Ik zoek rustig een plekje om mijn auto te parkeren, terwijl een zindering van spanning zich langzaam door mijn lichaam verspreidt. Het is een delicate mengeling van opwinding en verlangen, een gezonde spanning die de lucht doordringt. Zodra de auto tot stilstand komt, draaien Yasmina en ik ons naar elkaar toe, onze hoofden zachtjes tegen elkaar gedrukt, als twee leeuwen die elkaar begroeten. Onze neuzen raken elkaar en strijken teder langs elkaar.
Met een glimlach van pure genegenheid kantel ik mijn hoofd iets omhoog en druk een zachte kus op haar voorhoofd. Het lijkt alsof dit de stille toestemming is voor Yasmina om te zeggen: “Kom, laten we gaan.” We stappen beiden uit de auto.
“Zullen we onze spullen meteen meenemen?” vraagt Yasmina met een nieuwsgierige glans in haar ogen, terwijl ze haar tas vastpakt.
“Laten we het zo doen,” antwoord ik met een warme glimlach. “Als we nu alles meenemen, wordt het een gedoe met tillen. We kunnen het beter rustig aan doen.”
“Oké, let’s go,” zegt Yasmina, haar stem doordrenkt met vreugde.
We lopen langzaam richting de verlichte toegang die ons in de verte begroet. De omgeving om ons heen is strak en elegant, met zorgvuldig geplaatste lantaarns die een zachte, warme gloed uitstralen. Het pad is omzoomd met mooi onderhouden bloemperken en strakke, moderne bankjes die uitnodigen tot een moment van rust.
In het midden van het plein bevindt zich een fontein, waarvan het zacht stromende water een kalmerend murmelgeluid voortbrengt. De zachte glinstering van het licht op het wateroppervlak voegt een extra vleugje verfijning toe aan de serene ambiance. Kleine groepjes mensen staan in conversatie, hun stemmen vormen een zachte achtergrondruis die het geheel een aangename levendigheid geeft.
Ik stop even met lopen voor een moment van bewondering. Als je haar nu zag lopen, de elegante wiegbeweging van haar heupen zou zelfs de meest ervaren illusionist in vervoering brengen.
Yasmina merkt mijn vertraging op en draait zich half om, waardoor haar kastanjebruine krullen speels over haar rechterschouder vallen en haar gezicht over haar linkerschouder zichtbaar wordt. “Wat doe je?” vraagt ze met een geveinsd verraste stem, alsof ze niet begrijpt wat ik doe.
“Het voelt echt speciaal hier, vind je niet?” verander ik van onderwerp, terwijl ik me naar haar toe versnel zodat we weer samen verder lopen.
“Ja,” antwoordt Yasmina, haar stem warm en tevreden. “Er hangt iets magisch in de lucht.”
Onze stappen echoën zachtjes op het met kasseien geplaveide pad, en ik voel de opwinding groeien. Met elke stap stijgt de anticipatie naarmate we dichterbij komen.
We staan voor de ingang, en ik geef aan dat ik even een sigaret wil roken. Yasmina kijkt me aan met een blik die een lichte mengeling van teleurstelling en irritatie verraadt. Toch knikt ze goedkeurend en zegt: “Dan ga ik vast naar binnen, oké?”
“Reymond,” antwoord ik met een knik.
Terwijl Yasmina naar binnen loopt, blijf ik nog even buiten bij het welbekende grijze paaltje met asafdrukken staan. Ik haal een pakje Marlboro uit mijn binnenzak en begin te zoeken naar de aansteker die altijd lijkt te verdwijnen—je weet wel, die aansteker die iedereen ooit wel eens heeft geleend. Misschien wel het meest gestolen voorwerp.
“Heb jij toevallig een aansteker voor mij?” vraag ik. “Nu niet doen alsof je er niet bent; ik zag je echt wel kijken naar die mooie billen van Yasmina. Iemand die net zoveel van een paar mooie billen houdt als ik, kan niet verkeerd zijn,” zeg ik met een knipoog en glimlach.
“Bedankt,” zeg ik terwijl ik mijn sigaret aansteek. “Ik rook nu al een jaar niet meer dagelijks. Yasmina en ik hebben afgesproken dat ik alleen nog een sigaret mag opsteken tijdens onze verkenningstochtjes. Het blijft stiekem genieten, die nicotine-tintelingen in je keel en de warme lucht die je longen vult.”
Wat as valt op de grond voor mijn voeten, terwijl ik in mijn ooghoeken Yasmina druk zie gebaren dat ik moet komen. “Ik ga snel even checken wat er mis is, anders wordt het vrouwtje boos,” zeg ik met een knipoog. “Ze heeft vast hulp nodig bij de check-in!”