt het niet verteld. Zou ik nu maar snel doen. En dan kan je er meteen bij vertellen dat jouw brutaliteit om mij tegen te spreken goed is voor nog twee extra.”
Je haast je snel naar me toe.
“Het spijt me zo, P.D. Dit is allemaal mijn schuld. Ik verdien het om daar te liggen, niet jij.”
Ik wring mijn gezicht in iets waarvan ik hoop dat het op een glimlach lijkt.
“Nee, lieverd. Jij verdient dat nooit.”
“Als Meester je straft moet je hem altijd Meester noemen. Ik ben vergeten je dat te vertellen. Ik ben zo dom!”
“Dat ben je niet, lieverd. Je hebt je vergist, dat is menselijk. En ik ook. Hij heeft me dat al verteld, en ik was het vergeten. Dit is mijn eigen schuld.”
Ik wend me naar Jim.
“Bedankt, Meester Jim. Dat was nummer één. Ga maar verder met de volgende vijftien, Meester Jim.”
SMAK!!!
Mijn brein verdooft weer, terwijl de hele wereld zich samentrekt in mijn linkerbeen, waar nu diezelfde intens bijtende pijn al het andere overheerst. Niets anders bestaat, behalve mijn linker…
SMAK!!!
Nu weer mijn rechterbeen. Het duizelt me. Twee benen, en beide doen meer pijn dan ik ooit voor mogelijk had gehouden.
Ik schreeuw en ik schreeuw en ik schreeuw. Iets anders kan ik niet, het doet té veel pijn.
Dan voel ik een zachte hand op mijn gezicht, die het geluid dempt. Ik open mijn ogen, zie jouw gezicht boven me, en voel me direct beter. Een beetje.
Je veegt met een doekje over mijn gezicht, en nu pas merk ik dat overal beekjes van zweet lopen. Je droogt teder mijn ogen, mijn voorhoofd. Ik jammer de hele tijd, van die stekende pijn, nog steeds veel sterker dan alle andere gevoelens, totdat jouw mond op de mijne dat geluid stopt.
Na een paar seconden onderbreek je de zoen, en je fluistert: “Zeg het.”
“Twee, Meester Jim,” kerm ik, “en drie. Bedankt, Meester Jim.”
“Probeer niet meer zo te gillen,” fluister je, terwijl Jim tevreden knikt, “dat vindt Meester niet prettig.”
“Ik sta jou al veel meer toe dan ik ooit van Christine zou accepteren,” voegt Jim toe.
Zelfs het kleinste spoortje warmte is nu uit zijn stem verdwenen. Ik voel een huivering over mijn rug lopen.
“Ik snap dat dit nieuw voor je is. Maar ik wil niet dat de buren je horen.”
“Bedankt, Meester Jim,” antwoord ik gehoorzaam, terwijl ik terugdenk aan de dubbele laag isolatie in de muren van deze kelder, en zeker weet dat geen enkel geluid dat een mens kan maken ooit buiten hoorbaar zal zijn.
Ook al geeft Jim’s stem me de koude rillingen, ook al weet ik dat het horen door de buren niet meer is dan een flauwe smoes, toch ben ik dankbaar. Ik ben aan hem overgeleverd. Totaal en helemaal. Als Jim erop zou staan dat ik helemaal stil ben, of als hij extra klappen toevoegt vanwege mijn lawaai, dan is dat zijn recht. En toch toont hij begrip. Hij mag dan een sadist zijn, maar dan wel een sympathieke.
Vijf uur geleden: Aankomst
“Meneer? Meneer, gaat het goed met u?”
Ik glimlachte naar de stewardess.
“Ja, prima. Bedankt.”
“Alle andere passagiers zijn al uitgestapt, meneer.”
“Ja, ja, natuurlijk,” mompelde ik, terwijl ik overeind kwam en naar de uitgang van het vliegtuig liep.
