Kaplaarzen

“Vanaf nu zijn deze laarzen jouw meesteressen ” zei ze op strenge toon, terwijl hij voor haar geknield zat. Ze duidde op de witte kaplaarzen aan haar voeten. Het waren rubberen laarzen, die nog net haar kuiten bedekten. “Je zult precies doen wat mijn kaplaarzen van je verlangen! ” voegde ze er aan toe. Hij knikte gehoorzaam. “Kus ze! ” zei ze streng. Ze stak haar gelaarsde rechtervoet naar voren. Hij boog zich voorover en kuste haar kaplaars. Daarna kuste hij de andere laars. “Goed zo ” zei ze “en lik ze nu schoon! ” Wederom boog hij zijn hoofd en begon een van haar witte laarzen te likken. De laars rook naar rubber. Hij likte eerst haar in rubber gehulde voet en werkte met zijn tong langzaam via de schacht van de laars naar boven. Terwijl hij haar kaplaars likte, hoorde hij haar kreunen van genot. Nadat hij een van haar kaplaarzen helemaal schoongelikt had, begon hij met de andere laars. Ook deze likte hij schoon. Toen hij klaar was stond ze op en keek hem vanuit de hoogte aan. “Ga op je rug liggen! ” beval ze hem. Hij gehoorzaamde. Nu bracht ze een van haar kaplaarzen boven zijn mond en zei spottend: “Je bent nog vergeten, dat je m’n zolen nog moet Aflikken. ” Hij begon de geribbelde kaplaarzenzool schoon te likken. Toen hij daarmee klaar was moest hij haar andere zool ook schoonlikken.”