BULLSHIT Bullshit riep mijn vader bij het lezen van een artikel in het Spaanse dagblad “El Pais “. Daarin stond het volgende bericht: “Het strand van de Spaanse badplaats Sitges is gisteren enige tijd ontruimd geweest vanwege een opgegraven bom uit de W.O.2. Er ontstond even paniek bij de badgasten, die op dat bewuste strand hoofdzakelijk uit homo’s bestaat “. Het was vooral die laatste zin die de woede van mijn vader opwekte. “Een strand voor homo’s? Ik wist niet dat zoiets hier bij ons in Spanje bestond ” riep hij woest. Hij smeet de krant naar mij en riep . “Moet je die onzin eens lezen zoon. Bullshit “. Ik ben Truffo Cortes en was op dat moment 20 jaar. Ik woon in een klein Spaans dorpje “San Juan de Mozerritar “. Dat ligt 20 km. van de hoofdstad Zaragoza, in de provincie Aragon. Het huis was veel te groot huis voor mijn ouders en ik. Het was langgeleden door mijn overgrootvader gebouwd, die nog minister is geweest. Het is een groot domein van 16 ha. Dat klink erg rijk, maar daar was niets mee te verdienen. De regering had het als beschermd natuurgebied uitgeroepen en er mocht dus niet gebouwd worden. Waarom ik dit vertel? Het is belangrijk aan het eind van dit verhaal. Ik weet allang dat ik gay ben, maar kan daar niets mee aanvangen. Ik moest het allemaal geheim houden. Mijn vader was de dorpsdokter en zou het zeker niet accepteren. Buiten een paar avontuurtjes met jongens op het gymnasium in Zaragoza, was er op homo gebied niets te beleven. Nu las ik dus in de krant dat er in Spanje een homostrand bestond. Een strand vol gelijkdenkende. Ik was een uit de Spaanse klei getrokken dorpsjongen en nog nooit verder dan Zaragoza geweest. Sitges leek voor mij het eind van de wereld, hoewel het maar 300 km is. Ik moest en zou naar Sitges. In de zomervakantie kreeg ik toestemming van mijn vader om 4 dagen naar de kust te gaan. Dat werd natuurlijk Sitges. Mijn vader boekte een hotel voor mij en ik vertrok met de trein. Na 5 uren opgepropt in een overvolle boemeltrein te hebben gezeten, kwam ik in hotel “Calipolis ” op de “Avinguda De Sofia “. Een vijfsterrenhotel. 300 meter van het strand. Omdat de directeur mijn vader kende, kreeg ik een tweepersoonskamer voor mij alleen. Ik smeet mijn reistas in de hoek en ging onmiddellijk op weg naar het strand. Ik stak de drukke “Passeig De La Ribera ” over en zag tot mijn schrik dat het strand onmetelijk lang was. Hoe kon ik hier het homostrand vinden. Aan een politieagent vroeg ik: “Kunt U mij zeggen, op welk strand die bom is gevonden? ” De agent begon in een taal te ratelen waar ik geen woord van verstond. Het was Catalaans en dat heeft met Spaans weinig te maken. Ik moest het drie keer vragen voordat hij in het Spaans antwoordde. Hij wees mij een stuk strand aan en ik ging daarheen. Op dat strand waren bijna uitsluitend mannen. Ik kende geen verschil tussen een (gewone) man en een gay. De meeste mannen waren gekleed in de kleinste zwembroekjes die ik ooit had gezien. Ik wilde eerst de kat uit de boom kijken en zocht een plaatsje aan een open strandbar. Hoewel ik nooit alcohol dronk, bestelde ik nu toch een Sangria. Er kwam een beeldschone jongeman van ongeveer dertig jaar naast mij zitten. Kortgeknipte zwarte krullen en een gladgeschoren body. Ook hij droeg een piepklein zwembroekje met een flinke bobbel. “Ola ” begroette hij mij vriendelijk en begon in het Catalaans tegen mij te praten. Toen hij bemerkte dat ik hem niet verstond, ging hij snel over in vloeiend Spaans. Hij stelde zich voor als “Mannolo “. Ik zei dat ik Truffo Cortes heette, waar ik vandaan kwam en dat ik vier dagen met vakantie was. Mannolo bood mij een sangria aan en daarna nog één. Na drie sangria’s voelde ik mij zalig. Ik had er niets op tegen dat de mooie Mannolo zijn hand over mijn dij liet glijden en zeker niet toen zijn hand in mijn kruis bleef steken.