Waarschijnlijk dacht ze dat ik was blijven zitten om de drukte te vermijden, van alle passagiers die vechten om als eerste bij de bagageband te zijn. Ze had geen idee dat ik gewoon bang was. En opgewonden, maar vooral bang.
Dit was het. Dit was het moment van de waarheid. Nu ging ik er achter komen wat er zou gebeuren: dat waar ik zo hard op had gehoopt, of dat waar ik zo voor had gevreesd?
Zou jij er zijn? Om me op te halen, zoals beloofd? Zou ik je zien? Zou je er net zo goed uitzien als op de foto’s, zou je me die glimlach schenken die ik had gezien in het filmpje waar je danste?
Of zou ik begroet worden door de valse grijns van een politieagent, die me in de boeien slaat en grijnst:
“Wat een vangst! P.D. Vile, schrijver van vuige kinderporno verhalen, in de val gelokt met de belofte een achttienjarige te ontmoeten, die hij op internet heeft verleid.”
Ik zuchtte. Blijven zitten was geen optie. Mijn laatste kans om dit te vermijden was geweest voordat ik instapte. Nu niet meer.
En ik wilde het ook niet vermijden. Ik zou het mezelf de rest van mijn leven blijven verwijten als ik nu zou omkeren, terug vliegen, en dan een enorm teleurgestelde Christine zou zien in de chat. Verdrietig, omdat ik niet was komen opdagen.
En dus mompelde ik: “ja, ja, natuurlijk,” kwam overeind, en liep naar de uitgang van het vliegtuig.
“WELKOM OP BATON ROUGE METROPOLITAN AIRPORT”
Ik liep de vlag voorbij en volgde de bordjes naar de bagageband. Ik had mijn weekendtas mee aan boord genomen, dus ik hoefde niet te wachten en liep naar de “exit” deur.
Ik voelde mijn hart in mijn borst te keer gaan, zo hard dat ik zeker wist dat de mensen om me heen het konden horen. Maar niemand zei iets. Niemand leek te merken hoeveel zweet door de kraag van mijn overhemd gutste. Niemand die ook maar enig idee had van de tornado in mijn hoofd.
De elektrische deur opende. Er stond een kleine menigte. Vrienden en familieleden, opgewonden omdat ze hun geliefden weer zouden zien. Taxichauffeurs, met bordjes met de namen van de passagiers waar ze op wachtten.
En jij? Of niet jij, maar een grijnzende agent?
Ik keek om me heen, probeerde je gezicht te herkennen, hoopte dat ik je niet over het hoofd zou zien. Bang dat je er anders uit zou zien dan op de foto’s, en dat ik mezelf voor schut zou zetten, of zelfs jou beledigen, omdat ik je niet herkende.
Maar toen zag ik een gezicht dat alleen maar het jouwe kon zijn. Je keek om je heen, bekeek alle passagiers, en leek mijn gezicht te zien en te herkennen op precies hetzelfde moment dat ik het jouwe zag.
Je begon te stralen.
“P.D.!” gilde je, terwijl je op me afstormde.
Ik moest mijn tas laten vallen om jou op te vangen toen jij je soepele lijf in mijn armen wierp. Je armen rond mijn nek, je lippen op mijn wang, je lijf tegen het mijne gedrukt. Al mijn angsten verdwenen. Ik vergat de wereld om me heen, vergat wat mensen zouden denken als ze zien hoe een man van in de vijftig een achttienjarig meisje zo innig omarmt. Ik genoot enkel van jouw warmte, je uitstraling, en van het heerlijke gevoel van jouw zachte borsten tegen mijn borst.
“Ik ben zo blij je te zien, Christine,” zei ik uiteindelijk, nadat ik je weer op de grond zette.
“Ik ook, ‘opa’,” zei je met een knipoog, terwijl je mijn tas pakte en je andere hand naar me uitstak.
Ik wachtte even, nam de tijd om je in me op te nemen. Je lange haren waren nog altijd zwart, met een hint van paars aan de uiteinden, zoals je me twee weken geleden had laten zien, toen je ze in deze kleur had geverfd. Ik zag geen make-up op je gezicht, en dat had je ook niet nodig. Je droeg een eenvoudige zwarte blouse, dat losjes om je bovenlijf hing, met daaronder een blauwe rok die het grootste deel van je prachtige benen onbedekt liet.
Ik zag op je benen de sporen van je laatste bestraffing. Ze waren vaag, bijna weg, na twee weken. Maar ik wist dat ze er waren, je had het verteld, je had me de foto’s laten zien. Anderen zouden het misschien niet gezien hebben. Ik wel.
Uiteindelijk nam ik toch je hand aan, en liet jou de weg wijzen, door de uitgang van het vliegveld, in de vochtig warme buitenlucht. Gelukkig was het maar een klein stukje tot de parkeergarage, waar het koeler was. Je drukte op de knop van de lift, we stapten in, en jij drukte op het bovenste knopje.
Zodra de deuren dicht waren, omhelsde je me weer, maar deze keer landde jouw mond boven op de mijne, en je duwde gretig je tong bij me binnen. Je handen dwaalden over mijn lichaam, streelden mijn rug, aaiden mijn haren, terwijl je in mijn mond kreunde.
Je liet me net zo abrupt los als je was begonnen, toen de lift vertraagde, en de deuren open gleden. Het oudere stelletje dat binnenkwam had geen idee. Nou ja, tenzij het ze opviel dat mijn lippen ongewoon nat waren. Of tenzij ze de bult in mijn broek zagen.
“Dat wilde ik al doen vanaf het moment dat ik je zag,” fluisterde je, toen we de lift uit waren, en jij me voorging naar waar de auto stond, “maar ik moest Meester beloven dat ik niks verdachts mocht doen.”
“Daar heeft hij gelijk in,” antwoordde ik, terwijl ik om me heen keek. Toen ik zeker wist dat niemand ons kon zien, greep ik speels naar je linker borst, en kneep er zachtjes in.
“Oooohhhh,” kreunde je, terwijl je hand mijn kruis vond, en de vorm van mijn erectie over mijn opeens pijnlijk strakke broek volgde, “ik heb het idee dat u iets van me wil, meneer Vile?”
Ik greep je pols, duwde je tegen de dichtstbijzijnde auto, en duwde mijn lichaam hard tegen het jouwe, mijn mond vlak bij jouw oor.
“Ja, ik wil je,” fluisterde ik schor, gevolgd door een snel likje over je oorlelletje.
Maar toen liet ik je los en pakte weer gewoon je hand vast, probeerde ons er weer uit te laten zien als een totaal onschuldige grootvader en kleindochter.
“Maar we moeten wachten. Als mensen het zien … En ik meen dat Jim het je ook verboden heeft?”
Ik zag de teleurstelling op je gezicht, en ook zonder spiegel wist ik dat het mijne er net zo uitzag.
“Hé, er is nog zat tijd. Ik ben hier het hele weekend, weet je nog?”
Je trok me verder, in dezelfde richting als eerst, en stopte bij een blauwe cabriolet met verduisterde ramen. Je liep naar de deur aan de bestuurderskant, en tikte met je knokkels op het raam.
Tok tikke tik tok.
Tok tok! Kwam als antwoord van binnen.
“Serieus?” vroeg ik, “dat is jullie signaal? Die zien we nooit weer … terug?”
“Het is goed genoeg,” grinnikte je, terwijl ik hoorde hoe de deuren ontgrendeld werden, “want wie anders zou in een parkeergarage op willekeurige auto’s tikken? Bovendien, hij kan ons zien, de ramen zijn van binnen doorzichtig. Dit was het teken voor ‘alles in orde, we kunnen gaan’. We hadden een ander teken voor ‘maak dat je wegkomt’, en een derde voor ‘pak de honkbalknuppel’.”
“Nou, dan ben ik blij dat je die niet hebt gebruikt.”