Toen Mannolo mij probeerde te kussen, liet ik hem opgewonden begaan. Het viel mij op dat alle aanwezigen hem vriendelijk groetten. De meeste kenden ook zijn naam. Toen ik vroeg hoe dat kwam, kreeg ik als antwoord: “Ik kom vaak voor zaken in Sitges. ” Mannolo stelde voor om samen naar mijn hotel te gaan. De portier van mijn hotel kende hem ook. “Welkom Signor Mannolo. Ja Signor Mannolo. Goed Signor Mannolo. Ga Uw gang Signor Mannolo ” deed de portier overdreven vriendelijk en had er geen bezwaar tegen dat hij met mij naar mijn kamer ging en overhandigde hem mijn kamersleutel. “Kamer 102 Signor Mannolo ” Eenmaal op de kamer gooide Mannolo alle remmen los. Zonder eten bleven wij de hele nacht van elkaar genieten. Ik wist niet wat mij overkwam. Mannolo bleef ook de overige dagen bij mij in het hotel. “Natuurlijk Signor Mannolo. U kunt op dezelfde kamer blijven Signor Mannolo. U bent onze gast Signor Mannolo ” riep de portier uitsloverig. Ik begreep er niets van, maar stelde geen verdere vragen. Toen Mannolo mij op de laatste dag naar de trein bracht vroeg hij: “Kom je over twee weken terug? Dan heb ik een grote verrassing voor jou. Mag dat van je vader? ” Stoer riep ik: “Bullshit aan mijn vader. Ik kom zeker “. We spraken af elkaar bij de stierenarena in Barcelona te ontmoeten. Dat ik zei: ” Ik hou niet van stierengevechten “, wuifde hij met een geheimzinnige glimlach weg. Mannolo informeerde nog hoe laat de trein in Barcelona zou aankomen. Dat was om 11.30 u. We spraken af: “12.00 uur bij de arena “. Eenmaal in de trein, kwam ik er met de schrik achter dat we helemaal geen wederzijdse adressen of telefoonnummers hadden uitgewisseld. Ik wist niet eens zijn achternaam. Er volgden twee lange, eenzame weken. Toen ik eindelijk in Barcelona aankwam, had ik de angst dat Mannolo mij was vergeten. Ik nam een taxi naar het “Plaza del Toro’s “. Verlangend keek ik uit naar Mannolo, maar zag hem niet. Het was 12.15 u en op het heetst van de dag. Er waren maar weinig mensen op straat. Op dat uur houdt iedereen Siësta. Ik liep naar de schaduw van de immense arenamuur en keek uit naar Mannolo, maar hij was nergens te zien. Ongeinteresseerd keek ik naar de affiches met de namen en foto’s van de toreadors. Plotseling bleef ik als aan de grond genageld staan en kon mijn ogen niet geloven. Vanaf het affiche werd ik aangestaard door ..Mannolo. Met open mond van verbazing las ik, “MANNOLO CORDABLES. KAMPIOEN VAN SPANJE. ” D?á?árom kende iedereen hem. D?á?árom groetten alle mensen hem. D?á?árom werd hij overal met respect behandeld. Ik voelde mij ter plekke heel klein worden en dacht: “Geen wonder dat Mannolo niets meer met mij te maken wil hebben. Wie ben ik dan wel? Ik heb hem helemaal niet herkend, terwijl heel Spanje hem adoreert “. Ik had zijn naam heus wel eens gehoord, maar doordat ik niet in stierengevechten ben geinteresseerd, wist ik niet hoe hij eruit zag. Mijn gedachten gingen als een razende tekeer. “Ja, dit is mijn verdiende loon. Ik ben het niet waard om de vriend van een beroemdheid te zijn. Ik pak meteen de volgende trein terug naar Zaragoza. ” Met een ruk draaide ik mij om en keek in het lachende gezicht van Mannolo. “Ola amigo ” fluisterde hij. “Nu weet je wie ik ben he? ” Ik opende mijn mond om mij te excuseren, maar Mannolo legde zijn hand op mijn lippen en zei: “Zeg maar niets. Ik vind het heerlijk iemand te hebben die mij niet kent. Nu weet ik zeker dat je echt van mij houdt en niet om wie ik ben. ” Hij opende een deur die toegang gaf tot het arenagebouw. “Kom maar mee ” We kwamen in de stallen waar stalknechten aan het werk waren. Bij het zien van Mannolo, maakten ze een onderdanige buiging. “Buenos Dias Signor Mannolo. ” We liepen nog een paar meter door en kwamen in een stal met slechts één stier. Het was de grootste stier die ik ooit had gezien. Hij stond in een kleine ijzeren kooi en kon zich nauwelijks bewegen. Hier was maar één staljongen aanwezig, die onmiddellijk door Mannolo werd weggestuurd. “Dit is voor vandaag mijn stier ” legde Mannolo uit en streelde het beest liefdevol over zijn grote gespierde stierenreet. De stier liet het gewillig toe. “Ik heb altijd gedacht dat het wilde beesten zijn ” zei ik. Mannolo verklaarde: “Het zijn ook wilde animals en heel gevaarlijk, maar zolang ze in deze kooi staan kun je alles met ze doen “. En om te laten zien dat hij gelijk had begon hij de enorme kloten van de stier te strelen. Automatisch spreidde de Toro zijn achterpoten verder uit elkaar. De hand van Mannolo gleed langzaam via de ballen naar de schede waarin de stierenlul verborgen zat en begon voorzichtig te masseren. Centimeter na centimeter kwam de lul tevoorschijn, tot het een staaf van ongeveer 80 centimeter was.
Toen gebeurde er iets wat ik in mijn stoutste dromen niet had verwacht. Mannolo bukte zich en begon de enorme stierenlul te likken. Nieuwsgierig kwam ik dichterbij. In plaats van afkeer, voelde ik een ongekende opwinding. Mannolo stopte met likken en vroeg: “Wil jij ook eens proeven? ” Enthousiaster dan ik van plan was riep ik: “Ja graag. ” en meteen liet ik mij op de knieën vallen om de Stierenlul over te nemen. Terwijl ik voor het eerst in mijn leven een beest pijpte, streek Mannolo door mijn haren en fluisterde: “Bravo muchacho “. Ondertussen begon hij mij uit te kleden, drukte mij in het stro en ramde zijn lul diep in mijn hol. Wild begon hij mij te neuken. Net toen ik dacht dat hij klaarkwam trok hij zijn lul uit mijn reet en fluisterde: “De rest is voor de Toro “. Meteen klom hij achter de stier op de ijzeren stellage. Door de spijlen boorde hij zijn lul met geweld in de stierenreet en kwam met een paar stoten klaar. Meteen begon de stier te schijten en vervuilde het gehele onderlichaam van Mannolo. “Bullshit ” vloekte Mannolo, maar lachte er verlekkerd bij. “Nu jij ” riep hij en ik liet mij geen twee keer uitnodigen. In navolging van Mannolo spoot ik mijn sperma in de stinkende, glibberige stronthol van de bull. “Grazias Amigo ” fluisterde Mannolo. “Nu weet ik zeker dat wij bij elkaar horen. ” En hij ging verder: “Ik geil altijd op de stier die met mij de arena ingaat. Om mijn spanning af te reageren moet ik hem eerst een neukbeurt geven. ” En teder vervolde hij: “Jij begrijpt mij helemaal en dus wil ik altijd bij jou blijven “. Ondertussen nam hij mij mee onder de douche waar we de stront en sperma van onze lichamen spoelden. Even later kwam de stalknecht weer binnen om Mannolo met aankleden te helpen voor het gevecht. Normaal mocht daar niemand anders bij aanwezig zijn, maar Mannolo stond erop dat ik bij hem bleef. Ik zag hoe zijn prachtige lichaam in een goudgroen stierenvechtersspak werd gehesen. Ik had mij bij de TV wel eens afgevraagd: “Waarom hebben alle toreadors zo’n grote bobbel in de broek? ” Nu wist ik het antwoord. Het was een rubberen zakbeschermer. Mannolo nam voorlopig afscheid van mij en ik werd meegenomen naar de ereloge. Na een paar stierengevechten met mindere goden, was het de beurt aan “mijn ” Mannolo. Toen hij in de arena verscheen, begon de twaalfduizendkoppige menigte als waanzinnigen te roepen: “Ole, Ole Cordables “. Trots en fier nam hij de ovatie in ontvangst. Weer viel mij op hoe knap, groot en slank hij was. De grote bobbel in zijn broek, paste uitstekend bij hem. Ik was er van overtuigd, dat vele Signorita’s, Signora’s (en ook Signor’s) op de tribune, een natte droom kregen. Toen de stier was overmeesterd, vlogen duizenden witte zakdoekjes door de lucht. “Ole, Ole ” voor mijn Mannolo Het is nu 5 jaar later. Mannolo is geen toreador meer. Hij woont met mij op ons domein in “San Juan de Mozerritar “. Met toestemming van de autoriteiten heeft hij het natuurgebied omgetoverd in een fokcentrum voor wedstrijdstieren. Die vinden hun weg in geheel Spanje en Zuid-Amerika. Maar!: Er verlaat geen stier ons domein, zonder dat hij een portie sperma van Mannolo en Truffo in zijn reet heeft gekregen “. En dat is geen Bullshit.”